Diferencia entre revisiones de «Zelf lessen maken»

Línea 10: Línea 10:
 
<br>
 
<br>
 
Si aún tuvieras dudas sobre la explicación, contáctanos a través de la siguiente dirección '''admin@grunbergacademie.com'''<br>
 
Si aún tuvieras dudas sobre la explicación, contáctanos a través de la siguiente dirección '''admin@grunbergacademie.com'''<br>
Tus preguntas son muy importantes e interesantes para nosotros. ¡Así aprendemos más!
+
Tus preguntas son muy importantes e interesantes para nosotros. ¡Así aprendemos más!
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<h4>La estructura de la lección de ''Sé Visible''</h4>
 
<h4>La estructura de la lección de ''Sé Visible''</h4>
De lessen doorlopen een cyclus die consequent de volgende onderdelen omvat:
+
Las lecciones se desarrollan a través de un ciclo que incluye consistentemente los siguientes componentes:
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
Línea 21: Línea 21:
 
<br>
 
<br>
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
<h4>'''Opbouw van een les aan de hand van de lesstructuur: een overzicht'''</h4>
+
<h4>'''La construcción de una lección basada en la estructura de la lección:'''</h4>
<h5>Welke vragen vormen de leidraad voor uw keuzes?</h5>
+
<h5>¿Qué preguntas te ayudan en tu elección?</h5>
 
     <div class="mw-collapsible-content">
 
     <div class="mw-collapsible-content">
Voor het opbouwen van een les op basis van ''Laat Je Zien'' volgen we dezelfde hoofdstructuur. Aan de hand van de vragen per deelcomponent krijgt u op de eerste plaats inzicht in de te maken beslissingen. Vervolgens wordt toegelicht hoe u de beslissingen vorm kunt geven in de praktijk van het les geven. Achtergrond informatie over het hoe en waarom van elke deelcomponent kunt u vinden onder het kopje ''Methodologie''. Werkvormen en andere praktische aanwijzingen vind u onder de ''Instrumenten''.
+
Para construir una lección basada en ''Sé Visible'' seguiremos la misma estructura general. En base a las preguntas por subcomponentes se obtendrá, en primer lugar, una visión de las decisiones a tomar. Posteriormente se explicará cómo se pueden configurar las decisiones en la práctica de la enseñanza. La información de fondo sobre el cómo y el por qué de cada componente se puede encontrar en el apartado “Metodología”. Las formas de trabajo y otras instrucciones prácticas se encuentran bajo el título “''Instrumentos''.  
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
'''Voorbereiden'''<br>
+
'''Preparación'''<br>
* Wie zijn mijn deelnemers? Welke interesses hebben zij?;
+
* ¿Quiénes son mis participantes? ¿Qué intereses tienen?
* Wat zijn de leerdoelen volgens het curriculum? Welk thema kies ik?;
+
* ¿Cuáles son los objetivos de aprendizaje según el plan de estudios? ¿Qué tema elijo?  
* Hoe introduceert u het thema bij de deelnemers? Welk onderwerp kiest u voor uw eigen ervaring?;
+
* ¿Cómo se presenta el tema a los participantes? ¿Qué tema eliges para tu propia experiencia?  
* Wil ik samenwerken met andere collega's of een gast uitnodigen?
+
* ¿Deseo colaborar con otros colegas o invitar a otra persona?  
* Welke materialen heb ik nodig?;
+
* ¿Qué materiales necesito?  
* Welke ruimte heb ik tot mijn beschikking?;
+
* ¿Qué espacio tengo a mi disposición?  
 
<br>
 
<br>
'''Opmaat'''<br>
+
'''Inicio'''<br>
* Welke oefeningen en/of activiteiten zijn passend bij het thema?  
+
* ¿Qué ejercicios y /o actividades son apropiados para el tema?
* Welke ''energieke activiteit'' -oefening of spel- kies ik?;
+
* ¿Qué “actividad energética” -ejercicio o juego-elijo?  
* Welke ''fysieke activiteit'' -oefening of spel- passend bij het onderwerp kies ik?;
+
* ¿Qué “actividad física” -ejercicio o juego- apropiado para el tema elijo?  
 
<br>
 
<br>
<h5>'''Drieluik = Kennis - Eigen ervaring - Actie'''</h5>
+
<h5>'''Tríptico-Experiencia propia; Conocimiento y Acción'''</h5>
'''Eigen ervaring = Tekst en Beeld'''<br>
+
'''Experiencia propia = Texto e imagen'''<br>
'''Eigen ervaring - Tekst'''<br>
+
'''Experiencia propia – Texto'''<br>
* Ga ik met behulp van een tekst starten door ''voor te lezen''? (Dit is niet noodzakelijk.);
+
*¿Voy a empezar utilizando un texto para “leer en voz alta”? ( No es imprescindible)
* Hoe kies ik mijn eigen ervaring waarmee ik de deelnemers uitnodig om te vertellen?;
+
* ¿Cómo elijo mi propia experiencia para invitar a los participantes a contar la suya?
* Hoe komen de deelnemers tot een geschreven eigen ervaring?;<br>
+
* ¿Cómo proceden los participantes a contar una experiencia personal por escrito?  
* Kunnen teksten worden herschreven als ik dat nodig vind?;<br>  
+
* ¿Pueden reescribirse los textos si así lo necesito?  
 +
<br>  
 
<br>
 
<br>
'''Kennis = Vragen stellen en Onderzoeken / Verdiepen'''<br>
+
'''Conocimiento= Hacer preguntas e investigar/ profundizar'''<br>
* Heb ik voorbereidende opdrachten voor mijn deelnemers om mee te starten?;
+
* ¿Tengo alguna tarea preparatoria para que mis participantes empiecen?  
* Op welke manier ga ik al aanwezige kennis over het thema bij de deelnemers activeren?;
+
* ¿De qué manera activaré el conocimiento ya presente sobre el tema entre los participantes?  
* Hoe gaan we het thema in kaart brengen?;
+
* ¿Cómo vamos a esquematizar el tema?  
* Welke opdrachten uit mijn lesmodule kan ik gebruiken?;
+
* ¿Qué tareas de mi módulo de aprendizaje puedo usar?
* Welke kennis is nog onvoldoende aanwezig en kan ik toevoegen? Welke opdrachten geef ik mijn deelnemers?;
+
* ¿Qué conocimiento no está suficientemente presente y podría añadir? ¿Qué tareas les podría dar a mis participantes?  
* Hoe laat ik de deelnemers kennis met elkaar delen? Kan ik een spel bedenken?;
+
* ¿Qué tareas de mi módulo de aprendizaje puedo usar?
* Welke verantwoordelijkheid vertrouw ik de deelnemers toe in het leerproces?;
+
* ¿Cómo hago que los participantes compartan el conocimiento entre ellos? ¿Se me ocurre un juego?
 +
* ¿Qué responsabilidad confío a los participantes en el proceso de aprendizaje?
 
<br>
 
<br>
'''Actie = Samenbrengen en Toepassen / Verdiepen'''<br>
+
<br>
* Met welke opdracht(en) kan ik bij de deelnemers er voor zorgen dat hun ervaring en kennis integreren met nieuwe kennis?;
+
'''Conectando y poniendo en práctica /profundizando'''<br>
* Hoe laat ik de deelnemers hun ontwikkeling met elkaar delen? Kan ik een spel bedenken?;
+
*¿Qué tareas puedo usar para asegurar que los participantes integren su experiencia y conocimientos con los nuevos conocimientos?  
* Welke verantwoordelijkheid vertrouw ik de deelnemers toe in het leerproces?;
+
*¿Cómo hago que los participantes compartan su desarrollo entre ellos? ¿Se me ocurre un juego?  
* Hoe moedig ik de deelnemers aan zichzelf te vertrouwen in het naar buiten treden?;
+
* ¿Qué responsabilidad confío a los participantes en el proceso de aprendizaje?
 +
*¿Cómo animo a los participantes a confiar en sí mismos para manifestarse abiertamente?
 
<br>  
 
<br>  
'''Eigen ervaring - Beeld'''<br>  
+
'''Propia experiencia - Imagen'''<br>  
* Weke werkvormen kies ik uit om een illustratie te maken bij de eigen ervaring?;
+
* ¿Qué métodos de trabajo elijo para ilustrar mi propia experiencia?
* Waar vind ik nieuwe werkvormen?;
+
* ¿Dónde puedo encontrar nuevas formas de trabajo?
 
<br>  
 
<br>  
'''Proef op de som'''<br>
+
'''Prueba del día a día'''<br>
* Welke toepassingen kunnen de deelnemers in de dagelijkse praktijk al toepassen?;
+
* ¿Qué aplicaciones ya pueden efectuar los participantes en la práctica diaria?
* Welke vragen kan ik bedenken voor mijn deelnemers of samen met mijn deelnemers?;
+
* ¿Qué preguntas puedo pensar yo para mis participantes o en conjunto con ellos?
 +
<br>
 +
'''Conclusión'''<br>
 +
* ¿¿Qué forma es útil para mirar retrospectivamente en el proceso de ''Sé Visible''?
 +
* ¿Qué está pasando en la vida de mis participantes ahora? ¿Puedo encontrar una conexión con el material de la lección?
 
<br>
 
<br>
'''Afsluiting'''<br>
 
* Welke vorm is behulpzaam om terug te kijken op het proces van ''Laat Je Zien''?;
 
* Wat speelt er nu in het leven van mijn deelnemers? Kan ik een aansluiting vinden met de lesstof?;
 
 
   </div>
 
   </div>
 
</div>  
 
</div>  
 
<br>
 
<br>
Hoe kunt u ieder onderdeel vormgeven? <br>
+
¿Cómo puedes diseñar cada parte? <br>
Welke keuzes kunt u maken?  
+
¿Qué elecciones puedes hacer?  
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
Via onderstaande vragen wordt hier uitgelegd hoe u een les met Laat Je Zien vormgeeft. De les begint altijd met fysieke oefeningen maar het bedenken van een les begint bijna altijd met een thema. Heel soms kan een eigen ervaring het begin zijn voor het creëren van een les. De uitleg beperkt zich zoveel mogelijk tot de rode draad in de lesstructuur. Bij iedere vraag staat een deel van een uitgewerkt doorlopend voorbeeld.
+
Las preguntas de abajo explican cómo diseñar una lección con Let Your See. La lección siempre comienza con ejercicios físicos, pero el diseño de una lección casi siempre comienza con un tema. Muy a veces una experiencia personal puede ser el comienzo de la creación de una lección. La explicación se limita al hilo conductor como se menciona en la estructura de la lección . Cada pregunta va acompañada de una parte del ejemplo elaborado.
 
<br>  
 
<br>  
 
<br>
 
<br>
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
<h5>'''Hoe begint u? Door een thema te kiezen.'''</h5>
+
<h5>'''¿Cómo empezar? Eligiendo un tema.'''</h5>
 
   <div class="mw-collapsible-content">
 
   <div class="mw-collapsible-content">
Indachtig uw lescurriculum, uw eigen belangstelling en de interesses van de deelnemers kunt u op verschillende manieren een keuze maken voor het thema. Er zijn drie opties:
+
Teniendo en cuenta el plan de estudio, los interese propios del profesor y los intereses de los participantes, se puede elegir el tema de diferentes maneras. Hay tres opciones:
 
<br>
 
<br>
1 Vanuit uzelf:<br>
+
1 Desde dentro de ti mismo:<br>
''Wat vind ik -als docent- leuk en belangrijk om met mijn deelnemers te delen?''<br>
+
''¿Qué es lo que yo-como profesor- encuentro divertido e importante para compartir con mis participantes?''<br>
Voorbeelden van thema's zijn: zintuiglijke beleving, waarnemen, literaire verwerkingsvormen, staatsinrichting, menselijk lichaam en spel.
+
Ejemplos de temas podrían ser: la experiencia sensorial, la percepción, las formas literarias de procesamiento, la organización estatal, el cuerpo humano y el juego.
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
2 Vanuit een deelnemer:<br>
+
2 Desde un participante: <br>
''Waar hebben mijn deelnemers het over? Wat houdt hen bezig? Waar lopen ze tegen aan?''<br>
+
''“¿Sobre qué hablan mis participantes? ¿Qué los mantiene ocupados? ¿Con qué se enfrentan?''<br>
Bijvoorbeeld onderling kletsen, lekker eten, sport, spel en alles met de telefoon in de hand.
+
Por ejemplo charlar entre ellos, buena comida, deportes, juegos y todo , con el teléfono en la mano.  
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
3 Vanuit geplande kennisoverdracht:<br>
+
3 Desde la transferencia de conocimiento planificada: <br>
''Wat staat er op de planning vanuit de sectie/school''<br>
+
''¿Qué aparece en la planificación de la sección/escuela?''<br>
Bijvoorbeeld kennis over dichtvormen, de taxonomie van planten, staatsinrichting, essay schrijven, voeding, Griekse oudheid, Engelse grammatica en rekenen.
+
Por ejemplo, el conocimiento sobre poesía, la taxonomía de las plantas, la planificación estatal, la redacción de ensayos, la nutrición, la antigüedad griega, la gramática inglesa, la aritmética.<br>
 
<br>
 
<br>
<br>
+
Parecería que la forma más rápida para comenzar es la transferencia de conocimientos planificada, pero ciertamente no lo es.  Reflexionar sobre uno mismo o sobre un participante funciona igualmente rápido.   Los tres enfoques pueden conducir a una lección igualmente fascinante y significativa para que los participantes puedan familiarizarse con los conocimientos. Se puede elegir un tema que sirva a las tres perspectivas. El tema que se elija dependerá de los objetivos de aprendizaje y de los participantes.  
Het lijkt de snelste weg om te starten bij geplande kennisoverdracht maar dat is het zeker niet. Omdenken vanuit jezelf of een deelnemer werkt net zo snel. Alle drie de invalshoeken kunnen leiden tot een net zo’n boeiende en zinvolle les, waarbij de kennis waarmee deelnemers bekend moeten worden in verschillende vormen aan bod kan komen. Je kunt een thema kiezen dat alle drie de invalshoeken bedient. Het thema dat u kiest, is afhankelijk van de leerdoelen en de deelnemers.<br>  
+
<br>  
Welk doel heeft u met de les? Welk doel heeft u op dit moment met de deelnemers? Houd hier zowel de korte als lange termijn in gedachten;
+
¿Cuál es tu propósito en la lección? ¿Cuál es el objetivo principal actual con los participantes? Es importante tener en cuenta el corto y largo plazo;  
 
<br>
 
<br>
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
<h5>'''''Het voorbeeld'''''</h5>
+
<h5>'''''El ejemplo'''''</h5>
 
   <div class="mw-collapsible-content">
 
   <div class="mw-collapsible-content">
In het voorbeeld kiezen we voor het thema '''Zintuiglijke beleving'''
+
En el ejemplo elegimos el tema '''experiencia sensorial'''
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
Línea 119: Línea 123:
  
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
<h5>'''Welk onderwerp kiest u voor uw eigen ervaring?'''</h5>
+
<h5>'''¿Qué sujeto eliges para tu propia experiencia?'''</h5>
 
   <div class="mw-collapsible-content">
 
   <div class="mw-collapsible-content">
Een onderwerp kiest u door de drie invalshoeken van het thema aan elkaar te knopen. U maakt per invalshoek een overzicht door middel van een lijstje. Door uzelf te bevragen en te kijken naar uw associatieve lijstjes, vind u de richting en komt er een geschikt onderwerp naar voren waarin de drie invalshoeken samenkomen: de belangstelling van de deelnemers, de wens van de docent en de kennis die vanuit de sectie/school van belang is. Ook krijgt u zo al een idee over hoe de kennis, die later aan bod gaat komen, vorm kan krijgen.<br>
+
Eliges un tema uniendo los tres ángulos del mismo. Se crea una visión general por ángulo haciendo una lista. Cuestionándose a uno mismo y mirando las listas asociativas, se encontrará una orientación y surgirá un tema adecuado en el que confluyan los tres ángulos: el interés de los participantes, el deseo del profesor y los conocimientos adquiridos en la sección/escuela.  El campo de trabajo es importante. Esto también le da una idea de cómo puede tomar forma el conocimiento que será discutido más adelante. <br>
Onder het kopje '''Vertellen & Luisteren''' bij ''Instrumenten'' wordt toegelicht hoe u uw eigen ervaring kunt formuleren.
+
En el encabezado '''Cuenta y escucha''' de ''Herramientas'' se explica cómo se puede formular la experiencia propia.  
 
<br>
 
<br>
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
<h5>'''''Het voorbeeld'''''</h5>
+
<h5>'''''El ejemplo'''''</h5>
 
   <div class="mw-collapsible-content">
 
   <div class="mw-collapsible-content">
Suggesties voor onderwerpen die passen bij het thema '''Zintuiglijke beleving''' zijn bijvoorbeeld: Schijf van Vijf, groenten en zoet/zuur/zout voedsel.<br>
+
Sugerencias para temas que se ajustan al tema “experiencia sensorial” sería por ejemplo, un círculo de cinco verduras y/o comida dulce/ agria/salada.<br>
Associërend denken laat een aantal voedselgroepen langs komen. Uiteindelijk wordt gekozen voor '''fruit''' als onderwerp. Het is makkelijk mee te nemen naar school, waarschijnlijk kan iedereen het proeven zonder problemen, het ziet er mooi uit en iedereen heeft wel eens fruit gegeten.
+
El pensamiento asociativo permite que se presenten un buen número de grupos de alimentos. Al final se elige “fruta” como tema:  Es fácil de llevar a la escuela, probablemente todo el mundo puede probarla sin problemas, es muy atractiva a la vista y todo el mundo ha comido fruta.  
 
<br>
 
<br>
 
<br>     
 
<br>     
Línea 137: Línea 141:
  
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
<h5>'''Welk doel van het lescurriculum, theorie, is passend voor de deelnemers?'''</h5>
+
<h5>'''¿Qué objetivo del plan de estudios, de la teoría, es apropiado para los participantes?'''</h5>
 
   <div class="mw-collapsible-content">
 
   <div class="mw-collapsible-content">
U neemt even de tijd om na te gaan:<br>  
+
Dedica un momento para averiguarlo:<br>  
* Als ik dit onderwerp bespreek en dit thema kies, wat bereik ik daar dan mee bij mijn deelnemers?;
+
* Si discuto este tópico y elijo este tema, ¿qué conseguiré de mis participantes?
* Welke theorie of kennis uit het lescurriculum is passend om via dit thema en mijn onderwerp met de deelnemers te behandelen?
+
* ¿Qué teoría o conocimiento del currículo es el adecuado para discutir con los participantes a través de este tópico y tema?  
 
<br>
 
<br>
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
<h5>'''''Het voorbeeld'''''</h5>
+
<h5>'''''El ejemplo'''''</h5>
 
   <div class="mw-collapsible-content">
 
   <div class="mw-collapsible-content">
Tot nu toe is er gekozen voor:<br>
+
Hasta el momento ha sido elegido:<br>
Thema '''Zintuiglijke beleving'''<br>
+
Tema '''Experiencia sensorial'''<br>
Onderwerp voor eigen ervaring:'''Fruit'''<br>
+
Sujeto de la experiencia propia:'''Fruta'''<br>
Eventuele theorie bij de deelcomponent '''kennis''' kan nu bijvoorbeeld gaan over voeding zoals gezonde versus minder gezonde keuzes of over taxonomie van planten.<br>  
+
La posible teoría para el subcomponente “conocimiento” puede referirse ahora, por ejemplo, a la nutrición como opción sana frente a opciones menos sanas.  O también podría referirse ala taxonomía de las plantas.
Een heel andere keuze kan gaan richting het delen van theorie over de lyriek van een zintuiglijke beleving: dichtkunst of beschrijvend proza. In het voorbeeld is gekozen voor de '''dichtkunst'''.
+
<br>  
 +
Una elección completamente diferente podría dirigirse a compartir la teoría a través del lirismo de una experiencia sensorial: la poesía o la prosa descriptiva. En el ejemplo se ha elegido la'''poesía'''.
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
Línea 159: Línea 164:
  
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
<h5>'''Welke fysieke activiteiten -oefening of spel- kiest u?'''</h5>
+
<h5>'''¿Qué actividades físicas-ejercicio o juego- eliges?'''</h5>
 
   <div class="mw-collapsible-content">
 
   <div class="mw-collapsible-content">
U kiest twee korte fysieke oefeningen of spellen om de les mee op te starten. Natuurlijk kunt u via allerlei websites en boeken ideeën op doen voor oefeningen en spellen. Op dit platform vindt u de oefeningen en speldynamieken die in de voorbeeldlessen gebruikt zijn bij de ''Instrumenten'' onder het kopje '''Fysieke activiteit'''. Onder de ''Opmaat'' kunt u extra informatie vinden over het starten met een fysieke activiteit.
+
Podrías elegir dos ejercicios físicos cortos o juegos para empezar la lección.  Por supuesto, puedes utilizar todo tipo de sitios web y libros para encontrar ideas para este fin. En esta plataforma encontrarás los ejercicios y dinámica de juego utilizados en las lecciones de ejemplo bajo los títulos ''Herramientas'' en el apartado  '''Actividad física'''. En ''Inicio'' se puede encontrar más información sobre el arranque de una actividad física.
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
Naast de algemene vragen  -Welk doel heeft u met de les? Welk doel heeft u op dit moment met de deelnemers? Houd hier zowel de korte als lange termijn in gedachten- zijn er meer specifieke vragen die u kunnen helpen bij het kiezen van de oefeningen of speldynamieken:<br>
+
Además de las preguntas generales: ¿Cuál es el propósito de la lección? ¿Cuál es el objetivo real con los participantes? Es importante tener en cuenta el corto y largo plazos, hay preguntas más específicas que podrían ayudar a elegir los ejercicios o la dinámica de juego:<br>
* Kennen de deelnemers elkaar redelijk? Hebben ze steun nodig bij de verbinding met elkaar?;
+
* ¿Los participantes se conocen entre sí  lo suficiente? ¿Necesitan apoyo para vincularse entre sí?  
* Wie wilt u met wie laten samenwerken?;
+
* ¿Con quién quieres trabajar?  
* Is de energie in de groep laag of juist hoog?;
+
* ¿Es la energía del grupo baja o por el contrario, alta?
* Is er behoefte aan extra focus?;
+
*¿Hay necesidad de un enfoque extra?
* Is het mogelijk een brug te slaan naar de ervaringen die u gaat ophalen bij de deelnemers?;
+
* ¿Es posible crear un vínculo con las experiencias que obtendrá de los participantes?  
* Wilt u dat de meer fysiek gerichte activiteiten de zintuigen prikkelen?;
+
* ¿Quieres que las actividades más enfocadas físicamente estimulen los sentidos?  
* Wilt u dat de deelnemers zich beter focussen?;
+
* ¿Quieres que los participantes se enfoquen mejor?  
* Welke oefening brengt de focus van de deelnemers samen met de inhoud die aan bod gaat komen?
+
* ¿Qué ejercicio permite centrar la atención de los participantes en el contenido que se abordará?  
 
<br>
 
<br>
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
<h5>'''''Het voorbeeld'''''</h5>
+
<h5>'''''El ejemplo'''''</h5>
 
   <div class="mw-collapsible-content">
 
   <div class="mw-collapsible-content">
Tot nu toe is er gekozen voor:<br>
+
Hasta el momento ha sido elegido:<br>
Thema '''Zintuiglijke beleving'''<br>
+
Tema: '''Experiencia sensorial'''<br>
Onderwerp voor eigen ervaring:'''Fruit'''<br>
+
Sujeto de la experiencia propia: '''Fruta'''<br>
Theoriekeuze:'''Dichtkunst'''<br>
+
Elección de la teoría: '''Poesía'''<br>
Nu gaat het er erom om twee activiteiten uit te kiezen. De eerste activiteit is meestal een spel. In dit geval het '''Fruitspel''' hiermee oefenen de deelnemers vocabulaire en concentratie. Het energiek en vrolijk en geeft de deelnemers plezier. De tweede activiteit is in dit geval gericht op het prikkelen van de zintuigen en het waarnemen: '''Activiteit passend bij het thema, Spel 1 & 2.'''
+
Ahora se tiene que elegir dos actividades. La primera actividad suele ser casi siempre un juego. En este caso se elegirá '''El juego de la fruta''', con el que los participantes practicarán el vocabulario y la concentración. Es un juego energético, alegre y da placer a los participantes. La segunda actividad, en este caso, está dirigida a despertar los sentidos y la percepción: '''Actividad apropiada para el tema, Juego 1 y 2'''.
 
<br>
 
<br>
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
<h5>'''Energieke oefening: Fruitspel'''</h5>
+
<h5>'''Ejercicio enérgico: “El juego de la fruta” '''</h5>
 
   <div class="mw-collapsible-content">
 
   <div class="mw-collapsible-content">
<h5>Duur: ± 5 minuten – Hele groep</h5>  
+
<h5>'''Duración: ± 5 minutos - todo el grupo'''</h5>  
Alle deelnemers zitten in de kring en de docent staat voor de eerste ronde, want er is één stoel minder. Alle deelnemers krijgen een naam van een fruitsoort, bijvoorbeeld appel, peer, banaan en aardbei. Vier fruitsoorten worden er gebruikt bij een groepsgrootte van twintig (bij elke vijf deelnemers extra een andere fruitsoort toevoegen). Degene die staat, noemt een fruitsoort. De deelnemers met die fruitsoort wisselen van stoel en mogen niet meer terug naar hun eigen stoel. Degene die staat, gaat ook zitten op een van de vrijgekomen stoelen. Degene die nu overblijft zonder stoel, roept op zijn beurt een naam van een fruitsoort. Bij het woord ‘fruitmand’ loopt iedereen. Je kunt het spel ook variëren door twee of drie fruitsoorten te noemen in plaats van een.
+
Los participantes se sientan en un círculo. Hay una silla menos que el número de participantes y para la primera ronda el profesor se queda de pie. Se utilizarán cuatro tipos de fruta para un grupo de veinte personas:  manzanas, pera, plátano y fresa, por ejemplo. Cada uno de los participantes recibe el nombre de una fruta. Cada cinco participantes reciben el mismo nombre y si hubieran más participantes se puede decir otro nombre de fruta. En la primera ronda el profesor menciona el nombre de un tipo de fruta y todos los participantes que tienen ese nombre se levantan, cambian de sillas y no pueden volver a sus lugares originales. La persona que está de pie también se sienta en una silla y lógicamente una persona quedará sin silla. Esta persona dice el nombre de una fruta y vuelve a ocurrir la dinámica del cambio de sillas. En el caso de que se gritara “cesta de frutas” todos los participantes tienen que levantarse y caminar. El juego puede tener variaciones interesantes: nombrar dos frutas en lugar de una, por ejemplo.  
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
''Effect van de oefening: energie, fysieke alertheid en concentratie verhogen, groepsdynamica en ontspanning/plezier stimuleren.''
+
''El efecto del ejercicio: Aumenta la energía, la agudeza física y la concentración; estimula la dinámica de grupo y la relajación/goce.''
 
   </div>
 
   </div>
 
</div>
 
</div>
 
<br>
 
<br>
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
<h5>'''Activiteit passend bij het thema: Spel 1 en 2'''</h5>
+
<h5>'''Actividad correspondiente al tema: Juego 1 y 2'''</h5>
 
   <div class="mw-collapsible-content">
 
   <div class="mw-collapsible-content">
<h5>'''Spel 1: Beschrijven en raden'''</h5>
+
<h5>'''Juego 1.  Describir y adivinar'''</h5>
<h5>Duur: ± 10 minuten – Hele groep</h5>  
+
<h5>'''Duración: ± 10 minutos - todo el grupo'''</h5>  
De docent begint als voorbeeld met het beschrijven van een fruitsoort. De naam van de fruitsoort wordt niet genoemd. De docent beschrijft alleen de kenmerken van het fruit. De groep raadt welk fruit het is. Degene die het goede antwoord geeft, krijgt de beurt om te beschrijven en wordt dan de leider. Afhankelijk van het sociale vermogen van de groep laat je ze roepen of geef je ze de beurt. Degene die beschrijft, is de leider.
+
Para mostrar cómo funciona, empieza el profesor describiendo un tipo de fruta. No se puede mencionar el nombre de la fruta, solamente las características. El grupo adivina de qué fruta se trata. La persona que acierta, tiene el turno de describir otra fruta y se convierte así en líder.   Dependiendo de capacidad del grupo para relacionarse se les permitirá jugar solos o se les asignará turnos. La persona que describe es siempre líder.  
 
<br>
 
<br>
<h5>'''Spel 2: Proeven en omschrijven'''</h5>
+
<h5>'''Juego 2.  Probar y explicar'''</h5>
<h5>Duur: ± 10 minuten – Hele groep</h5>  
+
<h5>Duración: ± 10 minutos - todo el grupo</h5>  
Een deelnemer wordt geblinddoekt en proeft een stukje fruit en beschrijft de smaken. De kernwoorden worden op het bord geschreven. Daarna proeft iedereen hetzelfde fruit en kunnen er extra woorden worden toegevoegd. Een aantal deelnemers geeft een beschrijving.
+
Un participante tiene los ojos vendados y prueba un trozo de fruta. Describe los sabores. Las palabras clases son anotadas en la pizarra. Después, todos prueban la misma fruta y se pueden añadir otras definiciones. Varios participantes pueden dar una descripción.  
 
<br>
 
<br>
<h5>Variant</h5>  
+
<h5>Alternativa</h5>  
De docent kan ook niet aangesneden fruit onder een doek leggen. Een iemand wordt geblinddoekt. Hij/zij kiest op de tast een stuk fruit en beschrijft wat hij/zij voelt. Hij/zij mag niet meteen zeggen wat het is. Het gaat om de beschrijving.
+
El profesor puede optar por poner fruta sin cortar bajo un paño. Un participante tiene los ojos vendados y elige una pieza de fruto al tacto. Describe lo que siente. No está permitido dar el nombre de la fruta, lo importante es la descripción.
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
Effect van de oefening: het ontwikkelen van waarneming en taligheid.
+
Efecto del ejercicio: desarrollar la percepción y la fluidez oral.
 
<br>
 
<br>
<h5>'''Voorbereiden'''</h5>
+
<h5>'''Preparación'''</h5>
* Bij twintig deelnemers vier schalen klaarleggen met op iedere schaal een andere fruitsoort (ongeveer per vijf deelnemers extra een schaal en fruitsoort toevoegen). Het fruit is in kleine stukken gesneden en er staan prikkers of kleine vorken naast;
+
* Para veinte participantes, preparar cuatro recipientes con un tipo diferente de fruta en cada uno de ellos (por cada cinco participantes adicionales, añadir un recipiente con otro tipo de fruta)  La fruta se corta en pedazos pequeños y se ofrece pinchos o pequeños tenedores para recogerlos.
* Vier theedoeken om de schalen mee af te dekken, zodat het fruit niet gelijk zichtbaar is;
+
* Cuatro repasadores para cubrir los recipientes de manera que la fruta no esté visible.
* Een blinddoek;
+
* Una venda para los ojos
* Belletjes, of een ander instrument dat geluid maakt;
+
* Campanitas o cualquier otro instrumento que haga ruido
* Bord of flip-over.
+
* Una pizarra o rotafolio
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
Línea 227: Línea 232:
  
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
<h5>'''Hoe nodigt u de deelnemers uit ook te vertellen?'''</h5>
+
<h5>'''¿Cómo se invita a los participantes a contar sus experiencias?'''</h5>
 
   <div class="mw-collapsible-content">
 
   <div class="mw-collapsible-content">
De docent is een rolmodel voor de deelnemers. Als eerste vertelt de docent een '''eigen ervaring'''. Vervolgens stelt de docent de verbindingsvraag waarmee de deelnemers worden uitgenodigd om ook te vertellen.
+
El profesor es el modelo a seguir para los participantes. Para comenzar, cuenta algo de su '''experiencia propia'''. A continuación hace la pregunta de conexión con la que invita a los  participantes a contar su propia experiencia también.
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
Het is belangrijk om een ervaring uit te kiezen die niet te groot is, maar die u zich wel goed herinnert zodat u details kan vertellen die uw ervaring aantrekkelijker maken om naar te luisteren. Houd er rekening mee dat u zich comfortabel voelt bij het beantwoorden van deelnemersvragen over uw ervaring. Dat is belangrijk om uw ervaring in alle vertrouwen te kunnen delen. Als uw ervaring te groot is, dan wekt het bij uw deelnemers de verwachting op dat zij ook met iets groots moeten komen. Het gaat erom dat er ruimte is voor de belevenissen van iedereen. Niet de grootte maakt het boeiend, maar de manier waarop u het kunt vertellen. Dit oefenen de deelnemers en dat oefent u ook als docent. Laat tijd over voor anderen om vragen te stellen en zelf op gedachten te komen.
+
Lo más importante es elegir una experiencia que no sea demasiado larga, pero que esté grabada en el recuerdo para contar detalles que harán que la experiencia sea más interesante de escuchar. Es importante sentirse cómodo respondiendo a las preguntas que los participantes harán sobre la experiencia contada. Esto es muy importante para relatar la experiencia con confianza. Si la experiencia a contar fuera demasiado larga, los participantes pensarán también en una experiencia larga que tomará tiempo y lo importante es tener espacio para las experiencias de todos los participantes. No es la longitud de la experiencia lo que la hace importante sino la forma de contarla. Tanto los participantes como el profesor tienen que practicar este aspecto. Después de contar la experiencia es importante dar un tiempo a los participantes para que se planteen sus propios pensamientos y hagan preguntas.  
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
Nadat de verteller, in dit geval de docent, de vragen heeft beantwoord, stelt de docent een andere vraag – '''de verbindingsvraag''' – waarmee hij/zij de deelnemers uitnodigt hun eigen ervaring te delen.<br>
+
Una vez que el profesor o conferencista ha respondido las preguntas de los participantes, se realizará “'''la pregunta de conexión'''” invitando a los participantes a compartir su propia experiencia .<br>
Hoe formuleert u deze vraag en waar houdt u rekening mee? U kunt bijvoorbeeld vragen: ‘Wie van jullie kan vertellen over een keer dat je [link met het thema] en wat gebeurde er toen?
+
¿Cómo formular esta pregunta y qué tiene que tomarse en cuenta? Por ejemplo, se podría utilizar la siguiente estructura: “Quién de ustedes puede decir algo sobre la vez que…[enlace al tema] y qué pasó después?  
 
<br>
 
<br>
 
<br>  
 
<br>  
Kijk voor extra voorbeelden bij de voorbeeld-lessenseries ''9 X Grunberg'' of ''Beter Verwoorden''.
+
Para ejemplos adicionales se puede ver la serie de lecciones de ejemplos “Lecciones diversos” o “Mejores Términus”.  
Uitgebreider wordt hierop in gegaan bij '''Vertellen & Luisteren''' onder de ''Instrumenten''.
+
Esto se discute con más detalle '''Contar y escuchar''' bajo la sección ''Herramientas''.
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
<h5>'''''Het voorbeeld'''''</h5>
+
<h5>'''''El ejemplo'''''</h5>
 
   <div class="mw-collapsible-content">
 
   <div class="mw-collapsible-content">
Tot nu toe is er gekozen voor:<br>
+
Hasta el momento ha sido elegido:<br>
Thema '''Zintuiglijke beleving'''<br>
+
Tema: '''Experiencia sensorial'''<br>
Onderwerp voor eigen ervaring:'''Fruit'''<br>
+
Sujeto de la experiencia propia:'''Fruta'''<br>
Theoriekeuze:'''Dichtkunst'''<br>
+
Elección de la teoría: '''Poesía'''<br>
Opmaat - Fysieke activiteiten: Fruitspel en Spel 1 & 2<br>
+
Inicio - Actividades físicas: Juego de la fruta y juegos 1 y 2<br>
Nu maakt u met een enkel woord een lijstje van uw eigen ervaringen met fruit.<br>
+
A continuación prepara una lista de sus propias experiencias con la fruta utilizando una sola palabra:<br>
# plukken
+
# cosecha
# alergisch
+
# alergia
# moestuin
+
# huerto
 
<br>
 
<br>
De ervaring die gedeeld wordt is aangeduid met ''plukken'' en luidt als volgt:
+
La experiencia que se comparte se denomina "recolección" y dice lo siguiente:
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
''Door onze spaarrekening, oogappel genaamd, kregen we geen rente maar we kregen uit betaald in appels. Ieder jaar in september konden we naar onze eigen boon bij een teler en konden daar appels plukken. Vorig jaar gingen we voor de laatste keer. De boom hing vol en we plukten alle appels. We konden er soms maar moeilijk bij en stonden op elkaar om de hoogste appels te plukken. Ondertussen proefden we de appels, ze waren heerlijk, fris en toch ook zoet. Ze waren geel met hier en daar een rode blos. we telden onze oogst. We hadden wel 100 appels. Zoveel, ze lagen uitgestald in de kofferbak. De hele auto rook naar appel.''
+
''De nuestra cuenta de ahorros, llamada la niña de nuestros ojos, no recibíamos intereses, sino que nos pagaban en manzanas. Todos los años, en septiembre, podíamos ir donde un productor y recoger manzanas de nuestro propio árbol. El año pasado fuimos por última vez. El árbol estaba cargado de manzanas y las recogimos todas. De tanto en tanto las probábamos y estaban deliciosas, frescas y a la vez dulces. Eran amarillas con un poco de rojo por aquí y por allá. Cuando terminamos contamos la cosecha. Habíamos recogido 100 manzanas. Eran tantas que las llenamos en el maletero del coche y dentro de poco tiempo, ¡Todo el coche olía a manzanas!''
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
Nu moedigd de docent de deelnemers aan om vragen te stellen naar aanleiding van de vertelde ervaring:<br>
+
Una vez presentada la anécdota, el profesor pide a los participantes a hacer preguntas sobre la experiencia.<br>
''Wie van jullie heeft een vraag?<br>
+
''¿Tienen alguna pregunta?   <br>
Het kan zijn over iets waar je meer van wilt weten<br>''
+
Puede ser sobre algo que quieren saber más o  <br>''
 
of<br>
 
of<br>
misschien over iets wat ik vertelde en wat nog niet helemaal duidelijk is?<br>
+
¿tal vez algo que conté que no está del todo claro?<br>
 
<br>
 
<br>
Als je gewoon zegt ''wie wil iets vragen'' kan ook...maar soms is het handig richting te geven aan het type vraag dat gesteld kan worden...of juist om aan te geven dat iedere vraag mag en er tegelijkertijd een opening bij te formuleren...zo komt het vragen op gang...
+
Si solamente dices : '''¿quién quiere preguntar algo''' es posible, sin embargo, muchas veces es muy útil guiar el tipo de preguntas que se podrían hacer. También se puede decir que cualquier pregunta está permitida o se puede formular una apertura hacia una posible pregunta y de esta manera surge la continuación por parte del participante.
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
De verbindingsvraag in dit voorbeeld kan zijn: ‘Wie van jullie wil vertellen over een keer dat fruit je verraste en wat gebeurde er?’ Of: ‘Wie van jullie kan vertellen over een keer dat je iets met fruit heb meegemaakt en hoe ging dat?
+
La pregunta de conexión en este ejemplo podría ser: “¿Quién de ustedes quiere hablar de alguna ocasión en la que tuvo una sorpresa con una fruta y qué pasó?“ o “¿quién de ustedes puede contar algo acerca de un momento en el que tuvo una experiencia con una fruta y cómo sucedió?
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
Omdat u opzoek bent naar een ervaring met fruit. Kunt u een aantal kleinere vragen stellen zodat u extra sturing geeft aan de deelnemers. Voorbeeld<br>
+
Puesto que desde la experiencia estamos buscando experiencias con fruta, se podrían hacer una serie de preguntas más detalladas para dar una mayor orientación a os participantes. Ejemplo <br>¿Cómo sabía la fruta? ¿Qué pasó? ¿Quiénes estaban allí? ¿Qué se dijo?  
Hoe smaakte het fruit? Wat er gebeurde? Wie waren er allemaal? Wat werd er gezegd?
 
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
Dit zijn meerdere vragen die naar een zelfde type ervaring vragen maar net een klein beetje anders geformuleerd. Als docent kiest u uw eerste vraag breed, als u merkt dat het moeilijk is om aan te sluiten of op ideeën te komen kunt u de vraag specifieker maken of toespitsen op een waarneming, reuk, zien, proeven etc. U kunt ook nog een tweede ervaring voorbereiden die een andere toon heeft qua beleving. Meestal kunt u ook een vraag stellen naar het tegenovergestelde van de situatie die u hebt verteld.  
+
Estas son preguntas múltiples que se dirigen al mismo tipo de experiencia pero formuladas de manera un poco diferente. El profesor elige la primera pregunta de forma amplia, pero si es difícil conectar o lograr ideas que aporten, se puede hacer la pregunta cada vez más específica o centrarse en una observación previa: olor, vista, sabor, etc. También se puede preparar una segunda experiencia con un tono de experiencia diferente. Algunas veces se puede hacer una pregunta sobre una situación opuesta a la que hemos contado previamente.  
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
''Het was een regenachtige dag en we liepen over een modderig pad naar een kleine boomgaard. Een vriendin had me uitgenodigd. De bomen waren groot en grillig en de appels gingen hoog in de bomen. Mijn vriendin had gezegd doe je laarzen aan en oude kleren. We klommen in een boom en een voor een plukten we appels. Die we in een geknoopte trui lieten zakken. Even hielden we pauze onder een stuk plastic tegen de regen. Mijn handen roken naar de bomen. We aten een appel en waren verbaasd hoe ze smaakten.''
+
''“Era un día lluvioso y caminábamos por un camino lodoso hacia un huerto pequeño. Una amiga me había invitado. Los árboles eran grandes y estaban cargados de manzanas hasta arriba de las ramas. Mi amiga me dijo que me pusiera botas y ropa vieja. Subimos a lo alto de un árbol y recogimos las manzanas una pro una. Las dejamos caer en un jersey amarrado. Un poco más tarde descansábamos debajo de un plástico para protegernos de la lluvia. Mis manos olían al árbol. Nos pusimos a comer una manzana y ¡quedamos sorprendidísimas por el sabor!”''
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
Het kan gaan over een ervaring met fruit? Bijvoorbeeld een keer dat je fruit at en het niet lekker was? Of juist een keer dat je fruit at en dat het heel lekker was? Dat is het tegenovergestelde spectrum. Afhankelijk van de deelnemers kun je eventueel hier naar uitwijken als iemand geen ervaring met fruit kan herinneren.
+
¿Puedes decir algo sobre una experiencia con fruta? Por ejemplo una vez que comiste una fruta y que no te gustó para nada, o por el contrario, que comiste una fruta desconocida y que resulto siendo riquísima. Es una perspectiva totalmente opuesta a la que se puede remitir si nadie puede recordar una experiencia con una fruta.  
 
<br>  
 
<br>  
 
<br>
 
<br>
''Van een vriendin kreeg ik een appel. We gingen op een bankje in het park zitten om hem op te eten. Ik beet in de appel en die was helemaal niet lekker. Hij bleek vanbinnen allemaal vreemde bruinige plekken te hebben die ik aan de buitenkant niet had gezien. De appel had er juist heel mooi uitgezien: roodachtig met geel. Hij voelde ook niet zacht maar juist hard. Gelukkig zaten we buiten en kon ik de hap gelijk uitspugen''
+
''“ Un amigo me dio una manzana. Nos sentamos en un banco del parque para comerla. Mordí la manzana y no sabía nada bien. Resultó tener todo tipo de extrañas manchas oscuras por dentro que no se veían por afuera. La manzana en sí se veía bonita, rojiza con tonos amarillos. Era normal al tacto, ni dura ni suave. Menos mal que estábamos sentados fuera así que pude escupir la mordida de inmediato.”''
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
Línea 346: Línea 350:
  
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
<h5>'''Waar kunt u op letten bij het aanvullen van kennis?'''</h5>
+
<h5>'''¿A qué se debe prestar atención para complementar los conocimientos?'''</h5>
 
   <div class="mw-collapsible-content">
 
   <div class="mw-collapsible-content">
 
Bij het aanvullen van kennis is het belangrijk om uit te gaan van het niveau van iedere individuele leerling, denk hierbij ook aan de zone van nabije ontwikkeling van Vygotsky. In de woorden van Vygotski:<br>
 
Bij het aanvullen van kennis is het belangrijk om uit te gaan van het niveau van iedere individuele leerling, denk hierbij ook aan de zone van nabije ontwikkeling van Vygotsky. In de woorden van Vygotski:<br>

Revisión del 16:23 20 nov 2020

másmásmásmásmásmásmásmásCrearCompartirmásproporciona seguridad y una base para el desarrollo ...en tu caja de herramientas ...pertinente ...está intercambiando, reconociendo y empatizando ...¿Diga lo que quiero decir?SP GA Instrumenten 2k.jpeg

Crea tus propias lecciones con Sé Visible


¡Qué bueno que quieras saber cómo preparar tus lecciones con la metodología Sé Visible. Si revisas las preguntas que vienen a continuación, de principio a fin, podrás hacer tu propia lección usando el método 'Sé Visible'.

Si aún tuvieras dudas sobre la explicación, contáctanos a través de la siguiente dirección admin@grunbergacademie.com
Tus preguntas son muy importantes e interesantes para nosotros. ¡Así aprendemos más!

La estructura de la lección de Sé Visible

Las lecciones se desarrollan a través de un ciclo que incluye consistentemente los siguientes componentes:

Structuur Drieluik.png



La construcción de una lección basada en la estructura de la lección:

¿Qué preguntas te ayudan en tu elección?

Para construir una lección basada en Sé Visible seguiremos la misma estructura general. En base a las preguntas por subcomponentes se obtendrá, en primer lugar, una visión de las decisiones a tomar. Posteriormente se explicará cómo se pueden configurar las decisiones en la práctica de la enseñanza. La información de fondo sobre el cómo y el por qué de cada componente se puede encontrar en el apartado “Metodología”. Las formas de trabajo y otras instrucciones prácticas se encuentran bajo el título “Instrumentos”.

Preparación

  • ¿Quiénes son mis participantes? ¿Qué intereses tienen?
  • ¿Cuáles son los objetivos de aprendizaje según el plan de estudios? ¿Qué tema elijo?
  • ¿Cómo se presenta el tema a los participantes? ¿Qué tema eliges para tu propia experiencia?
  • ¿Deseo colaborar con otros colegas o invitar a otra persona?
  • ¿Qué materiales necesito?
  • ¿Qué espacio tengo a mi disposición?


Inicio

  • ¿Qué ejercicios y /o actividades son apropiados para el tema?
  • ¿Qué “actividad energética” -ejercicio o juego-elijo?
  • ¿Qué “actividad física” -ejercicio o juego- apropiado para el tema elijo?


Tríptico-Experiencia propia; Conocimiento y Acción

Experiencia propia = Texto e imagen
Experiencia propia – Texto

  • ¿Voy a empezar utilizando un texto para “leer en voz alta”? ( No es imprescindible)
  • ¿Cómo elijo mi propia experiencia para invitar a los participantes a contar la suya?
  • ¿Cómo proceden los participantes a contar una experiencia personal por escrito?
  • ¿Pueden reescribirse los textos si así lo necesito?



Conocimiento= Hacer preguntas e investigar/ profundizar

  • ¿Tengo alguna tarea preparatoria para que mis participantes empiecen?
  • ¿De qué manera activaré el conocimiento ya presente sobre el tema entre los participantes?
  • ¿Cómo vamos a esquematizar el tema?
  • ¿Qué tareas de mi módulo de aprendizaje puedo usar?
  • ¿Qué conocimiento no está suficientemente presente y podría añadir? ¿Qué tareas les podría dar a mis participantes?
  • ¿Qué tareas de mi módulo de aprendizaje puedo usar?
  • ¿Cómo hago que los participantes compartan el conocimiento entre ellos? ¿Se me ocurre un juego?
  • ¿Qué responsabilidad confío a los participantes en el proceso de aprendizaje?



Conectando y poniendo en práctica /profundizando

  • ¿Qué tareas puedo usar para asegurar que los participantes integren su experiencia y conocimientos con los nuevos conocimientos?
  • ¿Cómo hago que los participantes compartan su desarrollo entre ellos? ¿Se me ocurre un juego?
  • ¿Qué responsabilidad confío a los participantes en el proceso de aprendizaje?
  • ¿Cómo animo a los participantes a confiar en sí mismos para manifestarse abiertamente?


Propia experiencia - Imagen

  • ¿Qué métodos de trabajo elijo para ilustrar mi propia experiencia?
  • ¿Dónde puedo encontrar nuevas formas de trabajo?


Prueba del día a día

  • ¿Qué aplicaciones ya pueden efectuar los participantes en la práctica diaria?
  • ¿Qué preguntas puedo pensar yo para mis participantes o en conjunto con ellos?


Conclusión

  • ¿¿Qué forma es útil para mirar retrospectivamente en el proceso de Sé Visible?
  • ¿Qué está pasando en la vida de mis participantes ahora? ¿Puedo encontrar una conexión con el material de la lección?



¿Cómo puedes diseñar cada parte?
¿Qué elecciones puedes hacer?

Las preguntas de abajo explican cómo diseñar una lección con Let Your See. La lección siempre comienza con ejercicios físicos, pero el diseño de una lección casi siempre comienza con un tema. Muy a veces una experiencia personal puede ser el comienzo de la creación de una lección. La explicación se limita al hilo conductor como se menciona en la estructura de la lección . Cada pregunta va acompañada de una parte del ejemplo elaborado.

¿Cómo empezar? Eligiendo un tema.

Teniendo en cuenta el plan de estudio, los interese propios del profesor y los intereses de los participantes, se puede elegir el tema de diferentes maneras. Hay tres opciones:
1 Desde dentro de ti mismo:
¿Qué es lo que yo-como profesor- encuentro divertido e importante para compartir con mis participantes?
Ejemplos de temas podrían ser: la experiencia sensorial, la percepción, las formas literarias de procesamiento, la organización estatal, el cuerpo humano y el juego.

2 Desde un participante:
“¿Sobre qué hablan mis participantes? ¿Qué los mantiene ocupados? ¿Con qué se enfrentan?
Por ejemplo charlar entre ellos, buena comida, deportes, juegos y todo , con el teléfono en la mano.

3 Desde la transferencia de conocimiento planificada:
¿Qué aparece en la planificación de la sección/escuela?
Por ejemplo, el conocimiento sobre poesía, la taxonomía de las plantas, la planificación estatal, la redacción de ensayos, la nutrición, la antigüedad griega, la gramática inglesa, la aritmética.

Parecería que la forma más rápida para comenzar es la transferencia de conocimientos planificada, pero ciertamente no lo es. Reflexionar sobre uno mismo o sobre un participante funciona igualmente rápido. Los tres enfoques pueden conducir a una lección igualmente fascinante y significativa para que los participantes puedan familiarizarse con los conocimientos. Se puede elegir un tema que sirva a las tres perspectivas. El tema que se elija dependerá de los objetivos de aprendizaje y de los participantes.
¿Cuál es tu propósito en la lección? ¿Cuál es el objetivo principal actual con los participantes? Es importante tener en cuenta el corto y largo plazo;

El ejemplo

En el ejemplo elegimos el tema experiencia sensorial

¿Qué sujeto eliges para tu propia experiencia?

Eliges un tema uniendo los tres ángulos del mismo. Se crea una visión general por ángulo haciendo una lista. Cuestionándose a uno mismo y mirando las listas asociativas, se encontrará una orientación y surgirá un tema adecuado en el que confluyan los tres ángulos: el interés de los participantes, el deseo del profesor y los conocimientos adquiridos en la sección/escuela. El campo de trabajo es importante. Esto también le da una idea de cómo puede tomar forma el conocimiento que será discutido más adelante.
En el encabezado Cuenta y escucha de Herramientas se explica cómo se puede formular la experiencia propia.

El ejemplo

Sugerencias para temas que se ajustan al tema “experiencia sensorial” sería por ejemplo, un círculo de cinco verduras y/o comida dulce/ agria/salada.
El pensamiento asociativo permite que se presenten un buen número de grupos de alimentos. Al final se elige “fruta” como tema: Es fácil de llevar a la escuela, probablemente todo el mundo puede probarla sin problemas, es muy atractiva a la vista y todo el mundo ha comido fruta.

¿Qué objetivo del plan de estudios, de la teoría, es apropiado para los participantes?

Dedica un momento para averiguarlo:

  • Si discuto este tópico y elijo este tema, ¿qué conseguiré de mis participantes?
  • ¿Qué teoría o conocimiento del currículo es el adecuado para discutir con los participantes a través de este tópico y tema?


El ejemplo

Hasta el momento ha sido elegido:
Tema Experiencia sensorial
Sujeto de la experiencia propia:Fruta
La posible teoría para el subcomponente “conocimiento” puede referirse ahora, por ejemplo, a la nutrición como opción sana frente a opciones menos sanas. O también podría referirse ala taxonomía de las plantas.
Una elección completamente diferente podría dirigirse a compartir la teoría a través del lirismo de una experiencia sensorial: la poesía o la prosa descriptiva. En el ejemplo se ha elegido lapoesía.

¿Qué actividades físicas-ejercicio o juego- eliges?

Podrías elegir dos ejercicios físicos cortos o juegos para empezar la lección. Por supuesto, puedes utilizar todo tipo de sitios web y libros para encontrar ideas para este fin. En esta plataforma encontrarás los ejercicios y dinámica de juego utilizados en las lecciones de ejemplo bajo los títulos Herramientas en el apartado Actividad física. En Inicio se puede encontrar más información sobre el arranque de una actividad física.

Además de las preguntas generales: ¿Cuál es el propósito de la lección? ¿Cuál es el objetivo real con los participantes? Es importante tener en cuenta el corto y largo plazos, hay preguntas más específicas que podrían ayudar a elegir los ejercicios o la dinámica de juego:

  • ¿Los participantes se conocen entre sí lo suficiente? ¿Necesitan apoyo para vincularse entre sí?
  • ¿Con quién quieres trabajar?
  • ¿Es la energía del grupo baja o por el contrario, alta?
  • ¿Hay necesidad de un enfoque extra?
  • ¿Es posible crear un vínculo con las experiencias que obtendrá de los participantes?
  • ¿Quieres que las actividades más enfocadas físicamente estimulen los sentidos?
  • ¿Quieres que los participantes se enfoquen mejor?
  • ¿Qué ejercicio permite centrar la atención de los participantes en el contenido que se abordará?


El ejemplo

Hasta el momento ha sido elegido:
Tema: Experiencia sensorial
Sujeto de la experiencia propia: Fruta
Elección de la teoría: Poesía
Ahora se tiene que elegir dos actividades. La primera actividad suele ser casi siempre un juego. En este caso se elegirá El juego de la fruta, con el que los participantes practicarán el vocabulario y la concentración. Es un juego energético, alegre y da placer a los participantes. La segunda actividad, en este caso, está dirigida a despertar los sentidos y la percepción: Actividad apropiada para el tema, Juego 1 y 2.

Ejercicio enérgico: “El juego de la fruta”
Duración: ± 5 minutos - todo el grupo

Los participantes se sientan en un círculo. Hay una silla menos que el número de participantes y para la primera ronda el profesor se queda de pie. Se utilizarán cuatro tipos de fruta para un grupo de veinte personas: manzanas, pera, plátano y fresa, por ejemplo. Cada uno de los participantes recibe el nombre de una fruta. Cada cinco participantes reciben el mismo nombre y si hubieran más participantes se puede decir otro nombre de fruta. En la primera ronda el profesor menciona el nombre de un tipo de fruta y todos los participantes que tienen ese nombre se levantan, cambian de sillas y no pueden volver a sus lugares originales. La persona que está de pie también se sienta en una silla y lógicamente una persona quedará sin silla. Esta persona dice el nombre de una fruta y vuelve a ocurrir la dinámica del cambio de sillas. En el caso de que se gritara “cesta de frutas” todos los participantes tienen que levantarse y caminar. El juego puede tener variaciones interesantes: nombrar dos frutas en lugar de una, por ejemplo.

El efecto del ejercicio: Aumenta la energía, la agudeza física y la concentración; estimula la dinámica de grupo y la relajación/goce.


Actividad correspondiente al tema: Juego 1 y 2
Juego 1. Describir y adivinar
Duración: ± 10 minutos - todo el grupo

Para mostrar cómo funciona, empieza el profesor describiendo un tipo de fruta. No se puede mencionar el nombre de la fruta, solamente las características. El grupo adivina de qué fruta se trata. La persona que acierta, tiene el turno de describir otra fruta y se convierte así en líder. Dependiendo de capacidad del grupo para relacionarse se les permitirá jugar solos o se les asignará turnos. La persona que describe es siempre líder.

Juego 2. Probar y explicar
Duración: ± 10 minutos - todo el grupo

Un participante tiene los ojos vendados y prueba un trozo de fruta. Describe los sabores. Las palabras clases son anotadas en la pizarra. Después, todos prueban la misma fruta y se pueden añadir otras definiciones. Varios participantes pueden dar una descripción.

Alternativa

El profesor puede optar por poner fruta sin cortar bajo un paño. Un participante tiene los ojos vendados y elige una pieza de fruto al tacto. Describe lo que siente. No está permitido dar el nombre de la fruta, lo importante es la descripción.

Efecto del ejercicio: desarrollar la percepción y la fluidez oral.

Preparación
  • Para veinte participantes, preparar cuatro recipientes con un tipo diferente de fruta en cada uno de ellos (por cada cinco participantes adicionales, añadir un recipiente con otro tipo de fruta) La fruta se corta en pedazos pequeños y se ofrece pinchos o pequeños tenedores para recogerlos.
  • Cuatro repasadores para cubrir los recipientes de manera que la fruta no esté visible.
  • Una venda para los ojos
  • Campanitas o cualquier otro instrumento que haga ruido
  • Una pizarra o rotafolio



¿Cómo se invita a los participantes a contar sus experiencias?

El profesor es el modelo a seguir para los participantes. Para comenzar, cuenta algo de su experiencia propia. A continuación hace la pregunta de conexión con la que invita a los participantes a contar su propia experiencia también.

Lo más importante es elegir una experiencia que no sea demasiado larga, pero que esté grabada en el recuerdo para contar detalles que harán que la experiencia sea más interesante de escuchar. Es importante sentirse cómodo respondiendo a las preguntas que los participantes harán sobre la experiencia contada. Esto es muy importante para relatar la experiencia con confianza. Si la experiencia a contar fuera demasiado larga, los participantes pensarán también en una experiencia larga que tomará tiempo y lo importante es tener espacio para las experiencias de todos los participantes. No es la longitud de la experiencia lo que la hace importante sino la forma de contarla. Tanto los participantes como el profesor tienen que practicar este aspecto. Después de contar la experiencia es importante dar un tiempo a los participantes para que se planteen sus propios pensamientos y hagan preguntas.

Una vez que el profesor o conferencista ha respondido las preguntas de los participantes, se realizará “la pregunta de conexión” invitando a los participantes a compartir su propia experiencia .
¿Cómo formular esta pregunta y qué tiene que tomarse en cuenta? Por ejemplo, se podría utilizar la siguiente estructura: “Quién de ustedes puede decir algo sobre la vez que…[enlace al tema] y qué pasó después?

Para ejemplos adicionales se puede ver la serie de lecciones de ejemplos “Lecciones diversos” o “Mejores Términus”. Esto se discute con más detalle Contar y escuchar bajo la sección Herramientas.

El ejemplo

Hasta el momento ha sido elegido:
Tema: Experiencia sensorial
Sujeto de la experiencia propia:Fruta
Elección de la teoría: Poesía
Inicio - Actividades físicas: Juego de la fruta y juegos 1 y 2
A continuación prepara una lista de sus propias experiencias con la fruta utilizando una sola palabra:

  1. cosecha
  2. alergia
  3. huerto


La experiencia que se comparte se denomina "recolección" y dice lo siguiente:

De nuestra cuenta de ahorros, llamada la niña de nuestros ojos, no recibíamos intereses, sino que nos pagaban en manzanas. Todos los años, en septiembre, podíamos ir donde un productor y recoger manzanas de nuestro propio árbol. El año pasado fuimos por última vez. El árbol estaba cargado de manzanas y las recogimos todas. De tanto en tanto las probábamos y estaban deliciosas, frescas y a la vez dulces. Eran amarillas con un poco de rojo por aquí y por allá. Cuando terminamos contamos la cosecha. Habíamos recogido 100 manzanas. Eran tantas que las llenamos en el maletero del coche y dentro de poco tiempo, ¡Todo el coche olía a manzanas!

Una vez presentada la anécdota, el profesor pide a los participantes a hacer preguntas sobre la experiencia.
¿Tienen alguna pregunta?
Puede ser sobre algo que quieren saber más o
of
¿tal vez algo que conté que no está del todo claro?

Si solamente dices : ¿quién quiere preguntar algo es posible, sin embargo, muchas veces es muy útil guiar el tipo de preguntas que se podrían hacer. También se puede decir que cualquier pregunta está permitida o se puede formular una apertura hacia una posible pregunta y de esta manera surge la continuación por parte del participante.

La pregunta de conexión en este ejemplo podría ser: “¿Quién de ustedes quiere hablar de alguna ocasión en la que tuvo una sorpresa con una fruta y qué pasó?“ o “¿quién de ustedes puede contar algo acerca de un momento en el que tuvo una experiencia con una fruta y cómo sucedió?”

Puesto que desde la experiencia estamos buscando experiencias con fruta, se podrían hacer una serie de preguntas más detalladas para dar una mayor orientación a os participantes. Ejemplo
¿Cómo sabía la fruta? ¿Qué pasó? ¿Quiénes estaban allí? ¿Qué se dijo?

Estas son preguntas múltiples que se dirigen al mismo tipo de experiencia pero formuladas de manera un poco diferente. El profesor elige la primera pregunta de forma amplia, pero si es difícil conectar o lograr ideas que aporten, se puede hacer la pregunta cada vez más específica o centrarse en una observación previa: olor, vista, sabor, etc. También se puede preparar una segunda experiencia con un tono de experiencia diferente. Algunas veces se puede hacer una pregunta sobre una situación opuesta a la que hemos contado previamente.

“Era un día lluvioso y caminábamos por un camino lodoso hacia un huerto pequeño. Una amiga me había invitado. Los árboles eran grandes y estaban cargados de manzanas hasta arriba de las ramas. Mi amiga me dijo que me pusiera botas y ropa vieja. Subimos a lo alto de un árbol y recogimos las manzanas una pro una. Las dejamos caer en un jersey amarrado. Un poco más tarde descansábamos debajo de un plástico para protegernos de la lluvia. Mis manos olían al árbol. Nos pusimos a comer una manzana y ¡quedamos sorprendidísimas por el sabor!”

¿Puedes decir algo sobre una experiencia con fruta? Por ejemplo una vez que comiste una fruta y que no te gustó para nada, o por el contrario, que comiste una fruta desconocida y que resulto siendo riquísima. Es una perspectiva totalmente opuesta a la que se puede remitir si nadie puede recordar una experiencia con una fruta.

“ Un amigo me dio una manzana. Nos sentamos en un banco del parque para comerla. Mordí la manzana y no sabía nada bien. Resultó tener todo tipo de extrañas manchas oscuras por dentro que no se veían por afuera. La manzana en sí se veía bonita, rojiza con tonos amarillos. Era normal al tacto, ni dura ni suave. Menos mal que estábamos sentados fuera así que pude escupir la mordida de inmediato.”

Wat voegt het maken van een beeld toe

De deelnemers gaan in hun hoofd nog een keer hun ervaring na en kiezen nu een illustratie die iets kan toevoegen bij de ervaring. Bijvoorbeeld een gevoel in kleur uitdrukken of een detail toevoegen dat niet is genoemd maar wel iets extra's toevoegt. Er zijn deelnemers die zich met gemak uitdrukken in woorden en deelnemers voor wie een beeld maken vanzelfsprekend is. Zo kunnen verschillende deelnemers op verschillende momenten excelleren en van elkaar leren.

Tekenen, schilderen of boetseren zijn bezigheden die ontspannend werken. De ontspanning, zelfs als je niet tevreden bent met het eindresultaat of daar bang voor bent, zorgt ervoor dat je je ervaring vanuit een ander perspectief kan zien. De deelnemers krijgen een ruimere blik op dat wat ze hebben meegemaakt.

Het voorbeeld

Tot nu toe is er gekozen voor:
Thema Zintuiglijke beleving
Onderwerp voor eigen ervaring:Fruit
Theoriekeuze:Dichtkunst

Hoe kunt u de ervaringen met het thema verbinden?

U heeft nu van iedere deelnemer een eigen ervaring, helder verwoord en geschreven. Vervolgens maakt u een brug tussen de vertelde ervaringen en het thema. De opdrachten die u nu geeft, hebben als eigenschap dat ze de kennis over het thema die bij de deelnemers aanwezig is actief maken. In de lesstructuur van Laat Je Zien gebeurd dit aan de hand van vragen. De informatie die zo actief en zichtbaar wordt, brengen de deelnemers onder in een woordspin of een andere schematische ordening.

U start met het stellen van vragen. Wat weten uw deelnemers al? Wat willen ze weten? Wat zijn hun associaties bij het thema? De aspecten van het thema die u onder de aandacht wilt brengen krijgen ook een plek in de schematische ordening.
Welke opdrachten passen bij het onderwerp, het thema en de theorie? Daag de deelnemers uit om een deelaspect van het thema te onderzoeken. Laat hen een onderzoeksvraag formuleren. Ook kan de docent onderzoeksvragen bedenken en die aan de deelnemers uitdelen.

Het voorbeeld

Tot nu toe is er gekozen voor:
Thema Zintuiglijke beleving
Onderwerp voor eigen ervaring:Fruit
Fysieke oefeningen
Theorie: Dichtkunst
De docent maakt een keuze uit de theorie van de dichtkunst. Wat gaan de deelnemers leren? Gaan de deelnemers gedichten schrijven en lezen? Vanzelfsprekend houdt de docent rekening met de keuze voor de opdrachten met het niveau van de leerlingen. Twee mogelijke keuzes zijn:

  1. U heeft de deelnemers laten vertellen over een ervaring met fruit waarbij de waarneming via de zintuigen bewust is gemaakt. Nu kunt u de deelnemers vragen een liedje mee te nemen naar school waarin het gaat over iemand die proeft, ruikt, ziet, voelt (huidaanraking) of hoort. Vraag de deelnemers om het liedje of een couplet van het liedje uit te schrijven. Wat valt hen op? Is er iets te zeggen over de woorden, de volgorde, rijm wellicht? Iedere deelnemer werkt dit uit voor zichzelf.
  2. U kunt ook kiezen om elfjes te gaan schrijven met de deelnemers. Dit kan relatief snel. U kunt het met de hele groep tegelijk doen, maar ook in teams waarbij de teamleden om de beurt de opdracht leiden. Het eerste voorbeeld elfje komt op het bord te staan en wordt samen uitgevoerd, afhankelijk van de ervaring bij de deelnemers. Zo schrijft iedere deelnemer een aantal elfjes. Het is elfje is een stap richting gedichten en dichtvormen.

Vervolgens kan de opbouw van gedichten besproken worden aan de hand van een opdracht: ‘Schrijf een aantal zaken die je al weet over gedichten op.’ Daarna gaat u de opmerkingen van alle deelnemers met de gehele groep onderverdelen. Je kunt de groepering zelf leiden of laten co-leiden. De docent kan de kennis dan aanvullen waar dat nodig is.

¿A qué se debe prestar atención para complementar los conocimientos?

Bij het aanvullen van kennis is het belangrijk om uit te gaan van het niveau van iedere individuele leerling, denk hierbij ook aan de zone van nabije ontwikkeling van Vygotsky. In de woorden van Vygotski:
'De zone van nabije ontwikkeling is de potentiële ontwikkeling van de deelnemer(s) waar de docent door zijn instructie een waardevolle bijdrage aan kan leveren mits hij deze instructie precies afstemt op een precies uitgekiend punt op een bepaald moment in de zone van nabije ontwikkeling van de deelnemers. Instructie is onnodig als het alleen gebaseerd is op dat wat al gerijpt is in het ontwikkelingsproces van de deelnemers. Anderen zoals Montessori spreken hier over de sensitieve periode (Thinking and Speech, 1934) p 212. Instructie opent als het ware de weg naar potentiële ontwikkeling, als deze precies is afgestemd op het nabije vermogen van ontwikkeling van de deelnemer. Vygotsky gaat ervan uit dat de deelnemer leert in aansluiting op wat hij/zij al weet, maar het moet wel nieuw of uitdagend zijn om daadwerkelijk van leren te kunnen spreken, zoals geformuleerd op de Nivoz-site.

Als docent kan het ook handig zijn om rekening te houden met hoe de leerlingen de kennis gaan gebruiken: Op welke plek en met wie? Gebaseerd op deze inschattingen gaat de docent op zoek naar welke kennis noodzakelijk is en in welke vorm die het beste gepresenteerd kan worden.

Voor ieder niveau in het onderwijs staat beschreven welke kennis de deelnemers zich eigen dienen te maken. Hiervoor bestaan allerlei methodes en modules met opdrachten en uitgeschreven teksten. Deze kunnen hier prima worden ingezet door de docent. Ook de oefeningen uit de bestaande lesboeken kunnen worden gebruikt.

Het voorbeeld

Tot nu toe is er gekozen voor:
Thema Zintuiglijke beleving
Onderwerp voor eigen ervaring:Fruit
Fysieke oefeningen
Theorie: Dichtkunst
Met welk type opdracht moedig ik mijn deelnemers aan onderzoek te doen? Met welk materiaal kunnen de deelnemers aan de slag gaan? Denk hierbij ook aan beeld: Een documentaire, spel, toneelstuk of tekst o.a.. Zo is het mogelijk om een film te kiezen waarin taal gesproken wordt in een dichtvorm. Of een lied te luisteren van een cabaretier en na te gaan of er een rijmschema te ontdekken is. Deze opdracht kan na het bespreken van diverse rijmschema's worden gegeven. Zo leren de deelnemers alert te zijn op rijmschema's in de praktijk en ze te de herkennen. een connectie kan worden gemaakt tot gezongen gedichten. Vraag de deelnemers bijvoorbeeld om een stuk tekst uit een nummer dat hen aanspreekt mee te brengen naar de les.

Hoe koppelt u kennis aan een praktische toepassing?

Een bruikbare vraag die een docent kan gebruiken om hierover na te denken is: Hoe gaan mijn leerlingen de kennis gebruiken? Op welke plek? Met wie? Gebaseerd op deze inschattingen gaat de docent opzoek naar welke kennis en in welke vorm...

De docent bedenkt opdrachten die de deelnemers kunnen uitvoeren in hun eigen leefomgeving. Bijvoorbeeld aan de hand door een opdracht waarbij de eigen ervaring, de theoretische kennis en het thema gebruikt worden. Deze opdrachten kunnen ontleend zijn aan de gebruikte lesmodules. Zo vermengd het reguliere curriculum zich met de eigen leefwereld van de deelnemers. Zo ervaren de deelnemers eerder een belang, ze worden uitgedaagd in hun eigen ontwikkeling met in achtneming van hun dagelijkse interesses.

Het voorbeeld

Tot nu toe is er gekozen voor:
Thema Zintuiglijke beleving
Onderwerp voor eigen ervaring:Fruit
Fysieke oefeningen
Theorie: Dichtkunst
Met welk type opdracht moedig ik mijn deelnemers de resultaten van hun onderzoek toe te passen in de praktijk? Met welk materiaal kunnen de deelnemers aan de slag gaan? Denk hierbij ook aan beeld: Een documentaire, spel, toneelstuk of tekst o.a.. Zo is het mogelijk om een film te kiezen waarin taal gesproken wordt in een dichtvorm. Of een lied te luisteren van een cabaretier en na te gaan of er een rijmschema te ontdekken is. Deze opdracht kan na het bespreken van diverse rijmschema's worden gegeven. Zo leren de deelnemers alert te zijn op rijmschema's in de praktijk en ze te herkennen.

Ook kunnen de deelnemers op basis van hun kennis over rijmschema's en hun eigen ervaring een gedicht schrijven.
Of schrijf een gedicht samen met een vriend of vriendin, begeleidt elkaar bij het schrijven. Kies een rijmschema uit, of kies juist voor een andere vorm van gedicht misschien zonder direct rijmschema maar meer met een ritme in de woorden.
Vervolgens kunnen de gedichten op muziek worden gezet. Welke muziek is passend?

Presenteren

Presenteren heeft een continue plaats in Laat Je Zien omdat het een vaardigheid is waar deelnemers hun hele leven plezier van kunnen ervaren. De docent zorgt er samen met de deelnemers voor dat de sfeer niet oordelend en juist bemoedigend is. De deelnemers kunnen een actieve rol krijgen bij het ontwikkelen van verschillende vormen voor de presentaties. Er is veel gelegenheid voor experimenteren. Tegelijkertijd is het een kans om naar buiten te treden, een groter publiek te zoeken om mee uit te wisselen.

In de voorbeeldlessen van de voorbeeldserie van 9 x Grunberg zijn in iedere les verschillende presentatie momenten: Tussendoor presenteren en Slotpresentatie. De presentatie tussendoor biedt de deelnemers de gelegenheid om kennis uit onderzoek te presenteren en te delen. De docent geeft de deelnemers telkens meer verantwoordelijkheid voor deze presentatie momenten.

Het voorbeeld

Tot nu toe is er gekozen voor:
Thema Zintuiglijke beleving
Onderwerp voor eigen ervaring:Fruit
Fysieke oefeningen
Theorie: Dichtkunst

Tussentijds presenteren

Elfje met beat of klank, body drum. Duur ± 15 minuten / de hele groep De deelnemers zitten in de kring en twee aan twee presenteren ze hun elfje met begeleiding. Na iedere presentatie is er een kort applaus en dan snel door. Het is belangrijk het ritme erin te houden.

Slotpresentatie

De deelnemers presenteren de gedichten die ze hebben geschreven. Dit kan met muziek zijn of beeld. Ze kunnen dit individueel doen maar ook in teams. Als ze in teams werken kan de een presenteren en de ander de techniek doen.

Voorbereiden
  • De docent zorgt ervoor dat er een plek is om even te gaan staan als tweetal om te presenteren.
  • Voor de deelnemers: voordragen met rust en goed verstaanbaar. Neem je tijd en ontvang je applaus.



Het belang van samen evalueren en reflecteren

Aan het einde van een les besteed je altijd aandacht aan hoe de deelnemers de les hebben ervaren. Wat nemen ze mee?
Door samen te evalueren en reflecteren op het proces van de les ontwikkelen de deelnemers een gevoel van eigenaarschap en daarmee vergroot hun betrokkenheid op hun eigen leerproces. Ze ervaren dat ze gehoord worden en dat ze voorstellen kunnen doen voor toekomstige lessen. Zo kan bij de deelnemers het bewustzijn groeien over wie ze zijn en wat ze wensen. Welke stappen kunnen ze ondernemen om te ontwikkelen in de richting van hun wensen. Een natuurlijk proces van leren en ontwikkelen dat een levenslang mee gaat.

Door de aandacht voor reflectie worden de deelnemers bewust dat verschillen tussen deelnemers kunnen bestaan en gerespecteerd worden. Dit is belangrijk als basis voor een maatschappij waarin iedereen een plek kan vinden die passend is bij hem of haar. De deelnemers zijn gehoord en gezien en staan er voor open anderen te zien en te horen. Ze leren vertrouwen dat ze met elkaar de samenleving vorm kunnen geven.

Bij het evalueren kan gebruik worden gemaakt van allerlei digitale tools, zoals Kahoot, Mentimeter, AhaSlides of SurveyMonkey. Meer lezen over het gebruik van dit soort tools bij het evalueren en reflecteren van een les? De RUG heeft een website gemaakt waar dieper wordt ingegaan op de diverse digitale tools.

Daarnaast kan de les ook prima zonder digitale tools worden afgesloten, bijvoorbeeld op papier met een afbeelding van een koffer, naar het idee van ‘Ik ga op reis, en ik neem mee...’ De deelnemers kunnen daar bijvoorbeeld opschrijven wat ze deze les precies hebben geleerd.