Diferencia entre revisiones de «EE BV2»
 
(No se muestran 2 ediciones intermedias del mismo usuario)
Línea 21: Línea 21:
 
   <div class="mw-collapsible-content">
 
   <div class="mw-collapsible-content">
 
<h5>Instrucción</h5>
 
<h5>Instrucción</h5>
−
El profesor cuenta una vez que se hizo daño - se pueden hacer preguntas(*) – daarna stelt de docent de verbindingsvraag aan de deelnemers of ze kunnen vertellen over een keer dat ze zich bezeerd hebben en hoe dat ging. A continuación, el profesor formula la pregunta de conexión: si hay participantes que quieren contar alguna vez que se hayan hecho daño y cómo les fue.
+
El profesor cuenta una vez que se hizo daño - se pueden hacer preguntas(*) – daarna stelt de docent de verbindingsvraag aan de deelnemers of ze kunnen vertellen over een keer dat ze zich bezeerd hebben en hoe dat ging. A continuación, el profesor formula la pregunta de conexión: si hay participantes que quieren contar alguna vez que se hayan hecho daño y cómo les fue.<br>
−
Om het onderwerp te verbreden kun je tussendoor ook vragen, voor diegenen die zich niet bezeerd hebben, of ze kunnen vertellen over een keer dat ze iemand pijn gedaan hebben.
 
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
−
Er komen twee deelnemers aan de beurt. Het is bedoeld als voorbeeld en als opwarmer; het brengt de luisteraars op ideeën en het is voor de vertellers bovendien een extra oefening.
+
Dos participantes toman su turno. Está pensado como ejemplo y como calentamiento; da ideas a los oyentes y también es un buen ejercicio para los narradores.
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
−
Als de docent merkt dat sommige deelnemers nog geen aansluiting hebben kan zij/hij over een tweede ervaring vertellen, waarbij een andere kant van het onderwerp belicht wordt. Het benoemen van diverse invalshoeken om aan te denken bij het herinneren van iets wat je hebt meegemaakt, creëert ruimte en kan de deelnemers op ideeën brengen. Op deze manier kan de docent het vertellen laagdrempeliger maken voor de deelnemers.
+
Si el profesor considera que algunos de los participantes aún no han conectado, puede contar una segunda experiencia, destacando un aspecto diferente del tema. Nombrar diferentes ángulos crea espacio y puede dar ideas a los participantes.  
 
<br>
 
<br>
−
De docent kan het vertelproces bijsturen door het stellen van extra vragen om het onderwerp te verbreden of toe te spitsen.
 
 
<br>
 
<br>
 +
El profesor puede ajustar el proceso narrativo haciendo preguntas adicionales para ampliar o centrar el tema y hacerlo más accesible. Por ejemplo, puedes preguntar, a los que no se han hecho daño, si pueden contar alguna vez que hayan hecho daño a alguien.
 
<br>
 
<br>
−
(*)De deelnemers krijgen de gelegenheid – verduidelijkingsvragen te stellen. Vragen over iets waar ze meer over willen weten of wat ze nog niet helemaal duidelijk is.
 
−
<h5>'''Voorbereiden'''</h5>
 
−
* De docent bereidt zijn eigen ervaring en de verbindingsvraag voor.
 
−
* De docent bedenkt van te voren een aantal invalshoeken die passen bij het onderwerp waarmee de deelnemers vervolgens aan de slag gaan.
 
 
<br>
 
<br>
−
    </div>
+
(*)Los participantes tendrán la oportunidad de hacer preguntas aclaratorias. Preguntas sobre algo que quieren saber más o sobre algo que aún no tienen muy claro.
 +
<h5>'''Preparar'''</h5>
 +
* El profesor prepara su propia experiencia y la pregunta de conexión.
 +
* El profesor pensará de antemano un par de perspectivas que encajen con el tema, con las que los participantes luego trabajarán.
 +
<br>
 +
  </div>
 
</div>
 
</div>
  
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
−
<h4>'''Lijstje maken en kiezen'''</h4>
+
<h4>'''Haz una lista y elige'''</h4>
−
<h5>Duur: ± 5 minuten/ Hele groep</h5>
+
<h5>Duración: ± 5 minutos/ Todo el grupo</h5>
 
   <div class="mw-collapsible-content">
 
   <div class="mw-collapsible-content">
−
<h5>Instructie</h5>
+
<h5>Instrucción</h5>
−
Alle deelnemers krijgen een klein papiertje om een lijstje te maken van verschillende gebeurtenissen waarbij ze zich bezeerd hebben. Minimaal één maar liever twee of drie. Na het maken van het lijstje kiezen ze de ervaring die ze gaan delen.
+
A todos los participantes se les da un pequeño papel para que hagan una lista de los diferentes acontecimientos en los que se han hecho daño. Al menos una experiencia, pero preferiblemente dos o tres. Después de hacer la lista, eligen la experiencia que van a compartir.
 +
<br>
 
<br>
 
<br>
 +
El profesor explica que se trata de dos o tres experiencias que recuerdan claramente y bien. Hacen una lista con una palabra para cada recuerdo. La lista es privada.
 
<br>
 
<br>
−
Het gaat om twee of drie ervaringen die ze zich helder en goed herinneren. Daar maken ze een lijstje van met voor elke herinnering een woord als aanduiding. Het lijstje is privé. Ze kiezen de ervaring die ze zich nog goed kunnen herinneren en waarbij ze zich comfortabel voelen om hem te delen met de groep.
+
Eligen la experiencia que recuerdan bien y en la que se sienten cómodos compartiéndola con el grupo.
−
<h5>'''Voorbereiden'''</h5>
+
<h5>'''Preparar'''</h5>
−
* Elke deelnemer een A6-je (zonder lijntjes).
+
* Cada participante una media hoja A6 (sin líneas);
−
* Eén zwarte pen per deelnemer.
+
* Un bolígrafo negro por participante.
 
<br>
 
<br>
−
    </div>
+
  </div>
 
</div>
 
</div>
  
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
−
<h4>'''Twee aan twee vertellen'''</h4>
+
<h4>'''Contar de dos en dos'''</h4>
−
<h5>Duur: ± 6 á 10 minuten/ Tweetallen</h5>
+
<h5>Duración: ± 6 a 10 minutos/ Pares</h5>
 
   <div class="mw-collapsible-content">
 
   <div class="mw-collapsible-content">
−
<h5>Instructie</h5>
+
<h5>Instrucción</h5>
−
De docent verdeelt de deelnemers in teams van twee en geeft aan welke deelnemer nummer één is en welke deelnemer nummer twee. Bij een oneven aantal deelnemers is er één groepje van drie. Dan gaan de teams aan de slag. De nummers één vertellen hun gekozen ervaring aan de nummers twee. De nummers twee luisteren en stellen hun vragen pas aan het einde. Dat is van belang, want het is geen gesprek maar een verbale oefening voor het schrijven.  
+
El profesor divide a los participantes en equipos de dos e indica qué participante es el número uno y cuál es el número dos. Si hay un número impar de participantes, hay un grupo de tres. A continuación, los equipos se ponen a trabajar.
 
<br>
 
<br>
 +
<br>
 +
Los números uno cuentan su experiencia elegida a los números dos. Los números dos escuchan y hacen sus preguntas sólo al final. Esto es importante porque no se trata de una conversación sino de un ejercicio verbal de escritura. A veces el profesor indica cuántas preguntas se pueden hacer, sólo si los participantes tienen dificultades para ello. También puede resultar que es necesario prestar atención al tipo de preguntas que se pueden hacer.
 
<br>
 
<br>
−
Na een vooraf vastgestelde tijd (3 à 5 minuten) en een afgesproken sein (klappen in handen, een belletje etc.) draaien de rollen om en luisteren de nummers één en vertellen de nummers twee. Het eventuele groepje van drie zal iets meer begeleiding en tijd nodig hebben. Om de aandacht te focussen noemt de docent kort de volgende punten:
 
−
* Stel vragen ter verduidelijking; wat was nog niet helder?
 
−
* Vraag door over iets waar je nog meer over wilt weten.
 
−
* Stel minimaal één vraag over zintuiglijke waarnemingen (ruiken, zien, horen, voelen, proeven).
 
−
* De docent kan ook aangeven dat de deelnemers minimaal twee a drie open vragen moeten stellen.
 
−
Het kan ook blijken dat het nodig is om samen met de deelnemers aandacht te besteden aan wat voor vragen er gesteld kunnen worden. Bij de instrumenten bij deze les worden verschillende typen vragen besproken.
 
−
<h5>'''Voorbereiden'''</h5>
 
−
* Belletjes of een ander instrument dat geluid maakt.
 
−
* Bord of flip-over.
 
−
* Om de deelnemers in gevarieerde tweetallen te laten werken kan de begeleider de deelnemers bij het binnenkomen of voorafgaand aan deze activiteit bijvoorbeeld gekleurde papiertjes laten trekken, waarna degenen met dezelfde kleur samen een team vormen. Een andere manier is deelnemers met opeenvolgende verjaardagen samen te laten werken. En zo meer...
 
 
<br>
 
<br>
 +
Después de un tiempo predeterminado (de 3 a 5 minutos) y de una señal acordada (palmas, una campana, etc.) los papeles se turnan y los números uno escuchan y los números dos cuentan. El posible grupo de tres necesitará un poco más de orientación y tiempo. Para enfocar la atención, el profesor menciona brevemente los siguientes puntos:
 +
* Haga preguntas para aclaraciones; ¿Qué no estaba claro todavía?
 +
* Pregunte más sobre algo que quiera saber más.
 +
* Haga al menos una pregunta sobre las percepciones sensoriales (oler, ver, oír, sentir, saborear).
 +
* El profesor también puede indicar que los participantes hagan un mínimo de dos o tres preguntas abiertas.
 +
<h5>'''Preparar'''</h5>
 +
* Campanas o cualquier otro instrumento que emita un sonido.
 +
* Pizarra o rotafolio.
 +
* Para que los participantes trabajen en parejas variadas, el profesor puede hacer que los participantes saquen papeles de colores al entrar en el aula o antes de empezar esta actividad,
 +
y entonces los que tienen el mismo color forman un equipo juntos. Otra forma es hacer que los participantes  con cumpleaños consecutivos trabajen juntos. Y así sucesivamente...
 
     </div>
 
     </div>
 
</div>
 
</div>
−
    </div>
+
<br>
 +
  </div>
 
</div>
 
</div>
 
{{EEschrijven}}
 
{{EEschrijven}}
  
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
−
<h4>'''3. Beeld'''</h4>
+
<h4>'''3. Imagen'''</h4>
 
   <div class="mw-collapsible-content">
 
   <div class="mw-collapsible-content">
−
<h4>'''Tekenen met pen'''</h4>
+
<h5>Duración: ± 10 minutos/ Individual</h5>
−
<h5>Duur: ± 10 minuten/ Individueel</h5>
+
<h5>Instrucción</h5>
−
<h5>Instructie</h5>
+
Dibuja a la persona que se ha herido. Utilizando un color, marca la parte del cuerpo que se ha herido.
−
Teken degene die zich heeft bezeerd. Met één kleur markeer je dat gedeelte van je lichaam dat je bezeerd hebt.<br>
+
<h5>'''Preparar'''</h5>
−
Als de pagina af is doen de deelnemers hem in hun boekje.
+
* Para cada participante una hoja A4 con marco de 10 por 10 cm. mínimo.
−
<h5>'''Voorbereiden'''</h5>
+
* Marcadores y/o lápices de color con punta normal;
−
* Elke deelnemer A4 blad met kader.
+
* Un bolígrafo negro por participante.
−
* Kleurstiften of potloden met een normale punt.
+
<br>
−
* Eén zwarte pen per deelnemer.
+
<br>
 +
Cuando la página está terminada, los participantes la colocan en su librito o carpeta.
 +
    </div>
 +
</div>
 
     </div>
 
     </div>
 
</div>
 
</div>
−
 
+
  </div>
−
    </div>
+
</div>
−
    </div>
+
{{#set: Theorie=Se visible|Module=|Serie=Mejores Terminos|Les={{BASEPAGENAME}}}}
−
{{#set: Theorie=Laat Je Zien|Module=|Serie=Beter Verwoorden|Les={{BASEPAGENAME}}}}
 
−
 
 
−
[[Categorie:Sjabloon]]
 
  
 
[[Categoría:Sjabloon]]
 
[[Categoría:Sjabloon]]

Revisión actual - 13:08 20 feb 2021

ir a inicioir air air air air air air air air air air aMT2.jpeg

2 Ser lastimado

Ser - Experiencia propia


De antemano
Duración: ± 2 minutos/ Todo el grupo

Los participantes se sientan en un círculo. Todos conocen los modales: la persona que habla no es interrumpida. Después de contarlo, existe la oportunidad de hacer preguntas. Sin comentarios el uno del otro.

1. Dígale a

Comparta su experiencia

Duración: ± 5-7 minutos/ Todo el grupo
Instrucción

El profesor cuenta una vez que se hizo daño - se pueden hacer preguntas(*) – daarna stelt de docent de verbindingsvraag aan de deelnemers of ze kunnen vertellen over een keer dat ze zich bezeerd hebben en hoe dat ging. A continuación, el profesor formula la pregunta de conexión: si hay participantes que quieren contar alguna vez que se hayan hecho daño y cómo les fue.


Dos participantes toman su turno. Está pensado como ejemplo y como calentamiento; da ideas a los oyentes y también es un buen ejercicio para los narradores.

Si el profesor considera que algunos de los participantes aún no han conectado, puede contar una segunda experiencia, destacando un aspecto diferente del tema. Nombrar diferentes ángulos crea espacio y puede dar ideas a los participantes.

El profesor puede ajustar el proceso narrativo haciendo preguntas adicionales para ampliar o centrar el tema y hacerlo más accesible. Por ejemplo, puedes preguntar, a los que no se han hecho daño, si pueden contar alguna vez que hayan hecho daño a alguien.

(*)Los participantes tendrán la oportunidad de hacer preguntas aclaratorias. Preguntas sobre algo que quieren saber más o sobre algo que aún no tienen muy claro.

Preparar
  • El profesor prepara su propia experiencia y la pregunta de conexión.
  • El profesor pensará de antemano un par de perspectivas que encajen con el tema, con las que los participantes luego trabajarán.


Haz una lista y elige

Duración: ± 5 minutos/ Todo el grupo
Instrucción

A todos los participantes se les da un pequeño papel para que hagan una lista de los diferentes acontecimientos en los que se han hecho daño. Al menos una experiencia, pero preferiblemente dos o tres. Después de hacer la lista, eligen la experiencia que van a compartir.

El profesor explica que se trata de dos o tres experiencias que recuerdan claramente y bien. Hacen una lista con una palabra para cada recuerdo. La lista es privada.
Eligen la experiencia que recuerdan bien y en la que se sienten cómodos compartiéndola con el grupo.

Preparar
  • Cada participante una media hoja A6 (sin líneas);
  • Un bolígrafo negro por participante.


Contar de dos en dos

Duración: ± 6 a 10 minutos/ Pares
Instrucción

El profesor divide a los participantes en equipos de dos e indica qué participante es el número uno y cuál es el número dos. Si hay un número impar de participantes, hay un grupo de tres. A continuación, los equipos se ponen a trabajar.

Los números uno cuentan su experiencia elegida a los números dos. Los números dos escuchan y hacen sus preguntas sólo al final. Esto es importante porque no se trata de una conversación sino de un ejercicio verbal de escritura. A veces el profesor indica cuántas preguntas se pueden hacer, sólo si los participantes tienen dificultades para ello. También puede resultar que es necesario prestar atención al tipo de preguntas que se pueden hacer.

Después de un tiempo predeterminado (de 3 a 5 minutos) y de una señal acordada (palmas, una campana, etc.) los papeles se turnan y los números uno escuchan y los números dos cuentan. El posible grupo de tres necesitará un poco más de orientación y tiempo. Para enfocar la atención, el profesor menciona brevemente los siguientes puntos:

  • Haga preguntas para aclaraciones; ¿Qué no estaba claro todavía?
  • Pregunte más sobre algo que quiera saber más.
  • Haga al menos una pregunta sobre las percepciones sensoriales (oler, ver, oír, sentir, saborear).
  • El profesor también puede indicar que los participantes hagan un mínimo de dos o tres preguntas abiertas.
Preparar
  • Campanas o cualquier otro instrumento que emita un sonido.
  • Pizarra o rotafolio.
  • Para que los participantes trabajen en parejas variadas, el profesor puede hacer que los participantes saquen papeles de colores al entrar en el aula o antes de empezar esta actividad,

y entonces los que tienen el mismo color forman un equipo juntos. Otra forma es hacer que los participantes con cumpleaños consecutivos trabajen juntos. Y así sucesivamente...


2. Escribir

Después de contar su propia experiencia, los participantes escribirán una versión preliminar de su historia.
Una vez redactado el borrador, el profesor tiene la opción de interrumpir la clase, ya que las historias de los participantes están ahora en papel y no pueden perderse. En la serie Mejores Términos los participantes continúan con actividades de profundización después de escribir en forma de borrador y vuelven más tarde para actualizar su texto y escribir en el cuaderno.

Borrador

Duración: ± 5 minutos/ Individual
Instrucción

Ahora escriba su historia como se la contó a su compañero de equipo. Comprueba si puedes incluir en tu relato lo que has dicho a raíz de las preguntas de tu interlocutor. Vas a escribir el primer borrador de tu texto. Si tiene alguna pregunta, hágamelo saber**.

Versión final

Duración: ± 2 x 10 minutos/ Pares e individual
Lectura intermedio
Duración: ± 10 minutos/ Pares

En el curso Mejores Términos elegimos la forma de edición en la que los participantes leerán el texto de cada uno en parejas. Si el profesor quiere dedicar más tiempo a la ortografía, la estructura de las frases y la gramática, puede elegir una forma de edición más extensa, véase Herramientas en el menú.

Instrucción

De dos en dos, los participantes leerán el texto de cada uno. Esto permite al escritor escuchar con atención y experimentar si su texto es correcto en cuanto a ritmo, estructura de las frases y contenido. El lector ejercita su lectura (pronunciación, inteligibilidad y ritmo). Después, las papeles cambian. Todos escucharon su texto, en preparación para la redacción de la versión final. Durante la fase de edición, los participantes pueden consultar en su equipo. También pueden dirigirse al profesor con preguntas. El profesor escribe las respuestas sobre ortografía en la pizarra, creando un diccionario de la clase.

Cuando el grupo esté más avanzado, puedes crear una "oficina de edición". Un grupo de participantes revisa los relatos en busca de errores de ortografía, puntuación y estructura de las frases. No corrigen el texto, sino que subrayan las palabras que están equivocadas según ellos. Cada semana este grupo rota, para que todos tengan una oportunidad.

Escribir la versión final
Duración: ± 10 minutos/ Individual
Instrucción

Ahora que ya sabes cómo modificar tu texto para que lo entienda mejor un lector vuelve a escribir tu texto. Escriba en la hoja de presentación o en un papel especialmente diseñado para tal fin.* Escriba su texto exactamente debajo del cuadro. Incluya cualquier sugerencia de mejora. Esta es la última versión de su texto. Si tiene alguna pregunta, hágamelo saber.**

Escribir la versión final Escribir la versión final es un entrenamiento de precisión: reflexionar sobre el borrador, mejorar las palabras, escoger los mejores términos y la estructura de las frases y practicar la motricidad fina. Requiere concentración a múltiples niveles. Las historias de los escritores reciben así la atención que merecen.

Tras escribir la versión final, los participantes proceden a crear una imagen.

* El papel en el que está escrito la versión final puede variarse en función de la forma de presentación. En la serie Mejores Términos se ha elegido una libreta en formato A4. En una segunda instancia, estas lecciones también se pueden ampliar con más conocimiento, investigación y práctica, por lo que existe un tríptico (ver los ejemplos).
**Dependiendo de la independencia del grupo, el profesor puede pasearse o elegir un lugar fijo.


3. Imagen

Duración: ± 10 minutos/ Individual
Instrucción

Dibuja a la persona que se ha herido. Utilizando un color, marca la parte del cuerpo que se ha herido.

Preparar
  • Para cada participante una hoja A4 con marco de 10 por 10 cm. mínimo.
  • Marcadores y/o lápices de color con punta normal;
  • Un bolígrafo negro por participante.



Cuando la página está terminada, los participantes la colocan en su librito o carpeta.

Obtenido de «https://ga-verbinding.nl/Educacion/index.php?title=EE_BV2&oldid=11001»