Diferencia entre revisiones de «Verlangen VO»

 
(No se muestran 20 ediciones intermedias de otro usuario)
Línea 1: Línea 1:
__NOTOC__
+
{{Bepaalgebruiker}}{{Kopweg}}
{{kopweg}}
+
{{#ifingroup:Demo|{{Demo Drieluik Verlangen}}|{{Drieluik Verlangen}}}}
 +
 
 
<div class="row">
 
<div class="row">
<div class="small-2 columns">
+
<div class="small-6 large-offset-3 columns">
<imagemap>
+
 
Image:Icoon Lees Les 2.png|thumb|left|{{{1|200px}}}
+
<h3>'''Vragen stellen en ordenen'''</h3>
rect 5 13 283 271 [[Les 2 - Waar je verlangen nog niet is uitgedoofd|Start Lees Les 2]]
+
<h4>'''Waar je ''verlangen'' nog niet is uitgedoofd'''</h4>
</imagemap>
 
</div>
 
<div class="small-9 columns">
 
<h3>Stap 2-1 - Negen X Grunberg Les 2<br>
 
Kenniskant - Lezen en Vragen</h3>
 
 
<br>
 
<br>
<h4>Toelichting Vragen</h4>
+
De docent maakt tweetallen. Bij het maken van teams daarna kan de docent ervoor kiezen de niveau's de mengen. De overweging is dat de verschillen in gesprek overbrugbaar moeten zijn in de teams. In principe werken de deelnemers samen en is het overbruggen van lees- en begripsniveau mits niet te uiteenlopend een mooie oefening in sociale vaardigheden.
De stap van de eigen ervaring naar de kennis activeren en verdiepen gebeurt in de lesmethode van Laat Je Zien vaak aan de hand van vragen. Dit is een bewuste keuze. Vragen stellen is onderdeel van onderzoeken. Je kunt onderzoek doen door jezelf vragen stellen, anderen vragen te stellen, opzoek te gaan naar antwoorden op vragen. Kennis en ervaringen zoeken zodat je inzicht krijgt in de thema’s waar de vragen over gaan. Dit is een proces aanzetten in de deelnemers waarbij ontwikkeling en groei samengaan met willen weten en kennis vergroten.<br>
 
 
<br>
 
<br>
De basis is wat deelnemers al weten. Deze voorkennis brengt de docent in kaart door [[Zes typen vragen|activeringsvragen]]: bedoelt om de deelnemers bewust te maken over hetgeen ze weten over een bepaald onderwerp, of wat ze daar misschien graag over willen weten. De antwoorden van de deelnemers op de vragen kunnen worden ondergebracht in een woordspin. Zo krijgt iedereen een overzicht van de verschillende aspecten van het onderwerp/thema. <br>
+
<br>
 +
<h4>'''Kennis activeren door vragen'''</h4>
 +
<h5>Duur ± 10 tot 15 minuten / Teams</h5>
 +
De docent vraagt de deelnemers in hun teams vragen te formuleren over de tekst die ze hebben gelezen, activeringsvragen. Iedere vraag is valide, ieder team formuleert twee vragen en schrijven ze op twee lossen kaartjes. Ook sturen de leerlingen hun vraag via hun telefoon of tablet in op het Digibord. Alle vragen worden verzamelt in een 'hoge hoed', een at random trekking. Vervolgens trekt iedere deelnemer een vraag terug en gaan de deelnemers in hun tweetal in overleg de vragen beantwoorden.
 
<br>
 
<br>
Vervolgens kan de docent vragen voorbereiden om verder te verdiepen. Ook kan de docent zo bepalen welke aspecten van een bepaald onderwerp in ieder geval onder de aandacht komen. De deelnemers kunnen bij deze activiteiten werken in teams van twee, grotere groepjes of zelfstandig, de docent kijkt waar de deelnemers op dat moment het beste resultaat mee kunnen behalen.<br>
 
 
<br>
 
<br>
Uitgaande van de aanwezige kennis biedt je als docent nieuwe kennis en inzichten aan. De vaardigheden voor het doen van onderzoek worden tegelijkertijd aangeleerd en geoefend. De deelnemers gaan met deze tools aan de slag om nader onderzoek te doen en hun kennis te verdiepen. Hiervan maken ze een verslag (digitaal of in een andere vorm), dit kan worden gedeeld als opmaat voor de volgende fase: de actie. Een documentaire kan ook een mooie opmaat zijn naar de volgende fase.<br>
+
De docent gaat de vragen onderbrengen in een schema en kan nu ook andere vragen toevoegen die hij/zij aan de orde wil laten komen.  
 +
De keuze voor het schema (woordspin bijvoorbeeld) maakt de docent in eerste instantie. Later kunnen ook de deelnemers voorstellen hoe ze gegevens in een schema willen onderbrengen in overleg met de docent. ''Uit de vragen blijkt hoe de leerlingen de tekst gelezen hebben. Waar gaat hun belangstelling naar uit? Wat begrijpen ze al wel en waar is het nog niet helemaal duidelijk?''
 
<br>
 
<br>
<h4>Opdracht 1 - Lezen (Duur 1 week of langer / thuis)</h4><br>
 
De deelnemers lezen het fragment uit de roman of de roman die de docent aanbiedt/ voorstelt.
 
Gekozen kan worden voor:
 
* een fragment dat aansluit bij het thema,
 
* een roman uit het oeuvre van de schrijver dat aansluit bij het thema,
 
* een interview met de schrijver,
 
* een roman of fragment van een andere schrijver dat aansluit bij het thema.
 
De keuze is afhankelijk van het niveau van de deelnemers. Het lezen is een voorbereidende opdracht en kan thuis worden gedaan. Als de docent twijfelt of er dan ook echt wordt voorbereid kan er een fragment in een bepaalde tijd worden gelezen in de les. Dit laatste om te zorgen dat alle leerlingen hetzelfde uitgangspunt hebben voor het vervolg van de les.<br>
 
 
<br>
 
<br>
Het thema van deze les is naast de focus op het werk van de schrijver een kennismaking of uitwerking van de stijlvorm, '''de dialoog'''. Afhankelijk van het niveau van de leerlingen en de nadruk die de docent wil aanbrengen kiest de docent wat hij de leerlingen aanbiedt en waar ze mee aan de slag gaan.
+
<h5>'''Extra'''</h5>
<h5>Voorbereiden</h5>
+
<h5>Duur ±10 tot 15 minuten</h5>
* Drieluik antwoordblad, linkerzijde.
+
De rubrieken waarin de docent kiest te ordenen bepaald welke aspecten van de gelezen roman aandacht krijgen. In deze les hebben de deelnemers de roman Figuranten gelezen of misschien Huid en Haar. Vanuit het aspect ''verlangen'' kunnen de deelnemers voor ieder karakter of een gekozen karakter aangeven wat het verlangen van dit karakter is in de roman of het gelezen fragment. Dit schrijft iedere deelnemers op een blaadje. De docent maakt een rondje in de klas en vraagt iedere deelnemer voor te lezen wat zij/hij heeft opgeschreven. Juist de diversiteit aan antwoorden laat zien hoe verschillend er gelezen kan worden of dat er juist ook punten zijn van overeenstemming.  
 
<br>
 
<br>
<h4>Opdracht 2 - Kennis activeren door vragen (20 tot 30 minuten)</h4><br>
 
De docent vraagt de leerlingen in hun teams vragen te formuleren over de tekst die ze hebben gelezen. Iedere vraag is valide, ieder team kan twee vragen indienen.
 
De vragen worden ondergebracht in een schema door de docent of een leerling.
 
Daarna krijgt ieder team twee vragen at random toegewezen waar ze een gezamenlijk antwoord op gaan formuleren.<br>
 
 
<br>
 
<br>
De docent categoriseert de collectieve kennis in een schema. Deze ordening brengt hij aan op basis van prioriteiten die hij aan de orde wil laten komen. De geordende manier van onderbrengen van type vragen ontwikkelt bij de leerlingen een gevoel van de verschillende aspecten die een rol kunnen spelen; biografische kennis, historische kennis, psychologische factoren van de karakters, maatschappelijke kennis, stijl en tijd. De docent kan er voor kiezen om ieder aspect een kleur te geven, kleurcode.<br>
+
<h5>'''Voorbereiden'''</h5>
 +
* papier A6 formaat
 
<br>
 
<br>
Naar aanleiding van de gekozen focus biedt de docent de deelnemers extra informatie (of
+
<h5>'''Huiswerk'''</h5>
laat dit opzoeken, werkvorm die wordt gekozen is afhankelijk van het niveau van de
+
De docent biedt de deelnemers extra informatie over de dialoog (of laat dit opzoeken, werkvorm die wordt gekozen is afhankelijk van het niveau van de deelnemers).<br>
deelnemers). Afhankelijk van het thema kan de docent een gerichte thuisopdracht geven.
+
Afhankelijk van de verdiepingsfocus kan de docent een gerichte thuisopdracht geven afhankelijk van het niveau.<br>
<h5>Voorbereiden</h5>
+
* Soms is het goed te starten bij de focus alleen. De docent vraagt de deelnemers om op zoek te gaan naar een dialoog. Het mag van alles zijn.  
* Deelnemers/ leerlingen worden opgedeeld in teams.
+
* Of de docent vraagt de deelnemers een dialoog in de gelezen tekst, roman uit te zoeken.
* Groot vel/ white board.  
+
* Bij een moeilijkere opdracht vraagt de docent de deelnemers uit de gelezen roman drie verschillende dialogen te selecteren die hen aanspreken. Ze gaan kort opschrijven wat hen opvalt aan de drie dialogen, hoe zijn ze opgebouwd? Hoe de dialogen bijdragen aan de tekst? Deze analyse nemen ze mee naar de les.
* Markers in verschillende kleuren.
+
 
 +
 
 +
    </div>
 +
</div>
 +
{{#set: Theorie=Laat Je Zien|Module=|Serie=|Les={{BASEPAGENAME}}}}
  
[[Categorie:Bij Lees Les 2]]
+
[[Categorie:Bij Negen X Grunberg Verlangen Les 2]]
 +
[[Categorie:Sjabloon]]

Revisión actual - 23:05 5 sep 2020

naar les verlangennaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarDrieluik Verlangen 1.1.jpeg

Vragen stellen en ordenen

Waar je verlangen nog niet is uitgedoofd


De docent maakt tweetallen. Bij het maken van teams daarna kan de docent ervoor kiezen de niveau's de mengen. De overweging is dat de verschillen in gesprek overbrugbaar moeten zijn in de teams. In principe werken de deelnemers samen en is het overbruggen van lees- en begripsniveau mits niet te uiteenlopend een mooie oefening in sociale vaardigheden.

Kennis activeren door vragen

Duur ± 10 tot 15 minuten / Teams

De docent vraagt de deelnemers in hun teams vragen te formuleren over de tekst die ze hebben gelezen, activeringsvragen. Iedere vraag is valide, ieder team formuleert twee vragen en schrijven ze op twee lossen kaartjes. Ook sturen de leerlingen hun vraag via hun telefoon of tablet in op het Digibord. Alle vragen worden verzamelt in een 'hoge hoed', een at random trekking. Vervolgens trekt iedere deelnemer een vraag terug en gaan de deelnemers in hun tweetal in overleg de vragen beantwoorden.

De docent gaat de vragen onderbrengen in een schema en kan nu ook andere vragen toevoegen die hij/zij aan de orde wil laten komen. De keuze voor het schema (woordspin bijvoorbeeld) maakt de docent in eerste instantie. Later kunnen ook de deelnemers voorstellen hoe ze gegevens in een schema willen onderbrengen in overleg met de docent. Uit de vragen blijkt hoe de leerlingen de tekst gelezen hebben. Waar gaat hun belangstelling naar uit? Wat begrijpen ze al wel en waar is het nog niet helemaal duidelijk?

Extra
Duur ±10 tot 15 minuten

De rubrieken waarin de docent kiest te ordenen bepaald welke aspecten van de gelezen roman aandacht krijgen. In deze les hebben de deelnemers de roman Figuranten gelezen of misschien Huid en Haar. Vanuit het aspect verlangen kunnen de deelnemers voor ieder karakter of een gekozen karakter aangeven wat het verlangen van dit karakter is in de roman of het gelezen fragment. Dit schrijft iedere deelnemers op een blaadje. De docent maakt een rondje in de klas en vraagt iedere deelnemer voor te lezen wat zij/hij heeft opgeschreven. Juist de diversiteit aan antwoorden laat zien hoe verschillend er gelezen kan worden of dat er juist ook punten zijn van overeenstemming.

Voorbereiden
  • papier A6 formaat


Huiswerk

De docent biedt de deelnemers extra informatie over de dialoog (of laat dit opzoeken, werkvorm die wordt gekozen is afhankelijk van het niveau van de deelnemers).
Afhankelijk van de verdiepingsfocus kan de docent een gerichte thuisopdracht geven afhankelijk van het niveau.

  • Soms is het goed te starten bij de focus alleen. De docent vraagt de deelnemers om op zoek te gaan naar een dialoog. Het mag van alles zijn.
  • Of de docent vraagt de deelnemers een dialoog in de gelezen tekst, roman uit te zoeken.
  • Bij een moeilijkere opdracht vraagt de docent de deelnemers uit de gelezen roman drie verschillende dialogen te selecteren die hen aanspreken. Ze gaan kort opschrijven wat hen opvalt aan de drie dialogen, hoe zijn ze opgebouwd? Hoe de dialogen bijdragen aan de tekst? Deze analyse nemen ze mee naar de les.



Categorie:Bij Negen X Grunberg Verlangen Les 2 Categorie:Sjabloon