Diferencia entre revisiones de «REDIGEREN»

m
 
(No se muestran 37 ediciones intermedias de 2 usuarios)
Línea 1: Línea 1:
{{kopweg}}
+
{{Kopweg}}
{{#ask: [[VP::+]]
+
{{Zelf lessen maken plaat}}
|?VP=
+
<div class="row">
|format=ul
+
<div class="small-6 large-offset-2 columns">
|headers=noshow
+
{{Redigeren}}
|mainlabel=-
+
  </div>
}}
+
</div>
<h4>Zelfstandig Redigeren (Duur < ±10 minuten)</h4><br>
+
{{#set: Theorie=Se Visible|Module=Herramientas|Serie=Centraal|Les={{BASEPAGENAME}}}}
<section begin=instructies/>
 
De docent kiest ervoor de leerlingen zelfstandig hun eigen tekst na te laten kijken. De leerlingen krijgen een aantal aanwijzingen:<br>
 
# Lees je tekst rustig na op spelfouten. Als je twijfelt steek je vinger op en stel een vraag. Het antwoord schrijft de docent op het (digi)-bord zodat andere leerlingen het ook zien.
 
# Kijk bij het overlezen of je rekening hebt gehouden met de opbouw van je verhaal: een begin - midden - eind. De leerlingen kunnen dan eventueel zinnen toevoegen om deze structuur aan te brengen in hun verhaal.
 
# De docent geeft een overzicht van de regels van grammatica, formulering of spelling die op dat moment bekend, belangrijk, zijn voor de leerlingen zodat ze hun tekst daarop kunnen nakijken. Een overzicht hiervan kan de docent aanbieden op posters/digibord.
 
# Soms blijkt tijdens het redigeren dat er over bepaalde zaken nog verwarring bestaat dan kan de docent kiezen om dit uit te leggen. Gedurende het redigeren wordt dit duidelijk aan de hand van de vragen. Ook al werken de deelnemers zelfstandig de docent blijft altijd beschikbaar voor vragen
 
.<br>
 
Afhankelijk van de zelfstandigheid van de groep kan de docent rondlopen of kiezen voor een vaste plek.
 
<section end=instructies/>
 
<br>
 
<br>
 
<h4>Redigeren in Tweetallen (Duur ±10 minuten)</h4><br>
 
<section begin=instructies1/>
 
<h4>1. Licht: Tussentijds voorlezen in tweetallen en zelfstandig herschrijven (Duur ±5 minuten)</h4>
 
De docent geeft aan dat de leerlingen in hun tweetal hun teksten uitwisselen en aan elkaar voorlezen. Dit kan ook een opmaat voor zelfstandig redigeren. Het stimuleert de bewustwording van het effect van de geschreven tekst en hoe deze door de ander begrepen wordt. Het voorlezen laat een tekst klinken en brengt hem tot leven. Het geeft de schrijver de gelegenheid zijn eigen woorden terug te horen en te luisteren en ervaren of zijn tekst qua ritme, zinsbouw en inhoud klopt. Doordat de schrijver hoort hoe iemand anders zijn tekst voorleest, kan hij erachter komen of zijn verhaal helder overkomt.<br>
 
Naar aanleiding van deze oefening kunnen de deelnemers hun tekst aanpassen en een tweede geredigeerde versie schrijven. Het gaat om het aanscherpen van formuleringen en het eventueel toevoegen van extra informatie die je verhaal duidelijker maakt.
 
<br>
 
<br>
 
<h5>Instructie</h5>
 
Nummer één leest de tekst van nummer twee voor en vice versa. Neem rustig de tijd, bereid het voorlezen voor en laat je teamgenoot zijn tekst horen.
 
<br>
 
<br>
 
<h4>2. Intensiever: Teksten uitwisselen in tweetallen via een gesprek aanpassen (Duur ±20 minuten)</h4>
 
De leerlingen wisselen in hun tweetal de teksten uit. Ze lezen ieder de tekst van de ander en onderstrepen die woorden waar ze over twijfelen. Soms twijfelt de lezer aan iets maar is het goed. De bedoeling is dat leerlingen in gesprek de teksten doornemen. Alle onderstreepte twijfels (spelling, grammatica en stijl) dienen zoveel mogelijk verwoord te worden als vragen waarna de leerlingen samen de vragen proberen op te lossen (woordenboeken, ipads en boeken ter ondersteuning). Alle tweetallen werken zelfstandig en kunnen de docent vragen stellen als ze behoefte hebben aan een expert. De docent schrijft antwoorden over spelling op het bord waardoor een klassikaal woordenboek -naslagwerk- ontstaat. Nadat de teksten zijn besproken gaat iedere eigenaar zijn eigen tekst herschrijven in het net.
 
<br>
 
<br>
 
Afhankelijk van de zelfstandigheid van de groep kan de docent rondlopen of kiezen voor een vaste plek.
 
<section end=instructies1/>
 
<br>
 
<br>
 
<h4>Klassikaal Redigeren (Duur ±50 minuten)</h4>
 
<section begin=instructies2/>
 
<br>
 
Als je ervaart dat, dat wat je vertelt en schrijft een ander kan vermaken, beroeren of informeren, kun je plezier hebben in schrijven en dat wat je schrijft zo helder mogelijk verwoorden. Redigeren is niet een proces van goed of fout maar van zoeken naar zo duidelijk mogelijk formuleren. Redigeren kun je leren door in teams of klassikaal vragen te stellen over formuleringen en teksten.<br>
 
<br>
 
Klassikaal werken aan teksten kan door gezamenlijk te gaan kijken naar een tekst van één van de deelnemers, dat noemen we de leertekst.<br>
 
Deze werkvorm is afkomstig van taalvorming (zie [[Inspiratiebronnen Laat Je Zien|Inspiratiebronnen]]).<br>
 
# De docent en een deelnemer spreken af de tekst te redigeren voor de klas.
 
# De overige leerlingen worden opgedeeld in groepjes van drie tot vijf.
 
# In ieder groepje wijst de docent een secretaris aan.
 
# De leerling die zijn tekst openbaar laat redigeren, leertekst, kiest één groepje leerlingen uit die worden zijn googlers en/of woordenboek specialisten.
 
# De leerling met de leertekst schrijft zijn tekst op het (digi)bord.
 
# De andere leerlingen lezen de tekst en bereiden per groep één tot drie vragen voor over de tekst: over spelling, grammatica, stijl en formulering. De observaties die ze hebben moeten ze in een vragende vorm stellen. De secretaris schrijft ze op.
 
# Als het groepje klaar is met de vragen komt één van hen, niet de secretaris, naar voren om de woorden waar de vragen aan verbonden zijn te onderstrepen in de leertekst. Verschillende groepen kunnen over dezelfde tekstdelen een vraag stellen (elke groep heeft een eigen kleur). Nu hebben alle groepen de vragen aangegeven in de leertekst.
 
# De docent mag ook drie vragen stellen en kan daarmee richting geven aan de kennis die zij wil overbrengen. Zij voegt als laatste haar vragen toe.
 
# De eigenaar van de leertekst begint zijn tekst te lezen, als hij een vraag tegenkomt, zichtbaar door een teken of onderstreping, stopt hij en vraagt de groep die heeft onderstreept om de vraag voor te lezen. Het antwoord op de vraag mag de leerling van de leertekst zelf geven met de docent en zijn googlers/woordenboek specialisten als ondersteuners.
 
<br>
 
<br>
 
Als de leerling van de leertekst te verlegen is dan neemt de docent een grotere rol in. Het proces is gericht op het samen leren van de tekst. Niet om iemand te wijzen op zijn fouten. De vragen worden zo één voor één behandeld. Zo komen verschillende regels van grammatica, spelling en stijl aan de orde. De docent kan naar gelang de behoefte en het niveau extra toelichting geven. De deelnemers maken aantekeningen. Ook kan de docent belangrijke regels waarvan blijkt dat ze nog niet algemeen bekend zijn extra ondersteunen door ze zichtbaar te maken in het lokaal (posters/digibord). De keuze van de vorm waarin kennis wordt aangeboden is afhankelijk van het niveau van de leerlingen en de fysieke mogelijkheden in de leeromgeving. Na het behandelen van de leertekst zijn er allerlei punten aan de orde geweest waarmee anderen nu ook hun eigen teksten kunnen gaan redigeren/verbeteren. Dit kan in tweetallen (uitwisselen van de teksten, zie kopje hieronder) en individueel. De punten waaraan gewerkt gaat worden kunnen op een digibord staan, op een los papier aan de muur of in het schrift van iedere leerling.
 
<section end=instructies2/>
 
<br>
 
<br>
 
<h4>Editing Bureau (Duur ±55 minuten)</h4>
 
<section begin=instructies3/>
 
<br>
 
Als de groep gevorderd is kun je een ‘editing bureau’ opzetten. Een groep deelnemers checkt de verhalen op spelfouten, interpunctie en zinsbouw. Ze verbeteren de tekst niet, maar onderstrepen de woorden waar iets mee is. Elke week rouleert deze groep zodat iedereen aan bod komt.
 
<section end=instructies3/>
 
<br>
 
<br>
 
<h3>Tekst in het Net (Duur ±10 minuten)</h3><br>
 
<section begin=instructies4/>
 
De verhalen van de schrijvers krijgen de aandacht die ze verdienen. In het net schrijven is een training voor de deelnemer in precisie; het reflecteren op de kladversie, het verbeteren van woorden en zinsopbouw, het exact weergeven en een oefening voor de fijne motoriek. Het oefent de concentratie op allerlei niveaus.
 
<section end=instructies4/>
 
 
 
De teksten in het klad worden door de deelnemers overgenomen in het net op het speciaal daarvoor bestemde drieluik antwoordblad dat iedere deelnemer heeft voor het werk in het net.
 
De pagina komt overeen met de door de docent gekozen presentatievorm.
 
Als de docente kiest voor een boekje dan hebben alle leerlingen aan het einde van de lessenserie een boekje van negen pagina’s. Een neerslag van alle verhalen die zij tijdens de lessen verteld hebben.<br>
 
<br>
 
Afhankelijk van de zelfstandigheid van de groep kan de docent rondlopen of kiezen voor een vaste plek.
 

Revisión actual - 12:12 22 ago 2021

másmásmásmásmásmásmásmásCrearCompartirmásproporciona seguridad y una base para el desarrollo ...en tu caja de herramientas ...pertinente ...está intercambiando, reconociendo y empatizando ...¿Diga lo que quiero decir?SP GA Instrumenten 2k.jpeg

Redactar


Según el propósito de la lección y el nivel de los participantes, el profesor elige una forma de edición ligera o una forma de edición más intensiva en la que hay más tiempo para reflexionar sobre las reglas de gramática y ortografía y la estructura de las oraciones. Si experimentas que lo que cuentas y escribes puede divertir, agitar o informar a otra persona, puedes divertirte escribiendo y articulando lo más claramente posible. La edición no es un proceso de lo correcto o lo incorrecto, sino de buscar la redacción más clara posible. Puedes aprender a editar haciendo preguntas sobre formulaciones y textos en equipos o en el aula.

El profesor siempre estará disponible para preguntas. Durante el proceso de edición, a veces se pone de manifiesto, a partir de las preguntas, que todavía hay confusión sobre ciertos asuntos. El profesor puede entonces elegir explicar esto inmediatamente.
Dependiendo de la independencia del grupo, el profesor puede caminar o elegir un lugar fijo.

Edición autónoma

Duración: < ± 10 minutos
Instrucción para los participantes
  1. Lea su texto con cuidado para detectar errores de ortografía. Si tiene dudas, levante el dedo y haga una pregunta.El profesor escribe la respuesta en la pizarra (digi)-para que los demás participantes puedan verla también, un diccionario público temporal.
  2. Cuando usted lee sobre él, mire si usted ha tenido en cuenta la estructura de su historia: Un principio - medio - extremo. Los participantes pueden añadir oraciones para añadir esta estructura a su historia.
  3. Ya hemos discutido estas reglas, leído tu texto y vemos si las has usado. El profesor da una visión general de las reglas de gramática, formulación o ortografía que se sabe que son importantes para los participantes para que puedan revisar su texto. Un resumen de esto puede ser ofrecido por el profesor en carteles/tablero digital. También es posible que los participantes tengan un cuaderno con las reglas.

Edición en parejas - Ligera

Duración: < ± 10 minutos

Lean en voz alta en parejas y reescriban de forma independiente.

Instrucción para los participantes
  1. El profesor crea parejas e indica que los participantes intercambian textos en sus parejas.
  2. El número uno lee el texto del número dos y viceversa.
  3. Tómate tu tiempo, prepara la lectura y deja que tu compañero de equipo escuche su texto. Leer en voz alta hace que un texto suene y le da vida. Le da al escritor la oportunidad de oír y escuchar sus propias palabras y experimentar si su texto es exacto en términos de ritmo, estructura de la oración y contenido. Estimula la conciencia del efecto del texto escrito y de cómo es entendido por la otra persona.
  4. Los participantes pueden ahora ajustar su propio texto basado en lo que han escuchado y las instrucciones de edición independiente. Esto implica afinar las formulaciones y posiblemente añadir información extra para hacer su historia más clara.

Edición en parejas - Más intensivo

Duración: < ± 20 minutos

Intercambiando textos en parejas y modificándolos a través de una conversación.

Instrucción para los participantes
  1. El profesor crea parejas e indica que los participantes intercambian textos en sus parejas.
  2. Cada uno de los participantes lee el texto del otro de su equipo y subraya las palabras sobre las que tiene dudas. A veces el lector tiene dudas sobre algo pero es bueno, eso no es un problema. Todas las dudas subrayadas (ortografía, gramática y estilo) deben expresarse en la medida de lo posible en forma preguntas.
  3. El objetivo es que los participantes en la conversación revisen los textos. El escritor recibe su propio texto con las palabras subrayadas. En el equipo los participantes repasan todas las preguntas e intentan resolverlas (diccionarios, ipads y libros de apoyo).



Todas las parejas trabajan de forma independiente y pueden hacer preguntas al profesor si necesitan un experto. El profesor escribe respuestas sobre ortografía en la pizarra, creando un diccionario de aula. Después de que los textos han sido discutidos, cada propietario reescribe su propio texto.

Redactar con toda la clase

Duración: < ± 50 minutos

El trabajo con toda la clase al mismo tiempo sobre los textos se puede hacer mirando juntos un texto de uno de los participantes, que llamamos el texto de aprendizaje.
Esta forma de trabajo se origina en la Formación del Lenguaje, ver también Inspiración.

Instrucción para los participantes
  1. El profesor y un participante acuerdan editar el texto para la clase.
  2. Los otros alumnos se dividen en grupos de tres a cinco.
  3. En cada grupo el profesor nombra a una secretaria.
  4. El participante que hace editar su texto públicamente, el texto de aprendizaje, elige un grupo de participantes que se convierten en sus googlers y/o especialistas en diccionarios.
  5. El participante con el texto de aprendizaje escribe su texto en el (digi)tablero.
  6. Los demás participantes leen el texto y preparan una o tres preguntas sobre el texto por grupo: sobre la ortografía, la gramática, el estilo y la redacción. Las observaciones que tienen deben ser hechas en forma de interrogatorio. La secretaria los anota.
  7. Cuando el grupo termina con las preguntas, uno de ellos, no el secretario, se presenta para subrayar las palabras con las que se relacionan las preguntas en el texto de enseñanza. Diferentes grupos pueden hacer una pregunta sobre las mismas partes del texto (cada grupo tiene su propio color). Ahora todos los grupos han indicado las preguntas en el texto.
  8. El profesor también puede hacer tres preguntas para dar dirección al conocimiento que quiere transmitir. Finalmente, añade sus preguntas.
  9. El propietario del texto de aprendizaje comienza a leer su texto, cuando se encuentra con una pregunta, visible a través de un signo o subrayado, se detiene y pide al grupo que ha subrayado que lea en voz alta la pregunta. La respuesta a la pregunta puede ser dada por el participante del texto con el profesor y sus googlers/especialistas en diccionarios como apoyo.


Si el participante del texto de aprendizaje es demasiado tímido, el profesor asumirá un papel más importante. El proceso tiene como objetivo aprender con todos los participantes a partir del texto. No para señalar los errores de alguien. De esta manera las preguntas se tratan una por una. Se analizan diferentes reglas de gramática, ortografía y estilo. El profesor puede dar explicaciones adicionales dependiendo de la necesidad y el nivel. Los participantes toman notas. El profesor también puede dar un apoyo adicional a las reglas importantes que aún no se conocen en general, haciéndolas visibles en el aula (pósters/pizarra digital). La elección de la forma en que se ofrecen los conocimientos depende del nivel de los participantes y de las posibilidades físicas en el entorno de aprendizaje.
Después de tratar con el texto de aprendizaje, se plantean todo tipo de puntos con los que otros pueden ahora también editar/mejorar sus propios textos. Esto se puede hacer en parejas (véase Edición en parejas - Ligero o Más intensivo) e individualmente. Los puntos a trabajar pueden ser colocados en un (digi)tablero, en un póster suelto en la pared o en el cuaderno de cada participante.

Oficina de edición

Duur < ± 55 minuten

Si el grupo es avanzado, el profesor puede establecer un "escritorio de edición". Un grupo de participantes comprueba las historias para ver si hay errores de ortografía, puntuación y estructura de la oración. No corrigen el texto, pero sí subrayan las palabras sobre que tienen algo de duda. También pueden hacer al autor del texto una pregunta escrita sobre el contenido del mismo. Los participantes funcionen de forma rotatoria y así todos tengan la oportunidad de experimentar con el papel de editor.