Diferencia entre revisiones de «Organisatie»
Línea 19: | Línea 19: | ||
{{#info:Leer [https://www.monografias.com/trabajos109/gestion-aula/gestion-aula.shtml más] sobre las técnicas de gestión de clases.|note}} | {{#info:Leer [https://www.monografias.com/trabajos109/gestion-aula/gestion-aula.shtml más] sobre las técnicas de gestión de clases.|note}} | ||
− | {{#info:Otro piso útil en la gestión de clases es | + | {{#info:Otro piso útil en la gestión de clases es de Maria C. Davina.|note}} |
Revisión del 10:59 13 nov 2020
Organización en un grupo
La metodología Sé Visible ofrece una estructura clara para lecciones en las que las personas pueden aprender unas de otras.
La estructura admite:
- abordando todos los estilos de aprendizajePor supuesto, que hay diferentes descripciones de los estilos de aprendizaje. </br>Vermunt describe el estilo de aprendizaje como "un conjunto coherente de estrategias de aprendizaje, modelos de aprendizaje y orientación del aprendizaje, que es característico de un estudiante en un período de tiempo determinado".;
- la racionalización de la interacción de grupo, el equilibrio positivo entre la atención al aprendizaje y el proceso grupal;
- un énfasis en la cooperación entre los participantes y entre el profesor y los participantes;
- un proceso de aprendizaje en el que el profesor retiene la responsabilidad final pero permite a los participantes crecer en la asunción de responsabilidades;
- la independencia de los participantes;
- formas transparentes de trabajo con alternancia de ritmo y alineación de nivel.
La investigación de Jacob Kounin
Leer más sobre las técnicas de gestión de clases.
Otro piso útil en la gestión de clases es de Maria C. Davina.
(1970) sobre la gestión de las aulas ha revelado cinco aspectos que el profesor puede utilizar para mejorar la eficacia de las reuniones que Sé Visible tiene en cuenta:
1. De docent heeft bewuste aandacht in het moment.
De docent is alert en kan zo de verslappende aandacht van deelnemers opvangen. Door goed op te letten doorziet hij de bron van onrust en speelt daarop in voordat het de sfeer in de groep kan bepalen. Het doel is dus om dit soort situaties voor te zijn.
2. Tweesporenbeleid van Kounin.
De docent er is in staat om diverse taken kort op elkaar uit te voeren. Een voorbeeld van tweesporenbeleid is dat de docent zowel actief lesgeeft en tegelijkertijd ook het groepsproces ondersteunt. Dit betekent dat de docent kennis overdraagt, maar ook in de gaten houdt of de kennis op de beoogde manier aankomt bij de deelnemers. De docent evalueert steeds of dit goed gaat en stuurt de deelnemers bij als dat nodig is.
3. De continuïteit en het ritme van de bijeenkomst.
Deze twee instrumenten kunnen worden voorbereid voor de les en helpen de docent de bijeenkomst te sturen. Dit is in de werkstructuur van een les terug te zien in de afwisseling en het tempo van de opdrachten. De docent kan bijvoorbeeld een fysieke oefening inzetten om de energie van de groep op peil te brengen, onder het credo: ontspanning voor inspanning.
4. Delegeren van verantwoordelijkheden.
De docent kan zijn doeltreffendheid vergroten door de deelnemers verantwoordelijkheden te geven die aansluiten bij hun ontwikkelingsniveau.
Een klein voorbeeld is dat de docent een deelnemer uitnodigt om de woordspin mee te schrijven op het bord.
Een ander voorbeeld is dat de docent de tweede bijeenkomst aan de deelnemers vraagt: 'Wie kunnen de volgende keer samen de energieke oefening leiden?'
Een groter voorbeeld is dat docent aan de deelnemers vraagt: 'Wie kan er een eigen ervaring voorbereiden om de volgende keer mee te starten?'
Vanzelfsprekend neemt de docent de tijd om deze activiteiten met de deelnemer(s) voor te bereiden.
5. Zorgen voor voldoende uitdaging en afwisseling.
De activiteiten mogen noch te makkelijk noch te moeilijk zijn, omdat in beide gevallen deelnemers hun aandacht verliezen en daardoor minder goed kunnen werken. De opdrachten die de docent geeft zijn afhankelijk van de gestelde ontwikkel-doelen, de voorkennis van de deelnemers en de tijd die nodig is om kennis te verwerven en te delen. Daarnaast zorgt de docent voor extra opdrachten voor deelnemers die sneller werken.
Tot slot zorgt de docent ervoor dat de lesruimte zo effectief mogelijk is ingericht, zodat het rust uitstraalt, de loopwegen logisch en makkelijk begaanbaar zijn, de materialen geordend worden aangeboden, de docent goed te vinden is en er een duidelijke organisatie van activiteiten is. Afhankelijk van de setting en de deelnemer(s) kunnen pictogrammenEffect van het gebruik van pictogrammen is ondersteuning bij plannen en organiseren in visuele vorm zodat er minder tijd nodig is voor herhaaldelijk uitleggen en deelnemers snel overzicht kunnen krijgen. Een hulpmiddel in communicatie. de ordening in de lesruimte ondersteunen. Deze kunnen ook samen met de deelnemer(s) gemaakt worden.