Diferencia entre revisiones de «Presenteren BV»

Revisión del 00:15 10 dic 2019

Presenteren

Tussendoor les 1 tot en met les 12

Bij het presenteren is de voorbereiding van belang. Ook het kunnen bedenken wat er voorbereid moet worden. Presentatie is een moment waarop alles samenkomt, het moment suprême. Aspecten als samenwerken, vooruitdenken, concentreren en leren omgaan met spanning worden getraind. De docent verleidt de deelnemers op verschillende niveaus zodat zij steeds helderder worden in de communicatie. De verschillende niveaus zijn uitingsvormen: spreken, schrijven, tekenen, muziek, bewegen, toneelspelen.

Tussendoor presenteren zorgt voor

De deelnemers kunnen zo ervaren hoe ze overkomen en dit eventueel bijsturen. Ze kunnen een succesbeleving ervaren omdat ze in een veilige omgeving iets van zichzelf laten zien waar durf en lef voor nodig is. Het in groepsverband opvoeren van je eigen werk heeft effect op de persoonsvorming. Het stimuleert de intrinsieke motivatie om te leren. Het boekje dat de deelnemers maken kan eveneens stimulerend voor de intrinsieke motivatie zijn.

Tips die je de deelnemers mee kunt geven

Maak een keuze in wat je gaat voorlezen;
Lees niet te veel voor;
Laat de tekst klinken, lees rustig voor, met pauzes tussen de regels en verstaanbaar voor de luisteraar;
Ga op een stoel staan en beeld je in dat de tekst achter in de klas ook verstaanbaar moet zijn;
Lees een tekst twee keer voor.

Eindpresentatie de 13^de bijeenkomst

Ter voorbereiding van deze bijeenkomst wordt met de deelnemers overlegd wat ze willen doen. Dat kan zijn een verhaal voorlezen uit hun boek, een dialoog opvoeren met een andere deelnemer of samen met een groepje een van de verhalen vertolken op toneel. Een presentatie duurt nooit langer dan 5 minuten. De deelnemers bereiden hun presentatie voor. De docent oriënteert degenen die voor toneel hebben gekozen; denk aan een begin, midden en einde in de scène. Daarna is er een repetitie waarbij duidelijker wordt wat ze willen meebrengen aan rekwisieten en hoe ze de presentatie gaan vormgeven. De docent is aanwezig als vraagbaak en organiseert de doorloop op de repetitie. Vervolgens op de dag van de presentatie voor publiek (ouders, grootouders, vrienden, medeleerlingen etc.) is er nog een snelle doorloop zodat eventueel geluid en licht kunnen worden ingesteld. Daarna is de eindpresentatie. Na afloop kunnen de deelnemers de boekjes lezen met degenen de ze uitgenodigd hebben. De boekjes kunnen ook nog nadien in andere klassen gelezen of voorgelezen worden.

@@ Línea 22: / Línea 22: @@
 <br>
 <br>
-<h4>Boekje</h4>
-Een boekje wordt makkelijker gelezen dan een stapel losse teksten. Het maken van een boekje is een individueel proces. Aan het begin van de lessenserie krijgt iedere deelnemer een blanco boekje met 12 pagina’s met verschillende opmaak. Elke les heeft een eigen pagina met een basale structuur die vaststaat. Ook zit er in elk boekje een plastic mapje waar de teksten in klad bewaard kunnen worden. De kaft van het boekje is van wit karton. Bij aanvang van de lessenserie zetten de deelnemers met grote letters hun naam op het boekje. Ook kan de docent er voor kiezen de deelnemers de kaft uitgebreider vorm te laten geven. Afhankelijk van de deelnemersgroep kan de docent ervoor kiezen het papieren boekje om te zetten in een digitale versie (o.a. Prezi, website of andere digitale vormen).
-<br>
-<h5>Een boekje maken zorgt voor</h5>
-Doel van het boekje is dat je het kan delen met anderen en trots bent op het resultaat. Ook biedt het boekje de mogelijkheid om in de loop van de tijd terug te blikken en kan de deelnemer zich bewust worden van zijn eigen ontwikkeling.