Diferencia entre revisiones de «Voorbereiden BV»

Línea 23: Línea 23:
 
<h4>'''Boekje voorbereiden'''</h4>
 
<h4>'''Boekje voorbereiden'''</h4>
 
Een boekje wordt makkelijker gelezen dan een stapel losse teksten. Het maken van een boekje is een individueel proces. Aan het begin van de lessenserie krijgt iedere deelnemer een blanco boekje met 12 pagina’s met verschillende opmaak. Elke les heeft een eigen pagina met een basale structuur die vaststaat. Ook zit er in elk boekje een plastic mapje waar de teksten in klad bewaard kunnen worden. De kaft van het boekje is van wit karton. Bij aanvang van de lessenserie zetten de deelnemers met grote letters hun naam op het boekje. Ook kan de docent er voor kiezen de deelnemers de kaft uitgebreider vorm te laten geven. Afhankelijk van de deelnemersgroep kan de docent ervoor kiezen het papieren boekje om te zetten in een digitale versie (o.a. Prezi, website of andere digitale vormen).
 
Een boekje wordt makkelijker gelezen dan een stapel losse teksten. Het maken van een boekje is een individueel proces. Aan het begin van de lessenserie krijgt iedere deelnemer een blanco boekje met 12 pagina’s met verschillende opmaak. Elke les heeft een eigen pagina met een basale structuur die vaststaat. Ook zit er in elk boekje een plastic mapje waar de teksten in klad bewaard kunnen worden. De kaft van het boekje is van wit karton. Bij aanvang van de lessenserie zetten de deelnemers met grote letters hun naam op het boekje. Ook kan de docent er voor kiezen de deelnemers de kaft uitgebreider vorm te laten geven. Afhankelijk van de deelnemersgroep kan de docent ervoor kiezen het papieren boekje om te zetten in een digitale versie (o.a. Prezi, website of andere digitale vormen).
 +
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<h5>'''Belang van een boekje maken'''</h5>
 
<h5>'''Belang van een boekje maken'''</h5>

Revisión del 11:37 14 dic 2019

naarir air air air air air air air air air air air air air aBeter Verwoorden leskeuze spaans.jpeg

Voorbereiden


De docent neemt de volgende stappen als voorbereiding:

  1. Kies een thema. Het kan zijn dat de docent dit thema heeft afgeleid uit gesprekken in de klas of dat het thema is ontstaan in een eerdere les. Ook kan de docent het thema kiezen gebaseerd op een zelf gekozen tekst of de theorie die in de planning behandeld gaat worden. Vooraf aan, of samenvallend met, kies een thema: Kies een column. Ga na welke thema's er uit de column naar voren kunnen komen. Het kan zijn dat de docent een thema heeft afgeleid uit gesprekken in de klas of dat het thema is ontstaan in een eerdere les dan kan de docent een column kiezen die hierop kan aansluiten.
  2. Kies fysieke oefeningen, waarvan één als opwarmer en de ander passend bij het thema.
  3. Kies een eigen ervaring die verwantschap heeft met het thema. Bereid deze voor.
  4. Kies een creatieve oefening waarmee de deelnemers hun ervaring kunnen illustreren en zichzelf laten zien.
  5. Kies of en zo ja welke opdracht de leerlingen krijgen als huiswerk ter voorbereiding. Bijvoorbeeld een tekst om te lezen, een situatie om te bezoeken en beschrijven, een of meer vragen opstellen naar aanleiding van het onderwerp. Maak een keuze uit bijvoorbeeld een tekst, roman, gedicht, essay of kort verhaal om te lezen dat in een later stadium op een natuurlijke manier kan aansluiten bij een verwerkingsvorm.
  6. Maak een herinneringslijst/poster (eventueel met pictogrammen) voor de afspraken die gemaakt zijn over het omgaan met elkaar.
  7. Kies een extra taak voor de leerlingen die klaar zin en even moeten wachten zodat ze anderen niet gaan afleiden.
  8. Kijk op welke manier je teams wilt vormen. Wie werkt met wie samen? De docent kan dit verschillende manieren beïnvloeden.
  9. Organiseer de ruimte; kunnen de leerlingen in een kring zitten? Is er ruimte om te bewegen, schrijven, clipboards of tafels?
  10. Alle benodigde materialen voor de dynamieken, het maken van het beeld en de opdrachten. Bij de lesplannen staan de materialen vermeldt.


Boekje voorbereiden

Een boekje wordt makkelijker gelezen dan een stapel losse teksten. Het maken van een boekje is een individueel proces. Aan het begin van de lessenserie krijgt iedere deelnemer een blanco boekje met 12 pagina’s met verschillende opmaak. Elke les heeft een eigen pagina met een basale structuur die vaststaat. Ook zit er in elk boekje een plastic mapje waar de teksten in klad bewaard kunnen worden. De kaft van het boekje is van wit karton. Bij aanvang van de lessenserie zetten de deelnemers met grote letters hun naam op het boekje. Ook kan de docent er voor kiezen de deelnemers de kaft uitgebreider vorm te laten geven. Afhankelijk van de deelnemersgroep kan de docent ervoor kiezen het papieren boekje om te zetten in een digitale versie (o.a. Prezi, website of andere digitale vormen).

Belang van een boekje maken

Doel van het boekje is dat je het kan delen met anderen en trots bent op het resultaat. Ook biedt het boekje de mogelijkheid om in de loop van de tijd terug te blikken en kan de deelnemer zich bewust worden van zijn eigen ontwikkeling.

Hoe ziet de structuur van de lessen er uit?

De structuur van de 12 lessen van de lessenserie Beter Verwoorden – Laat Je Zien is:

  • Voorbereiding - Kring;
  1. Opmaat Fysieke Oefeningen: Energieke Dynamiek & Fysieke Dynamiek passend bij het onderwerp;
  2. Stap 1 Eigen Ervaring: Vertelkring - Lijstje maken en kiezen - Twee aan twee (vertellen, gericht luisteren en gericht drie vragen stellen) - Tekst in klad schrijven;
  3. Stap 2: Kennis inventariseren en aanvullen gebeurt tussen de regels door in deze lessenserie. De nadruk ligt op het vormgeven en delen van de eigen ervaringen. Er vindt geen specifieke kennisoverdracht plaats daarom is afgeweken van de werkstructuur van het drieluik;
  4. Stap 3: Actie - Toepassen / presenteren - toneel - dichten - muziek - beeld - foto - clip ...
  • Presenteren (verhaal voorlezen a.d.h.v. beeld, verhaal op muziek, verhaal als toneel);
  • Tussentijds voorlezen in tweetallen;
  • Tekst in net schrijven;
  • Beeld maken;
  • Boekje.

Uitvoeren in de praktijk komt bij de afsluitende openbare bijeenkomst aan de orde.
Tijdens de voorbereidingen is er aandacht voor reflectie en evaluatie.

Uitbreiden met kennisoverdracht en praktijk toepassingen is mogelijk via de drieluik-werkstructuur van Laat Je Zien.

Waar op letten?

De vier activiteiten - vertelkring, lijstje maken en kiezen, twee aan twee vertellen en tekst in het klad schrijven (totaal ±30 minuten)- zonder onderbreking na elkaar uitvoeren. Andere activiteiten kunnen qua planning ook verdeeld over een periode uitgevoerd worden.

De lessen serie Beter Verwoorden bestaat uit 12 lessen plus een afsluitende bijeenkomst. De volgorde van de lessen is van belang; de opbouw is zo dat er gestart wordt met het wakker maken van de zintuigen, de basis voor waarnemen en ervaren. Daarna komen er nog elf andere onderwerpen aanbod waarbij de ervaringen intiemer worden en zelfbewuster.

Belang van de volgorde

De volgorde van de onderwerpen zorgt voor een proces met rust en ruimte bij de deelnemers en dat versterkt de veiligheid in de klas. Als er geen ruimte is in het lesprogramma van de leerlingen voor 13 bijeenkomsten dan kan de lessenserie worden ingekort. Dan is het wel belangrijk rekening te houden met de volgorde van de onderwerpen in verband met de intimiteit; de docent draagt verantwoordelijkheid voor een goede afstemming op het niveau van de deelnemers.

Bijvoorbeeld: Kies uit de eerste vier lessen er een of twee vervolgens uit de daarop volgende vier lessen nog een of twee en daarna uit de laatste vier lessen er nog een of twee. Zo zijn er dan drie of zes bijeenkomsten.

Tijdpad

Iedere bijeenkomst duurt ongeveer 120 minuten en kan worden verdeeld over twee of drie klassikale momenten. Met thuisopdrachten is het goed mogelijk om de les in een week af te ronden.

Een podium voor het werk

De deelnemers maken een boekje waarmee ze een overzicht hebben over hun ontwikkeling. Uit dit boekje kiezen ze een bijdrage voor de expositie. De afsluitende bijeenkomst is openbaar, ouders en andere leerlingen worden uitgenodigd voor een optreden en de expositie. Ook kan de expositie op andere plekken buiten school worden gedeeld, bijvoorbeeld een bibliotheek, gemeente huis of een bedrijf. Het organiseren van een expositie kan een projecttaak zijn voor leerlingen.