Diferencia entre revisiones de «I Klas organisatie»
Línea 5: | Línea 5: | ||
<h3>Organisatie in een groep</h3> | <h3>Organisatie in een groep</h3> | ||
<br> | <br> | ||
− | De methodologie Laat Je Zien biedt een heldere structuur waarin plaats is voor wisselende inhoud op maat van iedere deelnemer en passend bij de leerdoelen uit de methode waar de docent mee werkt. Jacob Kounin | + | De methodologie Laat Je Zien biedt een heldere structuur waarin plaats is voor wisselende inhoud op maat van iedere deelnemer en passend bij de leerdoelen uit de methode waar de docent mee werkt. Het belang van een heldere structuur, goede afspraken en een heldere consequente evenwichtige houding van de docent draagt daaraan bij. Dat blijkt ook uit onderzoek dat vanaf 1970 door Jacob Kounin is gedaan naar het functioneren en organiseren van een groep en de bijdrage daarvan aan het leerproces van deelnemers. Op basis van zijn onderzoek komt Kounin tot vijf aspecten waar een docent aandacht aan kan besteden om zijn lessen en het lesgeven effectiever te laten zijn voor de deelnemers.<br> |
− | |||
− | |||
− | |||
<br> | <br> | ||
− | + | Door aandacht te geven aan deze vijf aspecten kan de docent de effectiviteit van haar/zijn lesgeven verbeteren:<br> | |
− | |||
# '''Aanwezig zijn als docent in het moment'''. Hiermee wordt bedoeld dat de docent een heldere en scherpe aandacht heeft voor alles wat er in de groep plaatsvindt. Het doel is om situaties voor te zijn. De docent ziet onrust aankomen en kan door een kleine bijsturing verloren aandacht van de deelnemers weer in de juiste richting plaatsten, namelijk het doen van het werk. De docent is alert aanwezig en kan zo verloren aandacht opvangen en ziet waar de bron is van onrust en speelt daar op in voordat deze onrust de sfeer in de groep bepaald. | # '''Aanwezig zijn als docent in het moment'''. Hiermee wordt bedoeld dat de docent een heldere en scherpe aandacht heeft voor alles wat er in de groep plaatsvindt. Het doel is om situaties voor te zijn. De docent ziet onrust aankomen en kan door een kleine bijsturing verloren aandacht van de deelnemers weer in de juiste richting plaatsten, namelijk het doen van het werk. De docent is alert aanwezig en kan zo verloren aandacht opvangen en ziet waar de bron is van onrust en speelt daar op in voordat deze onrust de sfeer in de groep bepaald. | ||
# '''Het kunnen uitvoeren van diverse taken kort op elkaar. Of zoals Kounin het noemt een twee sporen beleid.''' | # '''Het kunnen uitvoeren van diverse taken kort op elkaar. Of zoals Kounin het noemt een twee sporen beleid.''' |
Revisión del 18:25 16 ene 2020
Organisatie in een groep
De methodologie Laat Je Zien biedt een heldere structuur waarin plaats is voor wisselende inhoud op maat van iedere deelnemer en passend bij de leerdoelen uit de methode waar de docent mee werkt. Het belang van een heldere structuur, goede afspraken en een heldere consequente evenwichtige houding van de docent draagt daaraan bij. Dat blijkt ook uit onderzoek dat vanaf 1970 door Jacob Kounin is gedaan naar het functioneren en organiseren van een groep en de bijdrage daarvan aan het leerproces van deelnemers. Op basis van zijn onderzoek komt Kounin tot vijf aspecten waar een docent aandacht aan kan besteden om zijn lessen en het lesgeven effectiever te laten zijn voor de deelnemers.
Door aandacht te geven aan deze vijf aspecten kan de docent de effectiviteit van haar/zijn lesgeven verbeteren:
- Aanwezig zijn als docent in het moment. Hiermee wordt bedoeld dat de docent een heldere en scherpe aandacht heeft voor alles wat er in de groep plaatsvindt. Het doel is om situaties voor te zijn. De docent ziet onrust aankomen en kan door een kleine bijsturing verloren aandacht van de deelnemers weer in de juiste richting plaatsten, namelijk het doen van het werk. De docent is alert aanwezig en kan zo verloren aandacht opvangen en ziet waar de bron is van onrust en speelt daar op in voordat deze onrust de sfeer in de groep bepaald.
- Het kunnen uitvoeren van diverse taken kort op elkaar. Of zoals Kounin het noemt een twee sporen beleid.
Een andere belangrijke vaststelling door Kounin was dat succesvol klassenmanagement eerder gekenmerkt wordt door het nemen van maatregelen om problemen te voorkomen dan door de manier waarop men reageerde op problemen wanneer deze zich stelden. Met andere woorden: het is beter te voorkomen, dan te genezen.
Daarnaast is het van belang dat de leerkracht zorgt voor zo min mogelijk storingen gedurende de les. Op deze wijze wordt de lestijd zo effectief mogelijk benut. De leerkracht moet beschikken over goede didactische vaardigheden. Er moeten duidelijke regels en afspraken gelden, waarvan de leerlingen het nut inzien. Tot slot moet het klaslokaal effectief zijn ingericht: het moet rust uitstralen, loopwegen moeten logisch en makkelijk begaanbaar zijn en er moet voldoende uitdaging zijn voor de leerlingen.