Diferencia entre revisiones de «Bereid proef»

Línea 7: Línea 7:
 
<h3>'''Proef op de som'''</h3>
 
<h3>'''Proef op de som'''</h3>
 
<br>
 
<br>
De docent vraagt de deelnemers kort op te schrijven of te vertellen (afhankelijk van het niveau) hoe en wanneer ze aan de slag willen gaan met de uitkomsten van het drieluik. Kijk naar je ervaringen en naar de nieuwe kennis en vaardigheden die zijn besproken en/of geoefend. Maak je bewust wat je wilt behouden en waarmee je nu verder kunt gaan oefenen in het leven van alledag.
+
De docent vraagt de deelnemers kort op te schrijven of te vertellen (afhankelijk van het niveau) hoe en wanneer ze aan de slag willen gaan met de uitkomsten van het drieluik.
Word je bewust dat je voortaan altijd iets kunt aanpassen. Vertaal je wensen naar kleine doelen die bereikbaar zijn.
 
 
<br>
 
<br>
 +
<h5>'''Voorbereiden op Praktijk'''</h5>
 +
<h5>Duur ± 5 á 10 minuten minuten</h5>
 +
Hier is ruimte om de deelnemers een opdracht te geven: "Kijk naar je ervaring en naar de nieuwe kennis en vaardigheden die zijn besproken en/of geoefend. Maak je bewust wat je wilt behouden en waarmee je nu verder kunt gaan oefenen in het leven van alledag.
 +
Word je bewust dat je voortaan altijd iets kunt aanpassen. Vertaal je wensen naar kleine doelen die bereikbaar zijn".
 
<br>
 
<br>
Stel jezelf vragen als:
+
<br>
 +
De deelnemers schrijven een dergelijke situatie -kort- op.
 +
<br>
 +
<br>
 +
De docent geeft voorbeelden van vragen die de deelnemers zich kunnen stellen. De voorbeeldvragen past de docent aan op het begripsniveau van de deelnemers. Voorbeeldvragen:<br>
 
* Wat wil je bij het oude houden en waar denk je nu anders over?  
 
* Wat wil je bij het oude houden en waar denk je nu anders over?  
 
* Is er iets wat je bedacht hebt als je kijkt naar alles wat je hebt gehoord, gelezen en meegemaakt, waar je in de toekomst mee wil gaan experimenteren?  
 
* Is er iets wat je bedacht hebt als je kijkt naar alles wat je hebt gehoord, gelezen en meegemaakt, waar je in de toekomst mee wil gaan experimenteren?  
* Welke vaardigheden en/of instrumenten heb je tot je beschikking en hebben anderen tot hun beschikking?  
+
* Welke vaardigheden en/of instrumenten heb je tot je beschikking?
 +
* Welke vaardigheden en/of instrumenten hebben anderen tot hun beschikking? Ken je hen? Kun je ze leren kennen? Waar? Hoe kan je anderen benaderen om je te helpen?
 
* Is er iets wat je anders had willen doen of ervaren? Wat kan je daar aan doen in een nieuwe toekomstige situatie?
 
* Is er iets wat je anders had willen doen of ervaren? Wat kan je daar aan doen in een nieuwe toekomstige situatie?
 
<br>
 
<br>
De docent houdt in de gaten dat het gaat om bereikbare, bescheiden geformuleerde activiteiten. Vervolgens kan er een periode afgesproken worden dat de deelnemers met hun eigen gekozen en geplande activiteit gaan experimenteren, waarna er gekeken gaat worden hoe de uitvoering in de praktijk bevalt. Dan is er een moment van geplande evaluatie en reflectie. Mocht het nodig zijn kan de docent het proces altijd tussentijds aandacht geven.
+
De docent houdt in de gaten dat het gaat om bereikbare, bescheiden geformuleerde activiteiten. Vervolgens kan er een periode afgesproken worden dat de deelnemers met hun eigen gekozen en geplande activiteit gaan experimenteren, waarna er gekeken gaat worden hoe de uitvoering in de praktijk bevalt. Dan is er een moment van geplande evaluatie en reflectie, de afsluiting. Mocht het nodig zijn kan de docent het proces altijd tussentijds aandacht geven.
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 +
{{#set: Theorie=|Module=Lees|Serie=9xGrunberg|Les={{BASEPAGENAME}}}}

Revisión del 11:56 12 jun 2020

naar hoofdmenunaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaar9G1.jpeg

Proef op de som


De docent vraagt de deelnemers kort op te schrijven of te vertellen (afhankelijk van het niveau) hoe en wanneer ze aan de slag willen gaan met de uitkomsten van het drieluik.

Voorbereiden op Praktijk
Duur ± 5 á 10 minuten minuten

Hier is ruimte om de deelnemers een opdracht te geven: "Kijk naar je ervaring en naar de nieuwe kennis en vaardigheden die zijn besproken en/of geoefend. Maak je bewust wat je wilt behouden en waarmee je nu verder kunt gaan oefenen in het leven van alledag. Word je bewust dat je voortaan altijd iets kunt aanpassen. Vertaal je wensen naar kleine doelen die bereikbaar zijn".

De deelnemers schrijven een dergelijke situatie -kort- op.

De docent geeft voorbeelden van vragen die de deelnemers zich kunnen stellen. De voorbeeldvragen past de docent aan op het begripsniveau van de deelnemers. Voorbeeldvragen:

  • Wat wil je bij het oude houden en waar denk je nu anders over?
  • Is er iets wat je bedacht hebt als je kijkt naar alles wat je hebt gehoord, gelezen en meegemaakt, waar je in de toekomst mee wil gaan experimenteren?
  • Welke vaardigheden en/of instrumenten heb je tot je beschikking?
  • Welke vaardigheden en/of instrumenten hebben anderen tot hun beschikking? Ken je hen? Kun je ze leren kennen? Waar? Hoe kan je anderen benaderen om je te helpen?
  • Is er iets wat je anders had willen doen of ervaren? Wat kan je daar aan doen in een nieuwe toekomstige situatie?


De docent houdt in de gaten dat het gaat om bereikbare, bescheiden geformuleerde activiteiten. Vervolgens kan er een periode afgesproken worden dat de deelnemers met hun eigen gekozen en geplande activiteit gaan experimenteren, waarna er gekeken gaat worden hoe de uitvoering in de praktijk bevalt. Dan is er een moment van geplande evaluatie en reflectie, de afsluiting. Mocht het nodig zijn kan de docent het proces altijd tussentijds aandacht geven.