Diferencia entre revisiones de «Evalueren»
Línea 58: | Línea 58: | ||
</div> | </div> | ||
</div> | </div> | ||
− | {{#set: Theorie=Laat Je Zien|Module= | + | {{#set: Theorie=Laat Je Zien|Module=Lees|Serie=9xGrunberg|Les={{BASEPAGENAME}}}} |
[[Categorie:Sjabloon]] | [[Categorie:Sjabloon]] |
Revisión del 12:50 12 jun 2020
Afsluiting
De afsluiting bestaat uit een aantal deelactiviteiten. Iedere keer bepaalt de docent het tijdsinterval en hoe veel aandacht er gaat naar naar ieder onderdeel van het afsluiten. Het is belangrijk om stil te staan bij ervaringen van de deelnemers in de praktijk na een proces met nieuwe inzichten en/of vaardigheden.
Evalueren
De docent heeft de keuze over de wijze waarop geëvalueerd gaat worden en de tijd die er aan besteedt wordt.
Er zijn diverse mogelijkheden een aantal voorbeelden worden hier kort genoemd:
- De docent vraagt de deelnemers - kort - bijvoorbeeld in een zin op te schrijven wat ze van de les meenemen; een soort slogan voor zichzelf te bedenken. Of door de leerlingen een woord te laten kiezen dat voor hen belangrijk is als ze terug denken aan de les, en dit woord op te schrijven. De docent kan hiervoor een standaard afbeelding gebruiken zoals bijvoorbeeld een tekening van een koffer, een gereedschapskist of een afbeelding die de leerling kan opslaan in haar/zijn telefoon. Daarna heeft een leerling een digitale expositie met zelfgemaakte aanmoedigingen en geheugensteuntjes.
- Uitgebreider evalueren kan ook, de docent vraagt de deelnemers om aan de hand van een aantal vragen te kijken en onderzoeken wat ze hebben gedaan en meegemaakt. Het instrument, een vragenlijst, kan de docent alleen maken of in samenspraak met de deelnemers. De vragenlijst kan ook digitaal via een aantal apps worden gemaakt en aangeboden. De docent kan ook een opdracht geven om een vragenlijst te maken aan een wisselende groep deelnemers, evaluatieteam. Om de deelnemers te ondersteunen kan een voorbereide basislijst van vragen het uitgangspunt zijn. Gedurende het evaluatieproces kan deze worden aangepast. Ook er zijn veel mogelijkheden voor het samenstellen van teams in de groep en de opdracht voor het maken van vragen kan ook variëren. Zo kan ieder team een of twee vragen bedenken en alle vragen samen vormen dan de evaluatie. Belangrijk is dat de docent er voor zorgt dat iedereen ervaring op doet met het maken van een evaluatie instrument.
In het hele proces zitten elementen die versterkend zijn voor de autonomie, voor gevoel van competentie en verbinding met anderen. Deze elementen worden in de zelfdeterminatie-theorie beschreven als kernpunten van welbevinden (Deci & Ryan, 1991).
Na een evaluatie is het mogelijk om te komen tot een reflectie over de betekenis van het proces en de inhoud.
Reflectie
Reflecteren is filosofisch van aard. Dit kan worden gedaan met de hele groep in een kring of in teams van twee of vier of individueel. De keuze is aan de docent en is onder andere afhankelijk van het niveau van de deelnemers en de tijd die beschikbaar is.
In de reflectie op de stappen uit de drieluik word je bewust van je oordelen en de uitwerking die deze oordelen hebben op een situatie. Neem je oordeel niet als waarheid aan maar als uitgangspunt. Dit vergroot de compassie met jezelf en anderen. Laat twijfel toe, leer dat je ieder moment weer een nieuwe kijk kunt ontwikkelen op ervaringen mensen, situaties en kennis.
Deze manier van werken activeert de deelnemers om samenhang en verbinding te zien tussen dagelijkse eigen ervaringen en kennis. Andere voorbeelden van vragen die de docent de deelnemers zichzelf kan laten stellen zijn: hoe kan nieuwe kennis jouw nieuwe ervaringen beïnvloeden? Wil je meer weten? Voer je een taak uit en denk je erover na?
Reflecteren, met name in groepsverband, verhoogt de intrinsieke motivatie om kennis te verwerven en vervolgens toe te passen tijdens het uitvoeren van een taak. Dit stimuleert het leven-lang-leren (Lifelong learning, Jarvis, P., 2007).
Na aandacht voor evaluatie en reflectie is het tijd om door te gaan en ontstaat er vaak vanzelf een nieuw onderwerp voor een volgende cyclus.
Nieuwe Cyclus
Het proces van Laat Je Zien is als een cirkel te zien. Aan het einde van een proces ontstaan nieuwe vragen of interesses en daaruit kunnen nieuwe thema's naar voren komen om weer een nieuwe cirkel te starten.
Het kan zijn dat een nieuw onderwerp in een moeite door, op een natuurlijke manier zegt men wel eens, na een van de activiteiten Proef op de som, Evaluatie of Reflectie vanzelf naar voren komt. De docent houdt dit bij op een lijstje zodat een nieuw thema of onderwerp altijd beschikbaar is. Het kan ook dat de docent de deelnemers bewust naar aanleiding van de verschillende activiteiten laat nadenken of er nieuwe thema's zijn die ze belangrijk vinden om te gaan onderzoeken.
Een thema of onderwerp is doordat het ruime aanknopingspunten biedt altijd in te bedden in de bestaande lesmodules, opdrachten en lesplannen. De docent heeft hier vrijheid en kan op zoek gaan naar de aanknopingspunten en daar vanuit het bestaande materiaal en verrijkende extra informatie een zinvolle invulling aan te geven.