Diferencia entre revisiones de «Plezier»
Línea 11: | Línea 11: | ||
<br> | <br> | ||
<br> | <br> | ||
− | Alle verschillende werkvormen uit de methodologie Laat Je Zien zijn gekozen | + | Alle verschillende werkvormen uit de methodologie Laat Je Zien zijn gekozen met aandacht voor plezier voor de deelnemers en de docenten. Dat geven gebruikers van Laat Je Zien aan in evaluaties van workshops en les ervaringen. De eigen ervaring van de deelnemers is de basis, het uitgangspunt van waaruit uitwisselen, verkennen, bestuderen en oefenen als relevant, veilig en plezierig wordt beleeft. |
<br> | <br> | ||
<br> | <br> |
Revisión del 12:53 18 ago 2020
Plezier in de hoofdrol
Plezier bevordert motivatie en stimuleert het leerproces.
Door plezier ontstaat ontspanning. Ontspanning is een belangrijke factor in het ervaren van welbevinden door mensen, het biedt een tegenwicht voor de negatieve emoties (ervaringen) die mensen in hun leven hebben gehad. Samen plezier hebben geeft vertrouwen, veiligheid en energie. Het zet alle deelnemers open voor samen verkennen, ontdekken, leren en leven.
Alle verschillende werkvormen uit de methodologie Laat Je Zien zijn gekozen met aandacht voor plezier voor de deelnemers en de docenten. Dat geven gebruikers van Laat Je Zien aan in evaluaties van workshops en les ervaringen. De eigen ervaring van de deelnemers is de basis, het uitgangspunt van waaruit uitwisselen, verkennen, bestuderen en oefenen als relevant, veilig en plezierig wordt beleeft.
In het artikel van Judy Willis (2007) The Neuroscience of Joyful Education komt naar voren hoe plezier en leren elkaar beïnvloeden. Onderbouwt op basis van een aantal door Willis genoemde onderzoeken blijkt dat plezier leren versterkt:
- Deelnemers leren beter als de ervaring in de lessituatie plezierig is en relevantie heeft voor het leven, de belangstelling en ervaringen van de deelnemers (Chugani, 1998; Pawlak, Magarinos, Melchor, McEwan, & Strickland, 2003).
- Deelnemers onthouden het geleerde beter als het met een sterke positieve emotie samenhangt (Dulay & Burt, 1977; Krashen, 1982).
- Stress, verveling, verwarring, lage motivatie, and angst kunnen ieder apart en in combinatie het leren belemmeren (Christianson, 1992).
- Bij deelnemers die minimale stress ervaren en die betrokken en gemotiveerd zijn, vloeit informatie vrij langs de affectieve filter in de amygdala. Deze deelnemers behalen hogere cognitieve niveaus, leggen betekenisvolle verbindingen en ervaren regelmatig aha-momenten. Dit soort leren ontstaat niet in stille leeromgevingen met een docent die een lezing geeft, maar in leeromgevingen waar een sfeer is van energiek samen onderzoeken en ontdekken (Kohn, 2004).