Diferencia entre revisiones de «Opmaat BV1»

Línea 5: Línea 5:
 
<div class="small-6 large-offset-2 columns">
 
<div class="small-6 large-offset-2 columns">
  
<h3>'''Inicio leccion 1 - Fruta'''</h3>
+
<h3>'''Inicio lección 1 - Fruta'''</h3>
 
<br>
 
<br>
<h5>'''De ruimte'''</h5>
+
<h5>'''La habitación'''</h5>
<h5>Duur ± 2 minuten / de hele groep</h5>   
+
<h5>Duración: ± 2 minutos / Grupo entero</h5>   
 
De stoelen staan in een kring. Iedereen zit. Op het bord / flip-over staat de structuur van de les. De docent kan dit ook nog even bespreken.
 
De stoelen staan in een kring. Iedereen zit. Op het bord / flip-over staat de structuur van de les. De docent kan dit ook nog even bespreken.
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<h4>'''Energieke Dynamiek'''</h4>  
 
<h4>'''Energieke Dynamiek'''</h4>  
<h5>Duur ± 5 minuten / de hele groep</h5>
+
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
<h5>'''''Fruitspel'''''</h5>
+
<h5>'''Fruitspel'''</h5>
Alle deelnemers zitten in de kring en '''er is één stoel minder''' en op die plek staat een deelnemer. De eerste keer is dit de docent. Alle deelnemers krijgen een naam van vier verschillende fruitsoorten. Bijvoorbeeld: Appel, peer, banaan en aardbei. Vier fruitsoorten bij een groepsgrootte van 20 (bij iedere 5 deelnemers meer een andere fruitsoort toevoegen). De staande persoon noemt een fruitsoort. De deelnemers met die naam wisselen van stoel. Je mag niet meer terug naar je eigen stoel. De staande persoon gaat ook zitten op een van de vrijgekomen stoelen. Degene die nu overblijft zonder stoel is degene die op zijn beurt een naam van een fruitsoort roept. Bij het woord fruitmand loopt iedereen. Je kunt het spel ook variëren door twee of drie fruitsoorten te noemen.  
+
<h5>Duur: ± 5 minuten – Hele groep</h5>
 +
  <div class="mw-collapsible-content">
 +
Alle deelnemers zitten in de kring en de docent staat voor de eerste ronde, want er is één stoel minder. Alle deelnemers krijgen een naam van een fruitsoort, bijvoorbeeld appel, peer, banaan en aardbei. Vier fruitsoorten worden er gebruikt bij een groepsgrootte van twintig (bij elke vijf deelnemers extra een andere fruitsoort toevoegen). Degene die staat, noemt een fruitsoort. De deelnemers met die fruitsoort wisselen van stoel en mogen niet meer terug naar hun eigen stoel. Degene die staat, gaat ook zitten op een van de vrijgekomen stoelen. Degene die nu overblijft zonder stoel, roept op zijn beurt een naam van een fruitsoort. Bij het woord ‘fruitmand’ loopt iedereen. Je kunt het spel ook variëren door twee of drie fruitsoorten te noemen in plaats van een.
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
''Effect - energie, fysieke alertheid, concentratie, groepsdynamica en ontspanning/ plezier''
+
''Effect van de oefening: energie, fysieke alertheid en concentratie verhogen, groepsdynamica en ontspanning/plezier stimuleren.''
 
<br>
 
<br>
 +
  </div>
 +
</div>
 +
 
<br>
 
<br>
 
<h4>'''Dynamiek passend bij het onderwerp'''</h4>
 
<h4>'''Dynamiek passend bij het onderwerp'''</h4>
 
<h5>Duur ± 2x 10 minuten / de hele groep</h5>
 
<h5>Duur ± 2x 10 minuten / de hele groep</h5>
<h5>'''''Spel 1'''''</h5>
+
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
De docent start als voorbeeld met een beschrijving van een vrucht. De naam van de vrucht wordt niet genoemd, alleen de kenmerken van het fruit worden beschreven. De groep raadt. Degene die het goede antwoord geeft, krijgt de beurt om te beschrijven en wordt dan de leider. Afhankelijk van het sociale vermogen van de groep laat je ze roepen of geef je ze de beurt. Degene die beschrijft is de leider.
+
<h5>'''Proeven en omschrijven: Spel 1 & 2'''</h5>
 +
  <div class="mw-collapsible-content">
 +
 
 +
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 +
<h5>'''Spel 1: Beschrijven en raden'''</h5>
 +
<h5>Duur: ± 10 minuten – Hele groep</h5>
 +
  <div class="mw-collapsible-content">
 +
De docent begint als voorbeeld met het beschrijven van een fruitsoort. De naam van de fruitsoort wordt niet genoemd. De docent beschrijft alleen de kenmerken van het fruit. De groep raadt welk fruit het is. Degene die het goede antwoord geeft, krijgt de beurt om te beschrijven en wordt dan de leider. Afhankelijk van het sociale vermogen van de groep laat je ze roepen of geef je ze de beurt. Degene die beschrijft, is de leider.
 +
  </div>
 +
</div>
 +
 
 +
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 +
<h5>'''Spel 2: Proeven en omschrijven'''</h5>
 +
<h5>Duur: ± 10 minuten – Hele groep</h5>
 +
  <div class="mw-collapsible-content">
 +
Een deelnemer wordt geblinddoekt en proeft een stukje fruit en beschrijft de smaken. De kernwoorden worden op het bord geschreven. Daarna proeft iedereen hetzelfde fruit en kunnen er extra woorden worden toegevoegd. Een aantal deelnemers geeft een beschrijving.
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
<h5>'''''Spel 2'''''</h5>
+
<h5>'''Variant'''</h5>  
Een deelnemer wordt geblinddoekt en proeft een stukje fruit en beschrijft wat hij proeft. De kernwoorden worden op het bord geschreven. Daarna proeft iedereen hetzelfde fruit en kunnen er extra woorden worden toegevoegd. Een aantal deelnemers geeft een beschrijving.
+
De docent kan ook niet aangesneden fruit onder een doek leggen. Een iemand wordt geblinddoekt. Hij/zij kiest op de tast een stuk fruit en beschrijft wat hij/zij voelt. Hij/zij mag niet meteen zeggen wat het is. Het gaat om de beschrijving.
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
<h5>'''''Variant'''''</h5>
+
''Effect van de oefening: het ontwikkelen van waarneming en taligheid.''
De docent kan ook niet aangesneden fruit onder een doek leggen. Eén iemand wordt geblinddoekt. Hij kiest een stuk fruit en beschrijft  wat hij voelt. (mag niet meteen zeggen wat het is)
 
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
''Effect - Ontwikkelen van waarneming en taligheid''
 
 
<h5>'''Voorbereiden'''</h5>
 
<h5>'''Voorbereiden'''</h5>
* Schalen met op iedere schaal een andere fruitsoort, ongeveer per vijf deelnemers een extra fruitsoort toevoegen. Het fruit is voorbereid, in kleine stukken gesneden met prikkers.
+
* Bij twintig deelnemers vier schalen klaarleggen met op iedere schaal een andere fruitsoort (ongeveer per vijf deelnemers extra een schaal en fruitsoort toevoegen). Het fruit is in kleine stukken gesneden en er staan prikkers of kleine vorken naast;
* Drie theedoeken om de schalen mee af te dekken zodat het fruit niet gelijk zichtbaar is.
+
* Vier theedoeken om de schalen mee af te dekken, zodat het fruit niet gelijk zichtbaar is;
* Een blinddoek.
+
* Een blinddoek;
* Belletjes, of ander instrument dat geluid maakt.
+
* Belletjes, of een ander instrument dat geluid maakt;
 
* Bord of flip-over.
 
* Bord of flip-over.
    </div>
+
  </div>
    </div>
+
</div>
 +
  </div>
 +
</div>
 
{{#set: Theorie=Laat Je Zien|Module=|Serie=Beter Verwoorden|Les={{BASEPAGENAME}}}}
 
{{#set: Theorie=Laat Je Zien|Module=|Serie=Beter Verwoorden|Les={{BASEPAGENAME}}}}
 
[[Categorie:Sjabloon]]
 
 
[[Categoría:Sjabloon]]
 
  
 
[[Categoría:Sjabloon]]
 
[[Categoría:Sjabloon]]

Revisión del 12:03 17 nov 2020

ir a inicioir air air air air air air air air air air aMT1.jpeg

Inicio lección 1 - Fruta


La habitación
Duración: ± 2 minutos / Grupo entero

De stoelen staan in een kring. Iedereen zit. Op het bord / flip-over staat de structuur van de les. De docent kan dit ook nog even bespreken.

Energieke Dynamiek

Fruitspel
Duur: ± 5 minuten – Hele groep

Alle deelnemers zitten in de kring en de docent staat voor de eerste ronde, want er is één stoel minder. Alle deelnemers krijgen een naam van een fruitsoort, bijvoorbeeld appel, peer, banaan en aardbei. Vier fruitsoorten worden er gebruikt bij een groepsgrootte van twintig (bij elke vijf deelnemers extra een andere fruitsoort toevoegen). Degene die staat, noemt een fruitsoort. De deelnemers met die fruitsoort wisselen van stoel en mogen niet meer terug naar hun eigen stoel. Degene die staat, gaat ook zitten op een van de vrijgekomen stoelen. Degene die nu overblijft zonder stoel, roept op zijn beurt een naam van een fruitsoort. Bij het woord ‘fruitmand’ loopt iedereen. Je kunt het spel ook variëren door twee of drie fruitsoorten te noemen in plaats van een.

Effect van de oefening: energie, fysieke alertheid en concentratie verhogen, groepsdynamica en ontspanning/plezier stimuleren.


Dynamiek passend bij het onderwerp

Duur ± 2x 10 minuten / de hele groep
Proeven en omschrijven: Spel 1 & 2
Spel 1: Beschrijven en raden
Duur: ± 10 minuten – Hele groep

De docent begint als voorbeeld met het beschrijven van een fruitsoort. De naam van de fruitsoort wordt niet genoemd. De docent beschrijft alleen de kenmerken van het fruit. De groep raadt welk fruit het is. Degene die het goede antwoord geeft, krijgt de beurt om te beschrijven en wordt dan de leider. Afhankelijk van het sociale vermogen van de groep laat je ze roepen of geef je ze de beurt. Degene die beschrijft, is de leider.

Spel 2: Proeven en omschrijven
Duur: ± 10 minuten – Hele groep

Een deelnemer wordt geblinddoekt en proeft een stukje fruit en beschrijft de smaken. De kernwoorden worden op het bord geschreven. Daarna proeft iedereen hetzelfde fruit en kunnen er extra woorden worden toegevoegd. Een aantal deelnemers geeft een beschrijving.

Variant

De docent kan ook niet aangesneden fruit onder een doek leggen. Een iemand wordt geblinddoekt. Hij/zij kiest op de tast een stuk fruit en beschrijft wat hij/zij voelt. Hij/zij mag niet meteen zeggen wat het is. Het gaat om de beschrijving.

Effect van de oefening: het ontwikkelen van waarneming en taligheid.

Voorbereiden
  • Bij twintig deelnemers vier schalen klaarleggen met op iedere schaal een andere fruitsoort (ongeveer per vijf deelnemers extra een schaal en fruitsoort toevoegen). Het fruit is in kleine stukken gesneden en er staan prikkers of kleine vorken naast;
  • Vier theedoeken om de schalen mee af te dekken, zodat het fruit niet gelijk zichtbaar is;
  • Een blinddoek;
  • Belletjes, of een ander instrument dat geluid maakt;
  • Bord of flip-over.