Diferencia entre revisiones de «Laat Je Zien: Redigeren in Tweetallen»

Línea 6: Línea 6:
 
(Duur ±10 minuten)</h3><br>
 
(Duur ±10 minuten)</h3><br>
 
De twee manieren waarop de leerlingen in tweetallen kunnen samenwerken om hun teksten aan te scherpen zijn:  
 
De twee manieren waarop de leerlingen in tweetallen kunnen samenwerken om hun teksten aan te scherpen zijn:  
<h4>Tussentijds voorlezen in tweetallen (duur: ±5 minuten)</h4>
+
<h4>1. Tussentijds voorlezen in tweetallen en zelfstandig herschrijven(duur: ±5 minuten)</h4>
De docent geeft aan dat de leerlingen in hun tweetal hun teksten uitwisselen en aan elkaar voorlezen. Nummer 1 leest de tekst van nummer 2 voor en vice versa. Dit is een opmaat voor [[Laat Je Zien: Zelfstandig Redigeren|zelfstandig redigeren]], de schrijver kan horen of zijn tekst loopt en waar de lezer struikelt. Vervolgens geeft de docent de leerlingen de kans hun tekst aan te scherpen.
+
De docent geeft aan dat de leerlingen in hun tweetal hun teksten uitwisselen en aan elkaar voorlezen. Dit is een opmaat voor [[Laat Je Zien: Zelfstandig Redigeren|zelfstandig redigeren]]. Het stimuleert de bewustwording van het effect van de geschreven tekst en hoe deze door de ander begrepen wordt. Het voorlezen laat een tekst klinken en brengt hem tot leven. Het geeft de schrijver de gelegenheid zijn eigen woorden terug te horen en te luisteren en ervaren of zijn tekst qua ritme, zinsbouw en inhoud klopt. Doordat de schrijver hoort hoe iemand anders zijn tekst voorleest, kan hij erachter komen of zijn verhaal helder overkomt.<br>
# Voorlezen en zelfstandig herschrijven: Nummer één leest de tekst van nummer twee voor en vice versa. Dit stimuleert de bewustwording van de invloed van geschreven tekst en hoe dit door de ander begrepen wordt. Het voorlezen laat een tekst klinken en brengt hem tot leven. Het geeft de schrijver de gelegenheid zijn eigen woorden terug te horen en te luisteren en ervaren of zijn tekst qua ritme, zinsbouw en inhoud klopt. Doordat de schrijver hoort hoe iemand anders zijn tekst voorleest, kan hij erachter komen of zijn verhaal helder overkomt. Naar aanleiding van deze oefening kunnen de deelnemers hun tekst aanpassen en een tweede geredigeerde versie schrijven. Het gaat om het aanscherpen van formuleringen en het eventueel toevoegen van extra informatie die je verhaal duidelijker maakt.
+
Naar aanleiding van deze oefening kunnen de deelnemers hun tekst aanpassen en een tweede geredigeerde versie schrijven. Het gaat om het aanscherpen van formuleringen en het eventueel toevoegen van extra informatie die je verhaal duidelijker maakt.<br>
 +
<br>
 +
<h5>Instructie</h5>
 +
Nummer één leest de tekst van nummer twee voor en vice versa.Neem rustig de tijd, bereid het voorlezen voor en laat je teamgenoot zijn tekst horen.
 
</div>
 
</div>
 
<div class="row">
 
<div class="row">
Línea 19: Línea 22:
 
{{Laatjezien medium}}
 
{{Laatjezien medium}}
 
</div>
 
</div>
</div>
+
</div>
# De deelnemers wisselen in hun tweetal de teksten uit. Ze lezen ieder de tekst van de ander en onderstrepen die woorden waar ze over twijfelen. Soms twijfelt de lezer aan iets maar is het goed. De bedoeling is dat deelnemers in gesprek de teksten doornemen. Alle onderstreepte twijfels (spelling, grammatica en stijl) dienen zoveel mogelijk verwoord te worden als vragen waarna de deelnemers samen de vragen proberen op te lossen (woordenboeken, ipads en boeken ter ondersteuning). Alle tweetallen werken zelfstandig en kunnen de docent vragen stellen als ze behoefte hebben aan een expert. De docent schrijft antwoorden over spelling op het bord waardoor een klassikaal woordenboek ontstaat. Nadat de teksten zijn besproken gaat de eigenaar zijn tekst herschrijven in het net.<br>
+
<h4>1. Teksten uitwisselen in tweetallen (duur: ±20 minuten)</h4>
 +
# De leerlingen wisselen in hun tweetal de teksten uit. Ze lezen ieder de tekst van de ander en onderstrepen die woorden waar ze over twijfelen. Soms twijfelt de lezer aan iets maar is het goed. De bedoeling is dat leerlingen in gesprek de teksten doornemen. Alle onderstreepte twijfels (spelling, grammatica en stijl) dienen zoveel mogelijk verwoord te worden als vragen waarna de leerlingen samen de vragen proberen op te lossen (woordenboeken, ipads en boeken ter ondersteuning). Alle tweetallen werken zelfstandig en kunnen de docent vragen stellen als ze behoefte hebben aan een expert. De docent schrijft antwoorden over spelling op het bord waardoor een klassikaal woordenboek -naslagwerk- ontstaat. Nadat de teksten zijn besproken gaat iedere eigenaar zijn eigen tekst herschrijven in het net.<br>
 
<br>
 
<br>
 
Afhankelijk van de zelfstandigheid van de groep kan de docent rondlopen of kiezen voor een vaste plek.
 
Afhankelijk van de zelfstandigheid van de groep kan de docent rondlopen of kiezen voor een vaste plek.

Revisión del 21:11 16 sep 2019


Redigeren in Tweetallen
(Duur ±10 minuten)


De twee manieren waarop de leerlingen in tweetallen kunnen samenwerken om hun teksten aan te scherpen zijn:

1. Tussentijds voorlezen in tweetallen en zelfstandig herschrijven(duur: ±5 minuten)

De docent geeft aan dat de leerlingen in hun tweetal hun teksten uitwisselen en aan elkaar voorlezen. Dit is een opmaat voor zelfstandig redigeren. Het stimuleert de bewustwording van het effect van de geschreven tekst en hoe deze door de ander begrepen wordt. Het voorlezen laat een tekst klinken en brengt hem tot leven. Het geeft de schrijver de gelegenheid zijn eigen woorden terug te horen en te luisteren en ervaren of zijn tekst qua ritme, zinsbouw en inhoud klopt. Doordat de schrijver hoort hoe iemand anders zijn tekst voorleest, kan hij erachter komen of zijn verhaal helder overkomt.
Naar aanleiding van deze oefening kunnen de deelnemers hun tekst aanpassen en een tweede geredigeerde versie schrijven. Het gaat om het aanscherpen van formuleringen en het eventueel toevoegen van extra informatie die je verhaal duidelijker maakt.

Instructie

Nummer één leest de tekst van nummer twee voor en vice versa.Neem rustig de tijd, bereid het voorlezen voor en laat je teamgenoot zijn tekst horen.

1. Teksten uitwisselen in tweetallen (duur: ±20 minuten)

  1. De leerlingen wisselen in hun tweetal de teksten uit. Ze lezen ieder de tekst van de ander en onderstrepen die woorden waar ze over twijfelen. Soms twijfelt de lezer aan iets maar is het goed. De bedoeling is dat leerlingen in gesprek de teksten doornemen. Alle onderstreepte twijfels (spelling, grammatica en stijl) dienen zoveel mogelijk verwoord te worden als vragen waarna de leerlingen samen de vragen proberen op te lossen (woordenboeken, ipads en boeken ter ondersteuning). Alle tweetallen werken zelfstandig en kunnen de docent vragen stellen als ze behoefte hebben aan een expert. De docent schrijft antwoorden over spelling op het bord waardoor een klassikaal woordenboek -naslagwerk- ontstaat. Nadat de teksten zijn besproken gaat iedere eigenaar zijn eigen tekst herschrijven in het net.


Afhankelijk van de zelfstandigheid van de groep kan de docent rondlopen of kiezen voor een vaste plek.

Plantilla:Leesserie

Categorie:Werkvormen Methodologie Laat Je Zien