Diferencia entre revisiones de «Laat Je Zien: Stap 2 Verdiepen»

 
Línea 39: Línea 39:
 
   <div class="mw-collapsible-content">
 
   <div class="mw-collapsible-content">
 
Het verdiepingsproces kan met verschillende werkvormen worden ingezet:
 
Het verdiepingsproces kan met verschillende werkvormen worden ingezet:
* Individueel naar aanleiding van bepaalde vragen die uit de voorgaande Stap 2.A -Vragen- zijn voorgekomen. Iedere leerling krijgt een vraag om uit te werken. Het geeft niet als enkele leerlingen dezelfde vraag uitwerken. De verschillen kunnen later een aanvulling op elkaar zijn. Afhankelijk van de groepsgrootte kunnen de leerlingen na het individueel verzamelen en uitwerken van kennis in groepjes samengevoegd worden per vraag (deelaspect van het thema). Dan doen ze de presentatieopdracht samen (zie de [[Wat is Negen X Grunberg?| voorbeeld lessenserie]] voor het onderwijs).
+
* Individueel naar aanleiding van bepaalde vragen die uit de voorgaande Stap 2.A -Vragen- zijn voorgekomen. Iedere leerling krijgt een vraag om uit te werken. Het geeft niet als enkele leerlingen dezelfde vraag uitwerken. De verschillen kunnen later een aanvulling op elkaar zijn. Afhankelijk van de groepsgrootte kunnen de leerlingen na het individueel verzamelen en uitwerken van kennis in groepjes samengevoegd worden per vraag (deelaspect van het thema). Dan doen ze de presentatieopdracht samen (zie de [[WAT IS NEGEN X GRUNBERG?| voorbeeld lessenserie]] voor het onderwijs).
 
* In teams van twee of meer kunnen de leerlingen naar aanleiding van een vraag onderzoek gaan doen. Een onderwerp heeft vaak veel deelaspecten en verschillende kleine groepen in de groep kunnen ieder een eigen deelaspect uitwerken. De presentatie van alle deelaspecten samen geven de totale informatie. De docent kan toevoegen wat onderbelicht blijft en wel behandeld dient te worden.
 
* In teams van twee of meer kunnen de leerlingen naar aanleiding van een vraag onderzoek gaan doen. Een onderwerp heeft vaak veel deelaspecten en verschillende kleine groepen in de groep kunnen ieder een eigen deelaspect uitwerken. De presentatie van alle deelaspecten samen geven de totale informatie. De docent kan toevoegen wat onderbelicht blijft en wel behandeld dient te worden.
 
* Door het inzetten van een [[Laat Je Zien: Opmaat fysieke oefeningen|fysieke speldynamiek]] kan de toegevoegde kennis geactiveerd worden. De docent kiest een passende speldynamiek waarbij rekening wordt gehouden met beweging, herhaling en/of muziek.
 
* Door het inzetten van een [[Laat Je Zien: Opmaat fysieke oefeningen|fysieke speldynamiek]] kan de toegevoegde kennis geactiveerd worden. De docent kiest een passende speldynamiek waarbij rekening wordt gehouden met beweging, herhaling en/of muziek.

Revisión actual - 17:57 24 sep 2019


Drieluik Stap 2B

Kenniskant - Vragen & Verdiepen


Kennis Verdiepen

Uit de voorgaande Stap 2.A wordt via de woordspin duidelijk welke aspecten er van belang zijn bij het te bespreken thema. Ook is er door het tot stand komen van de woordspin duidelijkheid bij de docent welke aspecten bekend zijn bij de leerlingen en welke aspecten meer aandacht nodig hebben. Daarnaast is soms duidelijk welke leerling welke natuurlijke affiniteit heeft met aspecten van het onderwerp. Op grond van deze inzichten en rekeninghoudend met de werkvisie van de instelling en daaruit vloeiende doelen, of doelen uit het team van leerlingen zelf, beslist de docent op welke manier het verdiepen zal plaatsvinden.

Kennis toevoegen (Duur afhankelijk van de gekozen vorm)

De docent maakt een keuze over de vorm en manier waarop er extra kennis toegevoegd zal gaan worden. De keuze is tussen een meer geleide vorm of een vorm waarbij de leerlingen met meer zelfstandigheid deelopdrachten uitwerken. Deze deelopdrachten vormen dan later een totaal overzicht tijdens de presentaties. Het kan ook zo zijn dat naar aanleiding van de inventarisatie in Stap 2.A de leerlingen (individueel of in groepjes) zelf een onderzoeksopdracht uitdenken, naar aanleiding van een onderzoeksvraag. Natuurlijk is het ook mogelijk dat de docent dit voor de leerlingen meer of minder voorbereid, afhankelijk van de behoefte aan structuur bij de leerlingen, tijdsplanning en de mate van zelfstandigheid.

De docent maakt de beslissing en kan zelf een meer of minder actieve rol spelen afhankelijk van de situatie. De extra kennis kan op verschillende manieren worden toegevoegd door de docent: door zelf een presentatie te geven, een expert uit te nodigen, een documentaire te laten zien of ander materiaal aan te bieden. Andere hier niet genoemde opties zijn natuurlijk ook mogelijk.
Binnen de filosofie van Laat Je Zien legt de docent de verantwoordelijkheid zoveel mogelijk bij de leerlingen en treedt op als procesbegeleider. De docent maakt een keuze uit de werkvormen naar gelang de tijd, het doel en mogelijkheden van de leerlingen.

Fysieke oefening tussendoor (Duur 5 minuten)

Na het kennis aanvullen en onderzoeken kan er gekozen worden voor een fysieke speldynamiek om de kennis te bestendigen op een speelse manier. Het is zeer raadzaam deze activiteit ruimte te geven in het proces maar als tijd een rol speelt kan hij ook worden overgeslagen. De docent zal op basis van zijn kennis en ervaring de geschikte samenstelling van kennis verdiepen, de fysieke (spel)dynamiek en presentatie kiezen. Zo sluit het verdiepen met de fysieke dynamiek of met een presentatie van de opgedane inzichten door de leerlingen.

Werkvormen verdiepingsproces (Duur afhankelijk van de gekozen vorm)

Het verdiepingsproces kan met verschillende werkvormen worden ingezet:

  • Individueel naar aanleiding van bepaalde vragen die uit de voorgaande Stap 2.A -Vragen- zijn voorgekomen. Iedere leerling krijgt een vraag om uit te werken. Het geeft niet als enkele leerlingen dezelfde vraag uitwerken. De verschillen kunnen later een aanvulling op elkaar zijn. Afhankelijk van de groepsgrootte kunnen de leerlingen na het individueel verzamelen en uitwerken van kennis in groepjes samengevoegd worden per vraag (deelaspect van het thema). Dan doen ze de presentatieopdracht samen (zie de voorbeeld lessenserie voor het onderwijs).
  • In teams van twee of meer kunnen de leerlingen naar aanleiding van een vraag onderzoek gaan doen. Een onderwerp heeft vaak veel deelaspecten en verschillende kleine groepen in de groep kunnen ieder een eigen deelaspect uitwerken. De presentatie van alle deelaspecten samen geven de totale informatie. De docent kan toevoegen wat onderbelicht blijft en wel behandeld dient te worden.
  • Door het inzetten van een fysieke speldynamiek kan de toegevoegde kennis geactiveerd worden. De docent kiest een passende speldynamiek waarbij rekening wordt gehouden met beweging, herhaling en/of muziek.


Het onderzoek doen kan zijn via google zoeken naar informatie, hand-outs en/of naslagwerken lezen, films of documentaires bekijken, interviews met ervaringsdeskundigen en een expert uitnodigen. De vaardigheden voor het doen van onderzoek worden tegelijkertijd aangeleerd en geoefend. De leerlingen gaan met deze tools aan de slag. Het resultaat wordt vormgegeven, digitaal of in een andere vorm, dat kan worden gedeeld en dient als opmaat voor de volgende stap: Stap 3 Actie.

Als er niet met een onderzoeksopdracht wordt gewerkt en er wel behoefte is aan een extra inleiding of focus alvorens met de leerlingen te starten met Stap 3 kan een documentaire, een interview of een theaterstuk ook een mooie overgang zijn.


Plantilla:Leesserie
Via de onderstaande iconen kunt u naar de lessen uit de serie Beter Verwoorden
Plantilla:BV0


Categorie:Theorie Methodologie Laat Je Zien