Diferencia entre revisiones de «EE K»
Línea 9: | Línea 9: | ||
<div class="small-6 columns"> | <div class="small-6 columns"> | ||
− | <h3>''' | + | <h3>'''Kennis - Eigen Ervaring - Actie'''</h3> |
<h4>'''Welke factoren spelen een rol in de loopbaankeus?'''</h4> | <h4>'''Welke factoren spelen een rol in de loopbaankeus?'''</h4> | ||
<h5>'''Voorbereiden'''</h5> | <h5>'''Voorbereiden'''</h5> |
Revisión del 01:59 20 dic 2019
Kennis - Eigen Ervaring - Actie
Welke factoren spelen een rol in de loopbaankeus?
Voorbereiden
Stoelen staan in een kring en iedereen zit. Iedereen kent de omgangsvormen: Degene die vertelt wordt niet onderbroken. Vragen kunnen na het vertellen worden gesteld. Geen commentaar op elkaar.
Vertellen Eigen Ervaring
Duur ± 5-7 minuten / de hele groep
Instructie voor de deelnemers
De begeleider start en vertelt over een keer dat je er achter kwam dat je iets goed kunt? De deelnemers krijgen de gelegenheid – verduidelijkingsvragen te stellen. Vragen over iets waar ze meer over willen weten of wat ze nog niet helemaal duidelijk is.
Daarna stelt de begeleider de verbindingsvraag aan de deelnemers of ze kunnen vertellen over een keer dat ze er achter kwamen dat ze iets goed konden?
In de vertelkring komen twee deelnemers komen aan de beurt, het is als model en opwarmer bedoeld naast dat het voor de verteller een oefening is. Het is vrijwillig.
Een manier om het proces van vertellen bij te sturen is het inzetten van extra vragen om het onderwerp te verbreden of toe te spitsen.
Als de begeleider merkt dat deelnemers nog geen aansluiting hebben kan zij/hij nog een tweede ervaring vertellen waarbij een andere kant van het onderwerp belicht wordt. Het benoemen van diverse invalshoeken om aan te denken bij het herinneren van iets wat je hebt meegemaakt, creëert ruimte. Op deze manier kan de begeleider het vertellen toegankelijk maken voor de deelnemers.
Voorbereiden
- De begeleider bereidt zijn eigen ervaring voor en de verbindingsvraag.
- De begeleider bedenkt van te voren een aantal invalshoeken die passen bij het onderwerp waarmee de deelnemers verder aan de slag gaan.
Lijstje maken en kiezen
Duur ± 5 minuten / de hele groep
Instructie voor de deelnemers
De begeleider vraagt de deelnemers om zich verschillende ervaringen te herinneren dat ze er achter kwamen dat ze iets goed konden?
Het gaat om drie of twee ervaringen die ze zich helder en goed herinneren. Daar maken ze een lijstje van met één woord als aanduiding (1:2:3). Het lijstje is privé. Ze kiezen de ervaring waarbij ze zich comfortabel voelen om hem te delen met de groep en die ze zich nog goed met details herinneren.
Voorbereiden
- Elke deelnemer een A6-je (zonder lijntjes).
- Eén zwarte pen per deelnemer.
Twee aan twee vertellen
Duur ± 6 á 10 minuten / Hele groep
Instructie voor de deelnemers
De deelnemers werken in teams van twee en vertellen aan elkaar een voor een de door henzelf gekozen ervaring.
De begeleider deelt de deelnemers in, in teams van twee, en geeft aan welke deelnemer één is en welke deelnemer twee. Bij oneven aantal deelnemers is er één groepje van drie. Dan gaan ze aan de slag in hun team. De nummers één vertellen hun gekozen ervaring aan de nummers twee. De nummers twee luisteren en stellen aan het einde vragen. Dit is van belang want het is geen gesprek maar een verbale oefening voor het schrijven. Soms geeft de begeleider aan hoeveel vragen, alleen als de deelnemers moeite hiermee hebben. Ook kan blijken dat het nodig is om extra aandacht te besteden aan wat voor een vragen er gesteld kunnen worden.
Na een vooraf vastgestelde tijd (3 á 5 minuten) en een afgesproken sein (klappen in handen, een belletje etc.) draaien de rollen om en luisteren de nummers één en vertellen de nummers twee. Het eventuele groepje van drie begeleiden en iets meer tijd geven.
Om de aandacht te focussen noemt de begeleider kort de volgende punten:
- Stel vragen ter verduidelijking; wat was nog niet helder?
- Vraag door over iets waar je nog meer van wilt weten.
- Stel minimaal één vraag over zintuiglijke waarneming (reuk, zien, horen, voelen, proeven).
De begeleider kan ook aangeven dat de deelnemers minimaal twee a drie open vragen stellen.
Om de deelnemers in gevarieerde tweetallen te laten werken kan de begeleider bij het binnenkomen van de les of vooraf aan deze activiteit de deelnemers bijvoorbeeld gekleurde papiertjes laten trekken en dan degene die het papiertje heeft met dezelfde kleur te zoeken, samen vormen deze twee een team. Het kan ook gedaan worden door de verjaardagen na te gaan en dan opeenvolgende verjaardagen samen te laten werken. En zo meer...
Voorbereiden
Belletjes, of ander instrument dat geluid maakt.
Na het vertellen van de eigen ervaring gaan de deelnemers schrijven. Eerst schrijven ze een kladversie.
Nadat de kladversie is geschreven heeft de docent de keuze om de les te onderbreken, de verhalen van deelnemers staan nu op papier en kunnen niet meer verloren gaan.
Na het redigeren schrijven de deelnemers hun tekst in het net op het antwoordblad.
Kladversie schrijven
Duur ± 5 minuten / individueel
Instructie voor de deelnemers
Schrijf nu je verhaal op zoals je het hebt verteld aan je teamgenoot. Je gaat na of je de dingen die je extra vertelde naar aanleiding van de vragen van je gesprekspartner in je verhaal kunt opnemen. Je gaat de eerste versie van je tekst opschrijven. Als je vragen hebt, laat het even weten**.
Tekst in het net schrijven
Duur ± 15 tot ±60 minuten afhankelijk van de redactievorm / individueel
Op de eerste plaats wordt er gekozen voor een vorm om de eerste versie van de teksten te redigeren. De diverse vormen staan onder redigeren.
Instructie voor de deelnemers
Nu je weet hoe je je tekst kunt aanpassen zodat hij beter kan worden begrepen door een lezer schrijf je je tekst nog een keer op. Je schrijft op het antwoordblad of op het speciaal daarvoor uitgereikte papier*. Schrijf je tekst nu precies onder het vierkant. Neem alle suggesties voor verbeteringen mee. Dit is de laatste versie van je tekst. Als je vragen hebt, laat het even weten**.
In het net schrijven is een training voor de deelnemer in precisie; het reflecteren op de kladversie, het verbeteren van woorden en zinsopbouw, het exact weergeven en een oefening voor de fijne motoriek. Het vergt concentratie op allerlei niveaus. De verhalen van de schrijvers krijgen zo de aandacht die ze verdienen.
*
Het papier waarop de tekst in het net geschreven wordt kan variëren afhankelijk van de presentatievorm. Het kan een antwoordblad-drieluik zijn of een pagina voor in een boekje.
**Afhankelijk van de zelfstandigheid van de groep kan de docent rondlopen of kiezen voor een vaste plek.
Kennis - Wat is werk voor je op dit moment? Deel I en II
Duur ± 15 minuten / de hele groep
Instructie Deel I
De begeleider vraagt de deelnemers op een A6 papiertje voor zichzelf op te schrijven met steekwoorden hoe ze denken over:
Wat speelt er een rol voor je bij je keuze voor werk?
Waarop baseer je de keuze voor bepaald werk?
Wat vindt je belangrijke aspecten bij je keuze voor werk?
Instructie Deel II
De begeleider gaat nu samen met de deelnemers een woordspin maken gebaseerd op hun overdenkingen in deel I. In het midden staat de keuze voor werk. Rondom komen alle aspecten te staan waaraan de deelnemers hebben gedacht. Nadat alle aspecten zijn toegevoegd gaan de deelnemers ieder aspect categoriseren naar aanleiding van Schein; 1. talenten, 2 drijfveren & behoeften en 3 waarden.
Kennis - Drie categorieën spel
Duur ± 10 minuten / de hele groep
Instructie
Verschillende punten aan de ene kant van de kamer representeren de 3 categorieën. Iedereen staat aan de andere kant van de kamer: de home base. Ieder krijgt ca. 15 tokens en moet deze verdelen over de categorieën aan de andere kant van de kamer. De voor jou belangrijke categorieën krijgen meer tokens dan minder belangrijke. Welke factoren wegen voor jou zwaar, welke minder zwaar?
Maar: je mag maar 4 tokens per keer naar de andere kant van de kamer brengen. Je moet dus voor elke 4 tokens terug naar de home base om nieuwe tokens te halen.
Kennis - Definities van
Duur ± 10 minuten / de hele groep
Instructie
Vl Ieder tweetal krijgt een begrip van Schein (talenten & vaardigheden, drijfveren & behoeften en waarden) en diept dit uit door definities te formuleren. Hierna worden de begrippen door de tweetallen gepresenteerd. De begeleiders vullen de definities bij het bespreken aan indien nodig en lichten toe hoe Schein deze begrippen heeft gedefinieerd.
Ademhalingsoefening
Duur ± 5 minuten / de hele groep
Actie - Hoe zie ik mezelf nu?
Duur ± 15 minuten / de hele groep
Instructie
Iedere deelnemer maakt een woordspin per categorie van Schein: talenten/vaardigheden, drijfveren/behoeften en waarden. Zodat er 3 vellen papier ontstaan met elk een eigen woordspin. De eigen talenten/vaardigheden, drijfveren/behoeften en waarden worden opgeschreven in de woordspinnen. Dit mag snel, in associatieve brainstorm stijl.
Beeld maken
Duur ± 5 minuten / de hele groep
Instructie
Teken de plek waar de eigen ervaring die je hebt gedeeld zich afspeelde. Meerdere plekken? Kies er een.