Evalueren
Evalueren
Evalueren kan door aan de hand van een aantal vragen de deelnemers te laten kijken en onderzoeken wat ze hebben gedaan en meegemaakt. Het instrument hiervoor kan de begeleider maken in samenspraak met de deelnemers. Een voorbereide basislijst van vragen is het uitgangspunt. Gedurende het evaluatieproces kan deze worden aangepast.
Na een evaluatie is het mogelijk om te komen tot een reflectie over de betekenis van het proces en de inhoud. Na aandacht voor evaluatie en reflectie is het tijd om door te gaan en ontstaan er vaak vanzelf een nieuw onderwerp voor een volgende cyclus.
In het hele proces zitten elementen die versterkend zijn voor de autonomie, voor gevoel van competentie en verbinding met anderen. Deze elementen worden in de zelfdeterminatie-theorie beschreven als kernpunten van welbevinden (Deci & Ryan, 1991).
Nieuwe Cyclus
Het proces van Laat Je Zien is als een cirkel te zien. Aan het einde van een proces ontstaan nieuwe vragen of interesses en daaruit kunnen nieuwe thema's naar voren komen om weer een nieuwe cirkel te starten.
De momenten voor Proef op de som, Evaluatie en Reflectie bieden kans tot overleg, uitwisseling van ervaringen naar aanleiding van de dagelijkse praktijk, opvattingen en gedachten. De resultaten van deze activiteiten kunnen meer of minder gepland of ongepland, afhankelijk van wat de docent heeft aangeboden, al bewust zijn bij de deelnemers.
Het kan zijn dat een nieuw onderwerp in een moeite door, op een natuurlijke manier zegt men wel eens, na een van de activiteiten Proef op de som, Evaluatie of Reflectie vanzelf naar voren komt.
Het kan zijn dat de docent leerlingen bewust naar aanleiding van de verschillende activiteiten laat nadenken of er nieuwe thema's zijn die ze belangrijk vinden om te gaan onderzoeken.