Plantilla

ChecklistEE

Checklist voor de docent bij het vertellen van de eigen ervaring

De ervaring van de docent dient als voorbeeld voor de deelnemers. Let daarom op de volgende aspecten bij het vertellen van die ervaring:

  • Houd de begin-midden-eindstructuur in de gaten;
  • Kies bewust welke details je ervaring kleuren kunnen geven;
  • Kijk welke bijvoeglijke naamwoorden je kunt gebruiken om extra informatie te geven aan de luisteraars;
  • Als er dialogen voorkomen in je ervaring, dan kun je die ook vertellen;
  • Kies in de beschrijving van je ervaring één of meer zintuiglijke waarnemingen;
  • Denk aan de ordening van de belangrijkste informatie: Wat gebeurde er? Met wie was je? Waar was je? Hoe reageerden anderen? Wat werd er gezegd? Hierbij kun je ook denken aan het jezelf bevragen aan de hand van vragen als: Wat deed/dacht/voelde ik? Hoe reageerde ik?;
  • Vermijd het samenvatten van het verhaal en het geven van een conclusie;
  • Zorg dat je bij het delen van je eigen ervaring je alleen richt op het stimuleren van de verhalen van de deelnemers. Het is niet de bedoeling dat je op zo’n moment kennis toelicht, omdat het puur gaat om iets wat je hebt beleefd en onbevangen verteld. Je wil ook dat de deelnemers onbevangen hun ervaringen vertellen, zodat ze zich niet beoordeeld voelen. Het gaat om de gelijkwaardigheid tussen de vertellers en niet om het checken van kennisniveau;
  • Vertel uitsluitend een werkelijk gebeurde ervaring. Formuleer de ervaring zo dat het onlangs - niet langer dan drie maanden tot een jaar geleden - is gebeurd. Een uitzondering kun je maken voor een thema als familie waarbij de ervaringen zich duidelijk kunnen afspelen in het verleden. Houd de tijd waarin je je ervaring vertelt in de gaten.