Laat Je Zien: Stap 1 Eigen Ervaring


Drieluik Stap 1

Eigen Ervaring = Tekst en Beeld

De Eigen Ervaring op de centrale plek


De eigen ervaring speelt een prominente rol in de methodologie Laat Je Zien. De eigen ervaring is brandstof voor het opwekken en vergroten van kennis. Het is een gebeurtenis die je hebt meegemaakt en die met deze werkwijze de vorm gaat krijgen van een tekst met een beeld. Zo is eigen ervaring is het uitgangspunt om zelfkennis en inzicht te verwerven.

Het is belangrijk precies en helder te leren verwoorden wat je wilt delen met anderen en wat je wilt weten van anderen. Dit leidt tot meer controle, zelfvertrouwen en positieve leerervaringen. Wat maakte je mee? Welke betekenis ken je toe aan de gebeurtenis? Wat dacht je? Wat voelde je? Wat deed je? Hoe los je het op? Wat kan je nu doen?

De eigen ervaring als basis van het vertellen zorgt er voor dat:






Fysieke Oefeningen?Eigen Ervaring?Beeld ?Tekst ?Kenniskant Drieluik ?Exploreren ahv Vragen ?Kennis Verdiepen ?Fysieke Oefeningen?Actiekant Drieluik ?Samenbrengen Oud & Nieuw ?Verdiepen Richting Praktijk?Beslissing - Uitvoering ?Persoonlijke Ontwikkeling ?Reflectie & Evaluatie ?Nieuwe Ervaring ?GA LAAT JE ZIEN WERKSTRUCTUUR.png
  • de verteller bewustzijn over woordkeus en ordening kan ontwikkelen en het effect door de reacties van de luisteraars kan ervaren;
  • bij alle leerlingen de gedachtestroom op gang komt (associëren). Iedere leerling herinnert zich verschillende ervaringen uit zijn eigen leven door de belevenissen die anderen vertellen. Eigen ervaringen hoef je niet te bedenken, je weet het gewoon. De verteller is altijd de expert;
  • de leerlingen ervaren niet de enige te zijn die een bepaalde ervaring meemaakt, zo voelt elke leerling zich minder geïsoleerd, minder vreemd, meer sociaal verbonden en geaccepteerd. Dit werkt over het algemeen positief voor het zelfbeeld;
  • de verteller ervaart dat het eigen leven is de moeite van het vertellen waard is. Voor de luisteraars is de belevenis horen en het vragen stellen de moeite waard. Dit versterkt het gevoel geaccepteerd te worden en vergroot het zelfvertrouwen en zelfbewustzijn;
  • de sociale cohesie verbetert, door een belevenis te vertellen in de kring leer je elkaar beter kennen;
  • door eigen ervaring te verwoorden en te delen met anderen de leerlingen de mogelijkheid krijgen hun levensinzicht te vergroten;
  • er vanuit het begrip voor elkaar een veilige omgeving ontstaat en openheid zodat leerlingen van elkaar kunnen leren;
  • de leerlingen leren luisteren en constructief reageren op elkaar;
  • de leerlingen verantwoordelijkheid leren nemen voor alle aspecten met betrekking tot het functioneren van hun groep.


Het doel is gemeenschappelijk gedeeld met anderen: jezelf beter leren kennen in relatie tot je omgeving, beter leren verwoorden en jezelf presenteren.

Waarom de module Lees - Laat Je Zien?

De verbinding met literatuur is een extra versterker van de effecten van het werken met de eigen ervaring. Niet alleen spiegel je je met je omgeving, je treedt een wereld binnen met personages. Deze personages bieden een mogelijkheid om dieper na te denken over de menselijke soort waartoe je behoort en de thema’s waar we allen mee te maken hebben en/of kunnen krijgen. Het lezen van een roman geeft je informatie over hoe een personage denkt, zich uitdrukt en handelt in een specifieke situatie. Dit gebeurt binnen de context van een verhaal dat je meeneemt en het je eigenlijk allemaal niet zo expliciet laat waarnemen. Je ervaart door het verhaal, c.q. de roman.

Veiligheid

De volgorde van de onderwerpen zorgt voor een proces met rust en ruimte bij de deelnemers en dat versterkt de veiligheid in de klas. De lessenserie inkorten kan, maar het is daarbij belangrijk rekening te houden met de keuze van het onderwerp in verband met de intimiteit; de docent draagt verantwoordelijkheid voor een goede afstemming op het niveau van de deelnemers.
Het is hiertoe noodzakelijk vooraf een aantal regels afspreken met de groep. Bij één-op- één begeleiding gelden deze regels ook.
1. Deelnemers onderbreken elkaar niet tijdens het vertellen en stellen hun vragen als de verteller is uitgesproken.
2. Elke deelnemer mag vragen stellen over datgene waarover hij meer wil weten of wat hem nog niet duidelijk is.
3. Commentaar is nooit toegestaan.
4. Dat wat in de groep of één-op- één gedeeld wordt blijft in de groep en wordt niet naar buiten gebracht.

De docent kan ervoor kiezen pictogrammen te gebruiken om de regels actief in herinnering te houden bij de deelnemers. Vanuit haar rol als voorbeeld draagt de docent zelf bij aan de veiligheid in de groep. Om de veiligheid in de groep tijdens de stappen te waarborgen loopt de docent rond en is zij beschikbaar om waar nodig het proces te faciliteren.

Werkwijze eigen ervaring vertellen (Duur ±10 minuten)

De docent opent de kring met een voorbereide eigen ervaring. Van nature heeft de docent een voorbeeldfunctie in een klas waardoor de manier waarop de docent zijn/haar verhaal vertelt model staat voor de leerlingen. De eigen ervaring is een gebeurtenis die je hebt meegemaakt. Belangrijk is direct te beginnen met vertellen zonder teveel inleiding, maar wel rekening houdend met een begin - midden - einde structuur. De eigen ervaring wordt zo helder mogelijk verteld. Denk hierbij aan: opbouw, duidelijke ‘korte’ zinnen, woordgebruik (variatie), lengte en ritme. Daarnaast is het erg belangrijk dat de docent een bewuste keuze maakt uit de verschillende details en zintuiglijke waarnemingen die zij/hij in haar/zijn vertelling opneemt, waardoor haar/zijn ervaring meer tot de verbeelding spreekt.

Voorbeeld: vertellen over een keer dat je tot rust kwam en wat je toen deed.
Ik zit op de bank en kijk samen met mijn dochter naar ‘Het Klokhuis’. Onze favoriete presentatrice Nienke vliegt door de ruimte en vertelt over de planeten. Ik heb een warme kop thee in mijn handen. Ik voel me ontspannen. Als mijn vriendin even later de kamer binnenkomt zegt ze met verbazing: ‘ Wat heb jij nou?’ Ik kijk nietsvermoedend op en voel me door haar toon enigszins in verlegenheid gebracht. Mijn dochter kijkt me aan en begint te lachen. “Wat heb jíj pap?!” Haar hand gaat richting mijn slaap. Ik voel. Er zit een plukje haar recht opzij. Bij mijn andere slaap ook. Blijkbaar heb ik torentjes in mijn haar gedraaid terwijl wij tv keken.

Na het delen van je ervaring als docent geef je de leerlingen de gelegenheid vragen te stellen over iets waar ze meer over willen weten of wat nog niet helemaal duidelijk voor ze is. Dit zijn de verduidelijkingsvragen.
Daarna nodig je de leerlingen uit om ook te vertellen door het stellen van je verbindingsvraag. Deze vraag koppelt de vertelde ervaring aan het thema. De verbindingsvraag is helder, open en op zoek naar ervaringen die in hetzelfde gebied zitten maar niet hetzelfde zijn.
Bijvoorbeeld bij de vertelde ervaring kan de verbindingsvraag zijn:
Wie kan vertellen over een keer dat ie onbewust iets had gedaan?
Twee hulpvragen die er bij aansluiten zijn:
Hoe ging dat?
Hoe kwam je er achter dat je dat had gedaan?

Elke gebeurtenis geeft aanleiding tot meerdere invalshoeken, als docent kies je de focus passend bij het thema dat je later wilt gaan behandelen in de les. Bijvoorbeeld in de module Lees - lessenserie Negen X Grunberg:
De kring start bij de serie Negen X Grunberg met het voorlezen van een column uit de bundel Thuis Ben Je. De schrijver geeft zich en laat een wereld van denken en beleven zien. Door het verwoorden van een eigen ervaring in aansluiting op de column wordt de relatie tussen de tekst van de schrijver en de ervaring van de verteller zichtbaar, in voelbaar. Zo kunnen leerlingen een verbinding ervaren met de schrijver en de docent.

Waarom de eigen ervaring delen zinvol is

In Stap 1 van de drieluik werkstructuur zitten leerlingen in een kring en delen hun ervaring in de kring. De eigen ervaring is de basis. Het vertellen van een verhaal is belangrijk voor reflectie en leren. Het dient om een nieuw inzicht te krijgen of te begrijpen wat er is gebeurd.

De luisteraars geven aandacht en feedback zonder te oordelen, maar pas nadat de verteller is uitgesproken. Zij stellen verdiepende vragen die gericht zijn op details en nieuwe informatie. Het gaat er niet om de verteller te beoordelen. Datgene wat verteld wordt, is altijd waar. Door de reacties en vragen van de luisteraar zal de verteller een volgende keer zijn verhaal net wat anders vertellen. Hij heeft iets geleerd! Zo kan een verhaal veranderen naar de gewenste vorm. Details worden toegevoegd of weggelaten. Andere woorden worden gekozen. Dit geeft de verteller controle over de situatie. Dankzij dit gevoel van macht over het vertelde, kan de verteller tijdens het delen van zijn verhaal met anderen zijn eigen ervaring op een nieuwe manier beleven. Nu kan de persoon zijn verhaal opschrijven. Hoe meer details, hoe levendiger het verhaal.

Vragen in de Hoofdrol

In het proces van de methodologie Laat Je Zien is er veel ruimte en aandacht voor vragen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende typen vragen zoals: activeringsvragen, verduidelijkingsvragen, verbindingsvragen, open vragen, hulpvragen en kennis vragen. Ieder type vraag vervult een andere rol in Laat Je Zien.


Via de onderstaande iconen kunt u naar de lessen uit de voorbeeldserie Negen x Grunberg
Plantilla:Leesserie
Via de onderstaande iconen kunt u naar de lessen uit de serie Beter Verwoorden
Plantilla:BV0


Categorie:Theorie Methodologie Laat Je Zien