I Klas organisatie
Organisatie in een groep
De methodologie Laat Je Zien biedt een heldere structuur waarin plaats is voor wisselende inhoud op maat van iedere deelnemer en passend bij de leerdoelen uit de methode waar de docent mee werkt. Jacob Kounin (1977) deed vanaf de jaren 1970 veel onderzoek naar klassenmanagement en zijn bijdrage is nog altijd belangrijk. Hij kwam heeft aangegeven dat succesvolle leerkrachten beschikken over een aantal basisvaardigheden, namelijk:
ze zijn duidelijk;
ze zijn consequent;
ze reageren evenwichtig.
Naast deze vaardigheden waar de docent zich in kan bekwamen heeft Kounin vijf aspecten onderscheiden die belangrijk zijn voor een effectieve leeromgeving voor deelnemers. De docent kan door aandacht te geven aan deze vijf aspecten de effectiviteit van zijn lesgeven verbeteren:
- Aanwezig zijn als docent in het moment. Hiermee wordt bedoeld dat de docent een heldere en scherpe aandacht heeft voor alles wat er in de groep plaatsvindt. Het doel is om situaties voor te zijn. De docent ziet onrust aankomen en kan door een kleine bijsturing verloren aandacht van de deelnemers weer in de juiste richting plaatsten, namelijk het doen van het werk. De docent is alert aanwezig en kan zo verloren aandacht opvangen en ziet waar de bron is van onrust en speelt daar op in voordat deze onrust de sfeer in de groep bepaald.
- Het kunnen uitvoeren van diverse taken kort op elkaar. Of zoals Kounin het noemt een twee sporen beleid.
Een andere belangrijke vaststelling door Kounin was dat succesvol klassenmanagement eerder gekenmerkt wordt door het nemen van maatregelen om problemen te voorkomen dan door de manier waarop men reageerde op problemen wanneer deze zich stelden. Met andere woorden: het is beter te voorkomen, dan te genezen.
Daarnaast is het van belang dat de leerkracht zorgt voor zo min mogelijk storingen gedurende de les. Op deze wijze wordt de lestijd zo effectief mogelijk benut. De leerkracht moet beschikken over goede didactische vaardigheden. Er moeten duidelijke regels en afspraken gelden, waarvan de leerlingen het nut inzien. Tot slot moet het klaslokaal effectief zijn ingericht: het moet rust uitstralen, loopwegen moeten logisch en makkelijk begaanbaar zijn en er moet voldoende uitdaging zijn voor de leerlingen.