I Vygotsky

Revisión del 08:56 24 ago 2020 de Marianne (discusión | contribs.)
(difs.) ← Revisión anterior | Revisión actual (difs.) | Revisión siguiente → (difs.)
InspiratieTaalvormingnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarInspiratie 1.jpeg


Lev Vygotsky - Janosz Korczak - Jerome Bruner


De sociale psychologie kijkt naar het individu in relatie met haar/zijn omgeving. Een mens ervaart, leert en groeit in relatie met anderen. Lev Vygotsky (1896-1934) was een Russische psycholoog. Hij heeft veel onderzoek gedaan naar ontwikkeling en een belangrijk construct dat hij als eerste heeft beschreven is de zone van naaste ontwikkeling. Vygotsky gaat ervan uit dat de deelnemer leert in aansluiting op wat hij al weet, maar het moet wel nieuw of uitdagend zijn om daadwerkelijk van leren te kunnen spreken.

In Laat Je Zien wordt vanuit dit construct gewerkt. Een docent kan op maat kleine of minder kleine suggesties doen aan iedere deelnemer zodat deze leerling verder gaat met zijn/haar ontwikkeling. Telkens in een gesprek of met een opdracht de deelnemer zo benaderen dat deze zich gezien voelt en verder wil en durft te gaan met zijn/haar leerervaringen-proces. De docent is een aanreiker en gids in het leerproces van zijn/haar deelnemers tegelijkertijd blijft de docent ook leren.

Door deelnemers met elkaar in gesprek te brengen, ideeën te laten uitwisselen en aan te moedigen samen te werken kunnen ze elkaar uitdagen in hun natuurlijke nieuwsgierigheid en ontwikkeling. Dit alles samen genereert een sfeer van vertrouwen, uitdaging en veiligheid om te komen tot nieuwe gedachten, onderzoeken en het maken van nieuwe dingen.

Een deelnemer in een derde klas, net iets ouder dan de andere deelnemers, heeft meestal moeite met zich uitdrukken op papier. Nadat alle deelnemers een eigen tekst hebben geschreven nodig de docent deze deelnemer uit om zijn tekst als leervoorbeeld in te zetten. Dit betekent dat deze deelnemer zijn tekst op het bord overneemt. De andere deelnemers worden opgedeeld in groepjes van drie. Ze lezen de tekst op het bord en bereiden per groepje twee vragen voor. Die vragen kunnen gaan over tekstbegrip (iets wat ze niet begrijpen), over spelling, over zinsbouw en grammatica.
Van ieder groepje komt een van de deelnemers in de tekst het woord onderstrepen waar de vraag over gaat. De docent kan ook twee vragen stellen. Een groepje kan de deelnemer aanwijzen als opzoek-groep. Dat betekent dat als er vragen zijn waarvoor een antwoord opgezocht kan worden dit door de deelnemers uit deze groep gedaan word.
De docent start door de tekst hardop voor te lezen en te stoppen als er een vraag is. De vraag wordt gelezen en in overleg met alle leerlingen, de schrijver en de docent wordt gekeken wat er gevraagd word en wat een eventueel antwoord kan zijn (misschien zijn er meerdere). De schrijver beslist uiteindelijk of en hoe zij/hij zijn tekst wil aanpassen. De schrijver/deelnemer in kwestie kreeg zo de kans om zijn tekst na te gaan. Suggesties op te nemen en zijn tekst aan te passen. Aan het einde is deze tekst goed bekeken en geredigeerd. De schrijver wordt bedankt en is op dat moment de enige met een aangepaste tekst, die door iedereen begrepen en gewaardeerd wordt. Voor deze deelnemer op dit moment bleek dit een kleine stap te zijn die hij nodig had om te willen weten. Hij voelde zich trots en heeft daarna het hele schooljaar geschreven en vragen gesteld aan zijn docent. Van een deelnemer waarover zijn docent zich zorgen maakte werd hij een deelnemer die op dat moment aansluiting had gekregen bij zijn eigen leerproces.

Deze ervaring brengt het belang van gezien worden in beeld en daarmee de herinnering aan Janusz Korczak ((pseudoniem Hendryk Goldszmit 1878-1942) en het belang van respect voor het kind en zijn/haar ontwikkeling. Daarvoor zijn kansen nodig om je te kunnen herstellen na het maken van een verkeerde keuze. Fouten maken is onderdeel van leven. Een dialoog met elkaar aangaan belangrijk. De docent is eindverantwoordelijk en heeft vanuit die positie de regie. De docent biedt een duidelijk kader: de wet van respect (Korczak) waarbij rechtvaardigheid belangrijk is. De docent stelt actief deze kaders op. Dit zorgt voor veiligheid en onderling respect. In de methodologie Laat Je Zien hebben alle werkvormen, oefeningen en opdrachten een kern die verbonden is met vier kernbegrippen die in het werk van Korczak zo mooi verwoord en beschreven zijn:

  1. kinderparticipatie;
  2. rechtvaardigheid, ieder kind/mens is gelijk heeft het recht te zijn;
  3. dialoog, gelijkwaardige relaties waarin kinderen/ jongeren oprecht een stem hebben;
  4. respect voor kinderen in elke fase van ontwikkeling.

In het Nederlands zijn er een aantal uitgaven te lezen van Korczak en over Korczak een overzicht staat op de Website van NIVOZ

Meer lezen over Janosz Korczak kan in een online artikel van Mikołaj Gliński 'There Are No Children,There Are People': Janusz Korczak the Educator (17 januari 2019)

Meer lezen van Vygotsky? Het artikel The final chapter of Vygotsky's Thinking and Speech: A reader's guide (2018) van René van der Veer en Ekaterina Zavershneva geeft een inzicht in Vygotsky's denken over bewuste culturele betekenis van woorden en hoe die mensen beïnvloeden in hun ontwikkeling en wederzijds begrip.

Jerome Symour Bruner (1915-2016) heeft met zijn kijk op het proces van leren en onderwijs een verwantschap met het respect en de rechtvaardigheid van Korczak en het belang van sociale interactie van Vygotsky. Hij pleit voor ruimte voor geschiedenis en sociale context van de deelnemers aan het onderwijs proces en zet vraagtekens bij de naar zijn idee nu vaak eenzijdige focus op de cognitieve revolutie in het onderwijs. Maar in zijn vroegere werk heeft hij zich toegelegd op de cognitieve ontwikkeling van kinderen en wat passende vormen van onderwijs konden zijn. In dit online-artikel Jerome Bruner and the process of education wordt zijn denken toegankelijk verwoord.