Laat Je Zien: Klassikaal Redigeren
Klassikaal Redigeren (duur: ±50 minuten)
Als je ervaart dat, dat wat je vertelt en schrijft een ander kan vermaken, beroeren of informeren, kun je plezier hebben in schrijven en dat wat je schrijft zo helder mogelijk verwoorden. Redigeren is niet een proces van goed of fout maar van zoeken naar zo duidelijk mogelijk formuleren. Redigeren kun je leren door in teams of klassikaal vragen te stellen over formuleringen en teksten.
Klassikaal werken aan teksten kan door gezamenlijk te gaan kijken naar een tekst van één van de deelnemers, dat noemen we de leertekst.
Deze werkvorm is afkomstig van taalvorming (zie Inspiratiebronnen).
- De docent en een deelnemer spreken af de tekst te redigeren voor de klas.
- De overige leerlingen worden opgedeeld in groepjes van drie tot vijf.
- In ieder groepje wijst de docent een secretaris aan.
- De leerling die zijn tekst openbaar laat redigeren, leertekst, kiest één groepje leerlingen uit die worden zijn googlers en/of woordenboek specialisten.
- De leerling met de leertekst schrijft zijn tekst op het (digi)bord.
- De andere leerlingen lezen de tekst en bereiden per groep één tot drie vragen voor over de tekst: over spelling, grammatica, stijl en formulering. De observaties die ze hebben moeten ze in een vragende vorm stellen. De secretaris schrijft ze op.
- Als het groepje klaar is met de vragen komt één van hen, niet de secretaris, naar voren om de woorden waar de vragen aan verbonden zijn te onderstrepen in de leertekst. Verschillende groepen kunnen over dezelfde tekstdelen een vraag stellen (elke groep heeft een eigen kleur). Nu hebben alle groepen de vragen aangegeven in de leertekst.
- De docent mag ook drie vragen stellen en kan daarmee richting geven aan de kennis die zij wil overbrengen. Zij voegt als laatste haar vragen toe.
- De eigenaar van de leertekst begint zijn tekst te lezen, als hij een vraag tegenkomt, zichtbaar door een teken of onderstreping, stopt hij en vraagt de groep die heeft onderstreept om de vraag voor te lezen. Het antwoord op de vraag mag de leerling van de leertekst zelf geven met de docent en zijn googlers/woordenboek specialisten als ondersteuners.
Als de leerling van de leertekst te verlegen is dan neemt de docent een grotere rol in. Het proces is gericht op het samen leren van de tekst. Niet om iemand te wijzen op zijn fouten. De vragen worden zo één voor één behandeld. Zo komen verschillende regels van grammatica, spelling en stijl aan de orde. De docent kan naar gelang de behoefte en het niveau extra toelichting geven. De deelnemers maken aantekeningen. Ook kan de docent belangrijke regels waarvan blijkt dat ze nog niet algemeen bekend zijn extra ondersteunen door ze zichtbaar te maken in het lokaal (posters/digibord). De keuze van de vorm waarin kennis wordt aangeboden is afhankelijk van het niveau van de leerlingen en de fysieke mogelijkheden in de leeromgeving. Na het behandelen van de leertekst zijn er allerlei punten aan de orde geweest waarmee anderen nu ook hun eigen teksten kunnen gaan redigeren/verbeteren. Dit kan in tweetallen (uitwisselen van de teksten, zie kopje hieronder) en individueel. De punten waaraan gewerkt gaat worden kunnen op een digibord staan, op een los papier aan de muur of in het schrift van iedere leerling.
Plantilla:Leesserie