Verlangen VO: verschil tussen versies

 
(21 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
__NOTOC__
+
{{Bepaalgebruiker}}{{Kopweg}}
{{kopweg}}
+
{{#ifingroup:Demo|{{Demo Drieluik Verlangen}}|{{Drieluik Verlangen}}}}
 +
 
 
<div class="row">
 
<div class="row">
<div class="small-3 columns">
+
<div class="small-6 large-offset-3 columns">
<imagemap>
+
 
Image:Icoon Lees Les 2.png|thumb|left|{{{1|200px}}}
+
<h3>'''Vragen stellen en ordenen'''</h3>
rect 5 13 283 271 [[Verlangen|Start Lees Les 2]]
+
<h4>'''Les: Waar je ''verlangen'' nog niet is uitgedoofd'''</h4>
</imagemap>
 
</div>
 
<div class="small-5 columns">
 
<h3>Stap 2-1 - Kenniskant<br>
 
Vragen en Lezen</h3>
 
 
<br>
 
<br>
<h4>Negen X Grunberg Les 2 Verlangen</h4>
+
{{Kennis}}
 +
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 +
<h4>'''Extra'''</h4>
 +
<h5>Duur: 10 à 15 minuten</h5>
 +
    <div class="mw-collapsible-content">
 +
De rubrieken die docent kiest om te ordenen, bepalen welke aspecten van de gelezen roman aandacht krijgen. In deze les hebben de deelnemers de roman Figuranten gelezen of misschien Huid en haar. Vanuit het aspect ‘verlangen’ kunnen de deelnemers voor ieder karakter of een gekozen karakter aangeven wat het verlangen van dit karakter is in de roman of het gelezen fragment. Dit schrijft iedere deelnemers op een blaadje. De docent maakt een rondje in de klas en vraagt iedere deelnemer voor te lezen wat die heeft opgeschreven. Juist de diversiteit aan antwoorden laat zien hoe verschillend er gelezen kan worden of dat er juist ook punten zijn van overeenstemming.
 
<br>
 
<br>
<h5>Linkerzijde drieluik-werkstructuur</h5>
 
</div>
 
<div class="small-4 columns">
 
{{LJZvraagklein}}
 
</div>
 
</div>
 
<div class="small-9 columns">
 
</div>
 
</div>
 
<br>
 
<br>
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed">
 
<h4>Uitleg Vragen</h4>
 
    <div class="mw-collapsible-content">
 
De stap van de eigen ervaring naar de kennis activeren en verdiepen gebeurt in de lesmethode van Laat Je Zien vaak aan de hand van vragen. Dit is een bewuste keuze. Vragen stellen is onderdeel van onderzoeken. Je kunt onderzoek doen door jezelf vragen stellen, anderen vragen te stellen, opzoek te gaan naar antwoorden op vragen. Kennis en ervaringen zoeken zodat je inzicht krijgt in de thema’s waar de vragen over gaan. Dit is een proces aanzetten in de deelnemers waarbij ontwikkeling en groei samengaan met willen weten en kennis vergroten.<br>
 
<br>
 
De basis is wat deelnemers al weten. Deze voorkennis brengt de docent in kaart door [[Laat Je Zien: Zes Typen Vragen|activeringsvragen]]: bedoelt om de deelnemers bewust te maken over hetgeen ze weten over een bepaald onderwerp, of wat ze daar misschien graag over willen weten. De antwoorden van de deelnemers op de vragen kunnen worden ondergebracht in een woordspin. Zo krijgt iedereen een overzicht van de verschillende aspecten van het onderwerp/thema. <br>
 
<br>
 
Vervolgens kan de docent vragen voorbereiden om verder te verdiepen. Ook kan de docent zo bepalen welke aspecten van een bepaald onderwerp in ieder geval onder de aandacht komen. De deelnemers kunnen bij deze activiteiten werken in teams van twee, grotere groepjes of zelfstandig, de docent kijkt waar de deelnemers op dat moment het beste resultaat mee kunnen behalen.<br>
 
<br>
 
Uitgaande van de aanwezige kennis biedt je als docent nieuwe kennis en inzichten aan. De vaardigheden voor het doen van onderzoek worden tegelijkertijd aangeleerd en geoefend. De deelnemers gaan met deze tools aan de slag om nader onderzoek te doen en hun kennis te verdiepen. Hiervan maken ze een verslag (digitaal of in een andere vorm), dit kan worden gedeeld als opmaat voor de volgende fase: de actie. Een documentaire kan ook een mooie opmaat zijn naar de volgende fase.
 
 
   </div>
 
   </div>
 +
</div>
 +
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 +
<h4>'''Huiswerk'''</h4>
 +
    <div class="mw-collapsible-content">
 +
De docent biedt de deelnemers extra informatie over de dialoog of laat hen dit opzoeken – de werkvorm die wordt gekozen is afhankelijk van het niveau van de deelnemers.<br>
 +
Afhankelijk van de verdiepingsfocus kan de docent een gerichte thuisopdracht geven afhankelijk van het niveau.
 +
* Soms is het goed te starten bij slechts de focus. De docent vraagt de deelnemers om op zoek te gaan naar een dialoog. Het mag van alles zijn;
 +
* Of de docent vraagt de deelnemers een dialoog in de gelezen tekst uit te zoeken;
 +
* Bij een moeilijkere opdracht vraagt de docent de deelnemers uit de gelezen roman drie verschillende dialogen te selecteren die hen aanspreken. Ze schrijven kort op wat hen opvalt aan de drie dialogen: Hoe zijn ze opgebouwd? Hoe dragen de dialogen bij aan de tekst? Deze analyse nemen ze mee naar de les.
 +
  </div>
 +
</div>
 +
    </div>
 
</div>
 
</div>
<br>
 
<h4>Opdracht 1 - Lezen (Duur 1 thuis week<)</h4>
 
Introduceren van een roman van de schrijver wiens column of fragment een rol heeft gespeeld in de Eigen Ervaring, of
 
Introduceren van een roman van welke schrijver dan ook, die aansluit bij het thema van de Eigen Ervaring<br>
 
<br>
 
De deelnemers lezen het fragment, een hoofdstuk of een heel boek dat de docent aanbiedt/ voorstelt.
 
Gekozen kan worden voor:
 
* een fragment dat aansluit bij het thema,
 
* een roman uit het oeuvre van de schrijver dat aansluit bij het thema,
 
* een interview met de schrijver,
 
* een roman of fragment van een andere schrijver dat aansluit bij het thema.
 
De keuze is afhankelijk van het niveau van de deelnemers. Het lezen is een voorbereidende opdracht en kan thuis worden gedaan. Als de docent twijfelt of er dan ook echt wordt voorbereid kan er een fragment in een bepaalde tijd worden gelezen in de les. Dit laatste om te zorgen dat alle leerlingen hetzelfde uitgangspunt hebben voor het vervolg van de les.<br>
 
<br>
 
Het thema van deze les is naast de focus op het werk van de schrijver een kennismaking of uitwerking van de stijlvorm, '''Dialoog'''. Afhankelijk van het niveau van de leerlingen en de nadruk die de docent wil aanbrengen kiest de docent wat hij de leerlingen aanbiedt en waar ze mee aan de slag gaan.
 
<h5>Voorbereiden</h5>
 
* Drieluik antwoordblad, indeling van de linkerzijde.
 
<br>
 
<h4>Opdracht 2 - Kennis activeren door vragen (Duur 20 tot 30 minuten)</h4>
 
De docent vraagt de leerlingen in hun teams vragen te formuleren over de tekst die ze hebben gelezen. Iedere vraag is valide, ieder team kan twee vragen indienen.
 
De vragen worden ondergebracht in een schema door de docent of een leerling.
 
Daarna krijgt ieder team twee vragen at random toegewezen waar ze een gezamenlijk antwoord op gaan formuleren.<br>
 
<br>
 
De docent categoriseert de collectieve kennis in een schema. Deze ordening brengt hij aan op basis van prioriteiten die hij aan de orde wil laten komen. De geordende manier van onderbrengen van type vragen ontwikkelt bij de leerlingen een gevoel van de verschillende aspecten die een rol kunnen spelen; biografische kennis, historische kennis, psychologische factoren van de karakters, maatschappelijke kennis, stijl en tijd. De docent kan er voor kiezen om ieder aspect een kleur te geven, kleurcode.<br>
 
<br>
 
Naar aanleiding van de gekozen focus biedt de docent de deelnemers extra informatie (of
 
laat dit opzoeken, werkvorm die wordt gekozen is afhankelijk van het niveau van de
 
deelnemers). Afhankelijk van het thema kan de docent een gerichte thuisopdracht geven.<br>
 
<h5>Voorbereiden</h5>
 
* Deelnemers/ leerlingen worden opgedeeld in teams.
 
* Groot vel/ white board.
 
* Markers in verschillende kleuren.<br>
 
<br>
 
Als er voldoende aandacht is gegeven aan de kennis actief maken door vragen is het tijd om door te gaan met [[Ve Stap 2-2 Verdiepen|Stap 2-2]] Kenniskant-Verdiepen.<br>
 
<br>
 
Via de onderstaande iconen kunt u naar de lessen uit de voorbeeldserie [[WAT IS NEGEN X GRUNBERG?|'''Negen x Grunberg''']]
 
<br>
 
{{Leesserie}}
 
 
{{#set: Theorie=Laat Je Zien|Module=|Serie=|Les={{BASEPAGENAME}}}}
 
{{#set: Theorie=Laat Je Zien|Module=|Serie=|Les={{BASEPAGENAME}}}}
  
 
[[Categorie:Bij Negen X Grunberg Verlangen Les 2]]
 
[[Categorie:Bij Negen X Grunberg Verlangen Les 2]]
 +
[[Categorie:Sjabloon]]

Huidige versie van 29 okt 2020 om 17:50

naar les verlangennaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarDrieluik Verlangen 1.1.jpeg

Vragen stellen en ordenen

Les: Waar je verlangen nog niet is uitgedoofd


De docent maakt eerst tweetallen. De docent kan bij het maken van de duo’s ervoor kiezen de niveaus te mengen. Houd er wel rekening mee dat de verschillen in gesprekniveaus overbrugbaar moeten zijn. In principe werken de deelnemers samen en is het overbruggen van lees- en begripsniveau – mits niet te uiteenlopend – een mooie oefening in sociale vaardigheden.

Kennis activeren door vragen te stellen

Duur: 10 à 15 minuten – Tweetallen en hele groep

De deelnemers moeten in hun tweetallen vragen formuleren over de tekst die ze hebben gelezen: activeringsvragen. Iedere vraag is valide. Elk duo formuleert twee vragen en schrijft ze op twee losse kaartjes. Ook sturen de deelnemers hun vragen in via hun telefoon of tablet, zodat ze op het Digibord verschijnen. Alle vragen worden verzameld in een ‘hoge hoed’, waaruit de deelnemers willekeurig een kaartje trekken. Zo krijgt iedere deelnemer een vraag terug en gaan de deelnemers in hun tweetal overleggen over de antwoorden.

De docent brengt de vragen onder in een schema en kan hier ook andere vragen aan toevoegen die hij/zij wil behandelen. In eerste instantie kiest de docent het schema, bijvoorbeeld een woordspin. Later kunnen ook de deelnemers zelf een schema kiezen in overleg met de docent.

Uit de vragen blijkt hoe de deelnemers de tekst gelezen hebben: Waar gaat hun belangstelling naar uit? Wat begrijpen ze al wel en wat is nog onduidelijk?

Het ordenen van kennis

Duur: ± 15 tot 20 minuten minuten - Tweetallen en hele groep

Nadat de deelnemers de tijd hebben gehad om de antwoorden op de gekregen vragen te formuleren, worden deze klassikaal besproken. Ieder tweetal presenteert zijn antwoorden. Uit ieder antwoord worden de aspecten gehaald die aansluiten bij de onderdelen die de docent wil behandelen. Het ordenen van de type vragen geeft de deelnemers inzicht in de verschillende aspecten die een rol kunnen spelen: zowel biografische, historische als maatschappelijke kennis, stijl, tijd en de psychologie van de personages. De docent kan er voor kiezen om ieder aspect een kleur te geven, een kleurcode.

Op deze manier wordt de gelezen tekst besproken. Daarnaast komen de onderdelen waar de docent de focus op wil leggen aan bod.

Voorbereiden
  • Deelnemers worden opgedeeld in teams;
  • Groot wit vel/ whiteboard;
  • Markers in verschillende kleuren.


Motivatie

Het is een bewuste keuze om de deelnemers zoveel mogelijk te laten oefenen met vragen stellen. Vragen stellen is onderdeel van onderzoeken. Je kunt onderzoek doen door jezelf of anderen vragen te stellen en door op zoek te gaan naar antwoorden. Kennis en ervaring zorgen voor inzicht in de thema’s waar de vragen over gaan. De deelnemers ontwikkelen zich door meer te willen weten en groeien door hun kennis te vergroten.

Extra

Duur: 10 à 15 minuten

De rubrieken die docent kiest om te ordenen, bepalen welke aspecten van de gelezen roman aandacht krijgen. In deze les hebben de deelnemers de roman Figuranten gelezen of misschien Huid en haar. Vanuit het aspect ‘verlangen’ kunnen de deelnemers voor ieder karakter of een gekozen karakter aangeven wat het verlangen van dit karakter is in de roman of het gelezen fragment. Dit schrijft iedere deelnemers op een blaadje. De docent maakt een rondje in de klas en vraagt iedere deelnemer voor te lezen wat die heeft opgeschreven. Juist de diversiteit aan antwoorden laat zien hoe verschillend er gelezen kan worden of dat er juist ook punten zijn van overeenstemming.

Huiswerk

De docent biedt de deelnemers extra informatie over de dialoog of laat hen dit opzoeken – de werkvorm die wordt gekozen is afhankelijk van het niveau van de deelnemers.
Afhankelijk van de verdiepingsfocus kan de docent een gerichte thuisopdracht geven afhankelijk van het niveau.

  • Soms is het goed te starten bij slechts de focus. De docent vraagt de deelnemers om op zoek te gaan naar een dialoog. Het mag van alles zijn;
  • Of de docent vraagt de deelnemers een dialoog in de gelezen tekst uit te zoeken;
  • Bij een moeilijkere opdracht vraagt de docent de deelnemers uit de gelezen roman drie verschillende dialogen te selecteren die hen aanspreken. Ze schrijven kort op wat hen opvalt aan de drie dialogen: Hoe zijn ze opgebouwd? Hoe dragen de dialogen bij aan de tekst? Deze analyse nemen ze mee naar de les.