Opmaat BV11: verschil tussen versies

Regel 1: Regel 1:
 
{{Kopweg}}
 
{{Kopweg}}
 
{{BV11}}
 
{{BV11}}
 
 
<div class="row">
 
<div class="row">
<div class="small-2 columns">
+
<div class="small-6 large-offset-1 columns">
{{Wit}}
+
<h3>'''Beter Verwoorden 11 Grenzen'''</h3>
    </div>
+
<h3>'''Opmaat'''</h3>
<div class="row">
 
<div class="small-6 columns">
 
 
 
<h3>'''Opmaat - Les 11 - Grenzen'''</h3>
 
 
<br>
 
<br>
 
<h5>'''Vooraf'''</h5>
 
<h5>'''Vooraf'''</h5>

Versie van 18 nov 2020 13:22

naar hoofdmenunaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarBV11.jpeg

Beter Verwoorden 11 Grenzen

Opmaat


Vooraf
Duur ± 2 minuten / de hele groep

De stoelen staan in een kring. Iedereen zit. Op het bord / flip-over staat de structuur van de les. De docent kan dit ook nog even bespreken.

Energieke Dynamiek

Duur ± 5 minuten / de hele groep
Test je kracht

De docent en de deelnemers staan in de kring. De docent doet de bewegingen voor en de deelnemers doen hem na. De docent tikt op zijn linker- en rechterschouder, armen, rug, billen, benen, op het hoofd en gezicht. De docent trekt aan zijn eigen haar. Tijdens deze oefening zegt de docent dat deze massage prettig is voor hun lichaam. De deelnemers gaan zelf inschatten welke spierkracht zij willen gebruiken.

Kracht leren kennen, leren wat je fijn vindt en niet zo fijn en plezier

Dynamiek passend bij het onderwerp

Duur ± 2x 10 minuten / de hele groep

De docent maakt een keuze tussen Ken je grens 1 of 2.

Ken je grens 1
Duur ± 10 minuten / de hele groep)

De docent doet deze dynamiek voor met een deelnemer. Zij gaan tegen over elkaar zitten en de deelnemer raakt de docent aan op het gezicht en hoofd. De docent geeft aan door middel van één duimgebaar hoe de aanraking ervaren wordt. De drie duimgebaren zijn: duim omhoog = fijn, duim naar beneden = niet fijn en duim horizontaal = ertussenin.

Deze dynamiek gaat over vertrouwen, voelen en inleven. Het gezicht is een kwetsbaar onderdeel van de mens en daarmee kun je goed je fysieke grenzen ervaren

Ken je grens 2
Duur ± 10 minuten / de hele groep)

Deelnemers worden in tweetallen (nummers 1 en nummers 2) ingedeeld en gaan in twee rechte lijnen, met een zo groot mogelijke afstand ertussen, tegenover elkaar staan. De nummers 2 blijven staan terwijl de nummers 1 langzaam op hen aflopen totdat ze vlak voor hen staan en de neuzen van de schoen elkaar raken. Nummers 2 moeten het toestaan. Daarna komen de nummers 1 terug op hun plek. Dan lopen ze opnieuw op de nummers 2 af , maar nu mag de nummer 2 aangeven wanneer de nummers 1 moeten stoppen en blijven staan. Dit geven ze aan met een handgebaar: stopteken. Terwijl de deelnemers de dynamiek doen en ze even stilstaan op de plek begeleidt de docent hen door te zeggen: ‘Let op je lichaam en hoe je je voelt.’ Daarna wissel je en lopen de nummers 2.