Zelf lessen maken: verschil tussen versies

Regel 6: Regel 6:
 
<h3>'''Zelf lessen maken op basis van de bouwstenen van Laat Je Zien'''</h3>
 
<h3>'''Zelf lessen maken op basis van de bouwstenen van Laat Je Zien'''</h3>
 
<br>
 
<br>
Met de onderstaande bouwstenen wordt de lesinhoud van de drieluiken van Laat Je Zien samengesteld. Er is altijd aandacht voor een fysieke componenten, een spel element, de persoonlijke ervaring, bestaande kennis, nieuwe kennis, toepassingen in de praktijk ontwikkelen en in trainen en de praktijk en als laatste de evaluatie en reflectie. Maar voordat al deze componenten aandacht krijgen denkt de docent na over wat op een bepaald moment belangrijk is voor de leerlingen om over na te denken en mee aan de slag te gaan. Dit nadenken van de docent leidt tot een onderwerp. De manier waarop de uitkomsten van het werk dat per component wordt gedaan komen te staan in een drieluik zoadat de samenhang zichtbaar is voor de deelnemers.
+
Leuk dat je nieuwsgierig bent naar het maken van lessen met de methodologie Laat Je Zien.
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
De docent zal zijn deelnemers steeds flexibel faciliteren ten aanzien van nieuwe interesses, kennis, vaardigheden en ontwikkeling. De docent kent de ondergrens van ontwikkeling op een bepaald moment en bewaakt deze, zorgt ervoor dat alle deelnemers minimaal een bepaald kennisniveau bereiken. Dat kan op veel manieren en de kunst is om de aanwezige talenten de kans te geven en zo uiteindelijk tot de ontwikkeling van vaardigheden te komen die passen bij of verder gaan dan het vastgestelde niveau.
+
Voor het maken van een eigen les wordt de aanspreekvorm ‘je’ en we schrijven alsof er iemand tegen je spreekt. Als er een voorbeeld nodig is, komt deze uit de lessenreeks Beter Verwoorden. In Laat Je Zien speelt het vragen stellen een grote rol. Daarom gaan we bij het lessen maken uit van vragen die we ons stellen en die u als gebruiker waarschijnlijk ook heeft. Als u vragen heeft die hier niet gesteld worden, neem dan contact met ons op. Uw vragen zijn voor ons belangrijk en interessant. Zo leren we meer en meer.
 
<br>
 
<br>
<br
 
<h4>'''Op welke manier kan de lesinhoud worden bepaald en gemaakt?'''</h4>
 
 
<br>
 
<br>
<h4>Onderwerp</h4>
+
De bouwstenen zijn in het kort:<br>
De docent stelt zichzelf de vraag wat hij/zij wil behandelen met zijn/haar deelnemers?<br>  
+
# Een fysieke componenten en een spel element; 
Waar hebben de deelnemers behoefte aan in hun ontwikkeling zowel emotioneel als cognitief?<br>
+
# De persoonlijke ervaring; 
Het antwoord hierop leidt tot het onderwerp en eventueel ook al tot de te behandelen stof.<br>
+
# Bestaande kennis inventariseren en ordenen;
 +
# Nieuwe kennis toevoegen;
 +
# Combineren en Toepassingen voor de praktijk ontwikkelen; 
 +
# Praktijk; 
 +
# Evaluatie en reflectie.
 +
Hoe kan je iedere bouwsteen vormgeven? Welke keuzes kan je maken? Via de onderstaande vragen wordt hier uit de doeken gedaan hoe ''Laat Je Zien'' dit vorm geeft.  
 
<br>
 
<br>
Het onderwerp heeft zeker verschillende deelaspecten. De docent maakt een overzicht van deze deelaspecten en kiest er een uit indachtig zijn/haar doelgroep en wat Hij/zij met hen geoogd te behandelen. Welke theorie zal aanbod komen? Welk niveau kunnen de deelnemers aan? Op welke manier zal de theorie worden aangeboden? De docent hoeft de antwoorden nog niet helemaal te kennen maar het is handig om alvast een beeld te schetsen. Het kan altijd nog worden aangepast.<br>
 
<br>
 
Neem een blanco antwoordblad als uitgangspunt en vul langzaam alle onderdelen in met de inhoud die van toepassing is voor de deelnemers. Bij de keuzen denk de docent altijd weer even terug aan hoe de samenhang tussen de diverse onderdelen het beste resultaat kan gaan opleveren. Is dit inderdaad voor nu de beste keuze? vanzelfsprekend kan de docent ook nog even overleggen met een collega, iemand van een andere discipline?
 
 
<br>
 
<br>
 +
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed">
 +
<h4>'''Hoe kun je beginnen?'''</h4>
 +
  <div class="mw-collapsible-content">
 +
# Vanuit jezelf;
 +
# Vanuit een leerling;
 +
# Vanuit geplande lesstof.
 
<br>
 
<br>
<h4>Eigen ervaring</h4>
 
In je eigen levenservaring ga je op zoek naar een eigen ervaring waarmee je de deelnemers kunt betrekken bij je onderwerp. [[Voorbereiding eigen ervaring inzetten|Hoe?]]<br>
 
Ook besteed je aandacht aan het opstellen van de [[Zes typen vragen|verbindingsvraag]] die je kunt gaan stellen. Met deze vraag nodig je de deelnemers uit om te vertellen. Je bepaalt de focus.<br>
 
 
<br>
 
<br>
<h4>[[Opmaat fysieke oefeningen|Opmaat]]: Fysieke Oefeningen</h4>
+
''Vanuit geplande lesstof'' lijkt de snelste weg maar is dat zeker niet. Alle drie de startpunten kunnen leiden tot net zo een boeiende en zinvolle les waarbij de kennis waarmee leerlingen bekend moeten worden aan bod kan komen in allerlei vormen.
Nu kijk je naar hoe je in het kennisgedeelte verder wilt met het onderwerp: waar wil je de aandacht op richten? Dit bepaald mede welke [[Opmaat fysieke oefeningen|fysieke oefeningen]] je gaat uitzoeken. Je let op waar je deelnemers het meeste profijt van kunnen hebben. Wat hebben ze nodig? Bijvoorbeeld: concentratie bevorderen, ontspanning, plezier, fantasie aanwakkeren etc. Ook zorg je dat de oefening op een of andere manier een verbinding maakt met de inhoud van je onderwerp. Als opmaat heb je twee dynamieken nodig en later ter afsluiting van Stap 2: Kenniskant nog een oefening. <br>
 
 
<br>
 
<br>
<h4>[[Stap 2 Toelichten kennis kant drieluik|Stap 2]] Kenniskant voorbereiden</h4>
 
Nu gaat de aandacht uit naar de Kenniskant van het Drieluik.
 
Zoek de theorie uit bij je onderwerp passend bij het niveau van je deelnemers. Deze stof biedt je aan zodat de deelnemers zich op voorhand kunnen inlezen. Moedig hen aan vragen op te schrijven en mee te brengen naar de bijeenkomst.<br>
 
 
<br>
 
<br>
Bedenk vragen waarmee de deelnemers kennis maken met de deelaspecten van het onderwerp. Breng dit onder in een woordspin, mindamp of schema. Laat alle concepten die een rol spelen de Revu passeren. Nodig de deelnemers uit actief mee te denken.<br>
+
'''Wat vindt ik, als docent, leuk en belangrijk om met mijn leerlingen te delen?'''<br>
 +
Bijvoorbeeld: Zintuig beleving, waarnemen, spel ...
 
<br>
 
<br>
Als het onderwerp schematisch in kaart is gebracht deel je de deelonderwerpen uit in de teams. Nu is het tijd voor verdiepende opdrachten en om in kaart te brengen welke kennis er al is bij de deelnemers en welke kennis kan worden aangevuld en hoe. De deelnemers stellen in hun teams vragen waarmee ze zelf kunnen gaan onderzoeken.
 
Je kunt ook een expert uitnodigen om de deelnemers iets te komen vertellen.<br>
 
 
<br>
 
<br>
Tijd voor een Fysieke oefening om de energetische balans te herstellen, de focus te versterken en plezier met elkaar te ervaren. Laat zo mogelijk deelnemers programma onderdelen leiden en/of verzorgen. Kies waar mogelijk voor oefeningen die ook een rol kunnen spelen voor de deelnemers in de dagelijkse praktijk. Zo wordt gaande weg de gereedschapskist voor zelfmanagement meer en meer uitgebreid.<br>
+
'''Waar hebben mijn leerlingen het over? Wat houdt hen bezig?'''<br>
 +
Bijvoorbeeld: Onderling kletsen en lekker eten, sport, spel alles met de telefoon in de hand ...
 
<br>
 
<br>
<h4>[[Stap 3 Actie|Stap 3]] Actiekant voorbereiden</h4>
 
De deelnemers is ter voorbereiding gevraagd een casus mee te brengen waar ze aandacht aan willen besteden. Nu gaan ze deze casus opnieuw bekijken vanuit de nieuwe kennis die ze hebben gekregen en vanuit de ervaring die ze zelf hebben ingebracht en de ervaringen die ze van anderen hebben gehoord. De opdrachten in deze stap zijn gericht op het ervaren van samenhang. Het onderwoorden brengen en delen van de waargenomen samenhang. Hoe kun je anderen, je cliënten meenemen in je verworven inzichten en kennis?<br>
 
 
<br>
 
<br>
<h4>[[Uitvoering - praktijk|Beslissing - Praktijk]]</h4>
+
'''Wat staat er op de planning?'''<br>
Moedig de deelnemers aan om een doel in de praktijk te stellen. Wat heb je nodig voor de uitvoering?<br>
+
Bijvoorbeeld: Kennis over dichtvormen ...
 
<br>
 
<br>
<h4>[[Evaluatie en Reflectie|Evaluatie - Reflectie]]</h4>
 
Bouw tijd in om met de deelnemers terug te kijken en de balans op te maken van de effecten van de in de praktijk geïmplementeerde acties. Wat komt daar uit naar voren? zijn er nieuwe aandachtsgebieden?<br>
 
 
<br>
 
<br>
<h4>Is er een [[Nieuwe ervaring - Cyclus|nieuw onderwerp]]?</h4><br>
+
'''Is er een onderwerp waarbij ik deze drie belangstellingen aan elkaar kan knopen zodat er in de les aandacht is voor elk aspect?'''<br>
 +
Eigenlijk kun je daar drie overzichtjes, lijstjes, van maken. Vanzelf komt er dan meestal een onderwerp naar voren waar je aan de slag kunt gaan. Ook heb je al een idee over de stof die later aan bod kan komen.
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 +
Voorbeeld voor thema’s passend bij de bovenstaande associaties<br>
 +
Fruit<br>
 +
Dieren<br>
 +
... etc<br>
 +
'''Keuze voorbeeld: Fruit'''<br>
 
<br>
 
<br>
[[File:GA Drieluik Schema in Kleur.png|900px]]
 
 
<br>
 
<br>
 +
Nu je het onderwerp kent komt de volgende vraag.
 +
  </div>
 +
</div>
 
<br>
 
<br>
[[File:Drieluik Antwoordblad.png|thumb|center|{{{1|900px}}}]]
+
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed">
 +
<h4>'''Wat wordt mijn invalshoek?'''</h4>
 +
  <div class="mw-collapsible-content">
 +
Ieder onderwerp kan vanuit verschillende invalshoeken worden benaderd. Welke je kiest is afhankelijk van je leerdoelen en je leerlingen populatie. Door jezelf te bevragen en te kijken naar je associatieve lijstjes vind je de richting.
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 +
Voorbeeld: Fruit
 
<br>
 
<br>
 +
<br>
 +
'''Wat wil je er mee bereiken bij je leerlingen'''
 +
Voorbeeld mogelijkheden:<br>
 +
Zintuigen ervaring en kennis<br>
 +
Kennis over planten taxonomie<br>
 +
Lyriek over zintuiglijke beleving delen, dichtkunst of beschrijvend proza<br>
 +
In dit voorbeeld kiezen we de laatste, dichtkunst.
 +
  </div>
 +
</div>
 +
<br>
 +
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed">
 +
<h4>'''Welke korte fysieke dynamieken kies ik om mee op te starten?'''</h4>
 +
  <div class="mw-collapsible-content">
 +
Welk doel heb je met je les?welk doel op dit moment met je leerlingen? Lang, kort termijn indachtig...
 +
Kennen ze elkaar redelijk? Hebben de leerlingen steun nodig bij verbinding met elkaar?
 +
Wie wil je met wie laten werken?
 +
Is de energie laag in de groep of juist hoog?
 +
Is er behoefte aan extra focus?
 +
Is het mogelijk een brug te slaan naar de ervaringen die je gaat ophalen bij de leerlingen?
 +
Wil je dat de meer fysiek gerichte activiteiten de zintuigen prikkelen?
 +
Wil je dat de leerlingen focus versterken?
 +
Welke oefening brengt de focus van de leerlingen naar elkaar en de inhoud die aan bod gaat komen?
 +
Dit soort vragen helpen bij het kiezen van de oefeningen.
  
{{#set: Theorie=Laat Je Zien|Module=Lees|Serie=9xGrunberg|Les={{BASEPAGENAME}}}}
+
Voorbeeld
 +
Bij de les fruit is gekozen voor deze twee dynamieken:
 +
Fruitspel
 +
Energiek, beweeglijk, verbindend, concentratie en plezier.
  
    </div>
+
Fruit: proeven en woorden
</div>
+
Beschrijven en raden
 +
Proeven, blind en iedereen
 +
Benoemen van wat je proeft
  
 
[[Categorie:Maak en Deel een Bijeenkomst]]
 
[[Categorie:Maak en Deel een Bijeenkomst]]

Versie van 25 feb 2020 16:23

naarnaarnaarnaarnaarnaarnaarMakenDelennaarbiedt veiligheid en basis voor ontwikkelen...in je gereedschapskist ...is relevant ...is uitwisselen, herkennen en inleven ...zeg ik wat ik bedoel?naarnaarnaarWIKI DOEN 2k.jpeg

Zelf lessen maken op basis van de bouwstenen van Laat Je Zien


Leuk dat je nieuwsgierig bent naar het maken van lessen met de methodologie Laat Je Zien.

Voor het maken van een eigen les wordt de aanspreekvorm ‘je’ en we schrijven alsof er iemand tegen je spreekt. Als er een voorbeeld nodig is, komt deze uit de lessenreeks Beter Verwoorden. In Laat Je Zien speelt het vragen stellen een grote rol. Daarom gaan we bij het lessen maken uit van vragen die we ons stellen en die u als gebruiker waarschijnlijk ook heeft. Als u vragen heeft die hier niet gesteld worden, neem dan contact met ons op. Uw vragen zijn voor ons belangrijk en interessant. Zo leren we meer en meer.

De bouwstenen zijn in het kort:

  1. Een fysieke componenten en een spel element;
  2. De persoonlijke ervaring;
  3. Bestaande kennis inventariseren en ordenen;
  4. Nieuwe kennis toevoegen;
  5. Combineren en Toepassingen voor de praktijk ontwikkelen;
  6. Praktijk;
  7. Evaluatie en reflectie.

Hoe kan je iedere bouwsteen vormgeven? Welke keuzes kan je maken? Via de onderstaande vragen wordt hier uit de doeken gedaan hoe Laat Je Zien dit vorm geeft.

Hoe kun je beginnen?

  1. Vanuit jezelf;
  2. Vanuit een leerling;
  3. Vanuit geplande lesstof.



Vanuit geplande lesstof lijkt de snelste weg maar is dat zeker niet. Alle drie de startpunten kunnen leiden tot net zo een boeiende en zinvolle les waarbij de kennis waarmee leerlingen bekend moeten worden aan bod kan komen in allerlei vormen.

Wat vindt ik, als docent, leuk en belangrijk om met mijn leerlingen te delen?
Bijvoorbeeld: Zintuig beleving, waarnemen, spel ...

Waar hebben mijn leerlingen het over? Wat houdt hen bezig?
Bijvoorbeeld: Onderling kletsen en lekker eten, sport, spel alles met de telefoon in de hand ...

Wat staat er op de planning?
Bijvoorbeeld: Kennis over dichtvormen ...

Is er een onderwerp waarbij ik deze drie belangstellingen aan elkaar kan knopen zodat er in de les aandacht is voor elk aspect?
Eigenlijk kun je daar drie overzichtjes, lijstjes, van maken. Vanzelf komt er dan meestal een onderwerp naar voren waar je aan de slag kunt gaan. Ook heb je al een idee over de stof die later aan bod kan komen.

Voorbeeld voor thema’s passend bij de bovenstaande associaties
Fruit
Dieren
... etc
Keuze voorbeeld: Fruit


Nu je het onderwerp kent komt de volgende vraag.


Wat wordt mijn invalshoek?

Ieder onderwerp kan vanuit verschillende invalshoeken worden benaderd. Welke je kiest is afhankelijk van je leerdoelen en je leerlingen populatie. Door jezelf te bevragen en te kijken naar je associatieve lijstjes vind je de richting.

Voorbeeld: Fruit

Wat wil je er mee bereiken bij je leerlingen Voorbeeld mogelijkheden:
Zintuigen ervaring en kennis
Kennis over planten taxonomie
Lyriek over zintuiglijke beleving delen, dichtkunst of beschrijvend proza
In dit voorbeeld kiezen we de laatste, dichtkunst.


Welke korte fysieke dynamieken kies ik om mee op te starten?

Welk doel heb je met je les?welk doel op dit moment met je leerlingen? Lang, kort termijn indachtig... Kennen ze elkaar redelijk? Hebben de leerlingen steun nodig bij verbinding met elkaar? Wie wil je met wie laten werken? Is de energie laag in de groep of juist hoog? Is er behoefte aan extra focus? Is het mogelijk een brug te slaan naar de ervaringen die je gaat ophalen bij de leerlingen? Wil je dat de meer fysiek gerichte activiteiten de zintuigen prikkelen? Wil je dat de leerlingen focus versterken? Welke oefening brengt de focus van de leerlingen naar elkaar en de inhoud die aan bod gaat komen? Dit soort vragen helpen bij het kiezen van de oefeningen.

Voorbeeld Bij de les fruit is gekozen voor deze twee dynamieken: Fruitspel Energiek, beweeglijk, verbindend, concentratie en plezier.

Fruit: proeven en woorden Beschrijven en raden Proeven, blind en iedereen Benoemen van wat je proeft