Koffer O: verschil tussen versies
| (9 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
| − | |||
{{kopweg}} | {{kopweg}} | ||
| + | {{9xG8}} | ||
| + | |||
<div class="row"> | <div class="row"> | ||
| − | <div class="small- | + | <div class="small-6 large-offset-2 columns"> |
| − | + | ||
| − | + | <h3>'''Opmaat'''</h3> | |
| − | + | <h4>'''Les: Waar je volledige bezit in een kleine ''koffer'' past'''</h4> | |
| − | |||
| − | |||
| − | |||
| − | <h3>Opmaat | ||
| − | <h4> | ||
| − | |||
| − | |||
| − | |||
| − | |||
| − | |||
| − | |||
| − | |||
| − | |||
| − | |||
<br> | <br> | ||
| − | <div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed"> | + | <div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-"> |
| − | < | + | <h5>'''Ruimte en materiaal'''</h5> |
| − | + | <div class="mw-collapsible-content"> | |
| − | + | Stoelen staan in een kring. Afhankelijk van de oefening waarmee gestart wordt, staat of zit iedereen in de kring. Buiten de kring staan eventueel tafels om later aan te gaan schrijven als dat zo uitkomt of er worden clipboards gebruikt. | |
| − | |||
| − | |||
| − | |||
| − | |||
| − | |||
| − | |||
| − | |||
<br> | <br> | ||
| − | |||
| − | |||
<br> | <br> | ||
| − | + | Bij de eerste les start de docent met het uitleggen van de opbouw van de les(sen). Maak een flip-over of een digitale versie daarvan met de tijdsplanning en activiteiten. Neem deze kort door. | |
| + | </div> | ||
| + | </div> | ||
<br> | <br> | ||
| + | |||
| + | <div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-"> | ||
| + | <h4>'''Energieke oefening'''</h4> | ||
| + | <h5>'''''Associëren op muziek'''''</h5> | ||
| + | <h5>Duur: ± 10 minuten - Hele groep</h5> | ||
| + | <div class="mw-collapsible-content"> | ||
| + | Voorbereiding: De docent en vijf deelnemers nemen een liedje mee om op weg te dromen. | ||
<br> | <br> | ||
| − | |||
<br> | <br> | ||
| − | + | De docent begint met een eigen nummer. De groep luistert gezamenlijk naar de verschillende nummers. Na elk nummer schrijven de deelnemers hun associaties op. Vervolgens leest iedereen een woord voor uit diens associatie. Dit herhaal je met alle nummers. | |
| − | |||
<br> | <br> | ||
<br> | <br> | ||
| − | '' | + | ''Effect van de oefening: dit is een oefening om los te komen en vrij denken, wat aanzet kan geven tot nieuwsgierigheid en onderzoeken.'' |
| + | </div> | ||
| + | </div> | ||
<br> | <br> | ||
| + | <div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-"> | ||
| + | <h4>'''Oefening passend bij het thema'''</h4> | ||
| + | <h5>'''''Improvisatie kring'''''<br></h5> | ||
| + | <h5>Duur: ± 10 minuten - Hele groep</h5> | ||
| + | <div class="mw-collapsible-content"> | ||
| + | De groep gaat samen ter plekke een verhaal maken met stem en lichaam.<br> | ||
| + | De begeleider geeft een voorbeeld: de eerste persoon visualiseert een grote dikke boom, de persoon rechts daarvan herhaalt de visualisatie van de boom en zegt dat naast een boom een heel klein kaboutervrouwtje zit op een paddenstoel, de derde persoon herhaalt de visualisatie van het kleine kaboutervrouwtje en vertelt dat zij heel erg aan het huilen is, zo erg dat er een zee van water ontstaat. De begeleider begint de improvisatie met de boom en daarna mogen de deelnemers een voor een het verhaal aanvullen. | ||
<br> | <br> | ||
| − | |||
<br> | <br> | ||
| + | ''Doel van de oefening: de deelnemers richten zich op het gebruik van taal, inlevingsvermogen, creativiteit, lef en concentratie. De docent kan tussendoor de visualisaties herhalen om de theatraliteit en daarmee de inleving en creativiteit te vergroten.'' | ||
| + | </div> | ||
| + | </div> | ||
<br> | <br> | ||
| − | + | Na aandacht voor bewegen, plezier hebben en ontspannen is het tijd om door te gaan met de eigen ervaring – het drieluik. | |
| − | < | + | |
| − | + | </div> | |
| − | {{#set: Theorie= | + | </div> |
| + | {{#set: Theorie=|Module=Lees|Serie=9XGrunberg|Les={{BASEPAGENAME}}}} | ||
[[Categorie:Bij Negen X Grunberg Koffer Les 6]] | [[Categorie:Bij Negen X Grunberg Koffer Les 6]] | ||
| + | [[Categorie:Sjabloon]] | ||
Huidige versie van 31 okt 2020 om 10:18
Opmaat
Les: Waar je volledige bezit in een kleine koffer past
Ruimte en materiaal
Stoelen staan in een kring. Afhankelijk van de oefening waarmee gestart wordt, staat of zit iedereen in de kring. Buiten de kring staan eventueel tafels om later aan te gaan schrijven als dat zo uitkomt of er worden clipboards gebruikt.
Bij de eerste les start de docent met het uitleggen van de opbouw van de les(sen). Maak een flip-over of een digitale versie daarvan met de tijdsplanning en activiteiten. Neem deze kort door.
Energieke oefening
Associëren op muziek
Duur: ± 10 minuten - Hele groep
Voorbereiding: De docent en vijf deelnemers nemen een liedje mee om op weg te dromen.
De docent begint met een eigen nummer. De groep luistert gezamenlijk naar de verschillende nummers. Na elk nummer schrijven de deelnemers hun associaties op. Vervolgens leest iedereen een woord voor uit diens associatie. Dit herhaal je met alle nummers.
Effect van de oefening: dit is een oefening om los te komen en vrij denken, wat aanzet kan geven tot nieuwsgierigheid en onderzoeken.
Oefening passend bij het thema
Improvisatie kring
Duur: ± 10 minuten - Hele groep
De groep gaat samen ter plekke een verhaal maken met stem en lichaam.
De begeleider geeft een voorbeeld: de eerste persoon visualiseert een grote dikke boom, de persoon rechts daarvan herhaalt de visualisatie van de boom en zegt dat naast een boom een heel klein kaboutervrouwtje zit op een paddenstoel, de derde persoon herhaalt de visualisatie van het kleine kaboutervrouwtje en vertelt dat zij heel erg aan het huilen is, zo erg dat er een zee van water ontstaat. De begeleider begint de improvisatie met de boom en daarna mogen de deelnemers een voor een het verhaal aanvullen.
Doel van de oefening: de deelnemers richten zich op het gebruik van taal, inlevingsvermogen, creativiteit, lef en concentratie. De docent kan tussendoor de visualisaties herhalen om de theatraliteit en daarmee de inleving en creativiteit te vergroten.
Na aandacht voor bewegen, plezier hebben en ontspannen is het tijd om door te gaan met de eigen ervaring – het drieluik.