Koffer VO: verschil tussen versies

(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{kopweg}} {{Drieluik Koffer}} <h3>Vragenstellen en ordenen</h3> <br> De docent maakt tweetallen. Bij het maken van teams daarna kan de docent ervoor kiezen de nive...')
 
 
(6 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
 
{{kopweg}}
 
{{kopweg}}
 
{{Drieluik Koffer}}
 
{{Drieluik Koffer}}
<h3>Vragenstellen en ordenen</h3>
+
 
 +
<div class="row">
 +
<div class="small-6 large-offset-3 columns">
 +
 
 +
<h3>'''Vragen stellen en ordenen'''</h3>
 +
<h4>'''Les: Waar je volledige bezit in een kleine ''koffer'' past'''</h4>
 +
{{Kennis}}
 
<br>
 
<br>
De docent maakt tweetallen. Bij het maken van teams daarna kan de docent ervoor kiezen de niveau's de mengen. De overweging is dat de verschillen in gesprek overbrugbaar moeten zijn in de teams. In principe werken de deelnemers samen en is het overbruggen van lees- en begripsniveau mits niet te uiteenlopend een mooie oefening in sociale vaardigheden.
+
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
<br>
+
<h5>'''Extra'''</h5>
<br>  
+
<h5>Duur: ±10 tot 15 minuten - Individueel</h5> 
<h4>Kennis activeren door vragen (Duur ±10 tot 15 minuten)</h4>
+
        <div class="mw-collapsible-content">
De docent vraagt de deelnemers in hun teams vragen te formuleren over het gedicht dat ze hebben gelezen, activeringsvragen. Iedere vraag is valide, ieder team formuleert twee vragen en schrijven ze op twee lossen kaartjes. Ook sturen de leerlingen hun vraag via hun telefoon of tablet in op het Digibord. Alle vragen worden verzamelt in een 'hoge hoed', een at random trekking. Vervolgens trekt iedere deelnemer een vraag terug en gaan de deelnemers in hun tweetal in overleg de vragen beantwoorden.
+
De rubrieken die de docent kiest om te ordenen bepalen welke aspecten van het gedicht aandacht krijgen. In deze les hebben de deelnemers een gedicht of meerdere gedichten uit de bundel ''Liefde is Business'' gelezen. De docent vraagt de deelnemers om op te schrijven wat het gedicht in hen los heeft gemaakt: Welke associaties kregen ze bij het lezen of het terugdenken? Dit schrijft iedere deelnemer op een blaadje. De docent maakt een rondje in de klas en vraagt iedere deelnemer voor te lezen wat die heeft opgeschreven. Juist de diversiteit aan antwoorden laat zien hoe verschillend er gelezen kan worden en/of dat er juist ook overeenkomstige punten zijn.  
<br>
 
<br>
 
De docent gaat de vragen onderbrengen in een schema en kan nu ook andere vragen toevoegen die hij/zij aan de orde wil laten komen.
 
De keuze voor het schema (woordspin bijvoorbeeld) maakt de docent in eerste instantie. Later kunnen ook de deelnemers voorstellen hoe ze gegevens in een schema willen onderbrengen in overleg met de docent. ''Uit de vragen blijkt hoe de leerlingen het gedicht gelezen hebben. Waar gaat hun belangstelling naar uit? Wat begrijpen ze al wel en waar is het nog niet helemaal duidelijk?''
 
 
<br>
 
<br>
 +
<h5>'''Voorbereiden'''</h5>
 +
* Elke deelnemer een A6-je (zonder lijntjes);
 +
* Een zwarte pen per deelnemer.
 +
    </div>
 +
</div>
 +
 +
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 +
<h5>'''Huiswerk'''</h5>
 +
<h5>Duur: ±10 tot 20 minuten - Individueel</h5> 
 +
        <div class="mw-collapsible-content">
 +
De docent biedt de deelnemers extra informatie aan over gedichten, rijmschema's, vorm en stijl. Afhankelijk van het niveau van de deelnemers kan de docent hen dit ook laten opzoeken. De thuisopdracht hangt naast het niveau van de deelnemers ook af van de verdiepingsfocus.
 
<br>
 
<br>
<h5>Extra (Duur ±10 tot 15 minuten)</h5>
 
De rubrieken waarin de docent kiest te ordenen bepaald welke aspecten van het gedicht aandacht krijgen. In deze les hebben de deelnemers een gedicht uit de bundel ''Liefde is Business'' gelezen of misschien meerdere gedichten. De docent vraagt de deelnemers op te schrijven wat het gedicht in hen los heeft gemaakt, welke associaties kregen ze bij het lezen of tijdens het terugdenken?  Dit schrijft iedere deelnemers op een blaadje. De docent maakt een rondje in de klas en vraagt iedere deelnemer voor te lezen wat zij/hij heeft opgeschreven. Juist de diversiteit aan antwoorden laat zien hoe verschillend er gelezen kan worden of dat er juist ook punten zijn van overeenstemming.
 
 
<br>
 
<br>
<br>
+
* Soms is het goed te starten met alleen de focus. De docent vraagt de deelnemers om op zoek te gaan naar een gedicht. Ook een rap kan een gedicht zijn;
<h5>Voorbereiden</h5>
 
* papier A6 formaat
 
<br>
 
<h5>Huiswerk</h5>
 
De docent biedt de deelnemers extra informatie over gedichten, rijmschema's, vorm en stijl (of laat dit opzoeken, werkvorm die wordt gekozen is afhankelijk van het niveau van de deelnemers).<br>
 
Afhankelijk van de verdiepingsfocus kan de docent een gerichte thuisopdracht geven afhankelijk van het niveau.<br>
 
* Soms is het goed te starten bij de focus alleen. De docent vraagt de deelnemers om op zoek te gaan naar een gedicht. Het mag van alles zijn. Ook een rap kan een gedicht zijn.
 
 
* Of de docent vraagt de deelnemers een gedicht uit de bundel ''Liefde in Business'' te kiezen dat hen het meeste aanspreekt en onder woorden te brengen wat hen erin aanspreekt.  
 
* Of de docent vraagt de deelnemers een gedicht uit de bundel ''Liefde in Business'' te kiezen dat hen het meeste aanspreekt en onder woorden te brengen wat hen erin aanspreekt.  
 +
  </div>
 +
</div>
 +
    </div>
 +
</div>
 +
{{#set: Theorie=Laat Je Zien|Module=|Serie=|Les={{BASEPAGENAME}}}}
  
{{#set: Theorie=Laat Je Zien|Module=|Serie=|Les={{BASEPAGENAME}}}}
+
[[Categorie:Sjabloon]]

Huidige versie van 31 okt 2020 om 17:43


naarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarDrieluik Koffer 1.1.jpeg

Vragen stellen en ordenen

Les: Waar je volledige bezit in een kleine koffer past

De docent maakt eerst tweetallen. De docent kan bij het maken van de duo’s ervoor kiezen de niveaus te mengen. Houd er wel rekening mee dat de verschillen in gesprekniveaus overbrugbaar moeten zijn. In principe werken de deelnemers samen en is het overbruggen van lees- en begripsniveau – mits niet te uiteenlopend – een mooie oefening in sociale vaardigheden.

Kennis activeren door vragen te stellen

Duur: 10 à 15 minuten – Tweetallen en hele groep

De deelnemers moeten in hun tweetallen vragen formuleren over de tekst die ze hebben gelezen: activeringsvragen. Iedere vraag is valide. Elk duo formuleert twee vragen en schrijft ze op twee losse kaartjes. Ook sturen de deelnemers hun vragen in via hun telefoon of tablet, zodat ze op het Digibord verschijnen. Alle vragen worden verzameld in een ‘hoge hoed’, waaruit de deelnemers willekeurig een kaartje trekken. Zo krijgt iedere deelnemer een vraag terug en gaan de deelnemers in hun tweetal overleggen over de antwoorden.

De docent brengt de vragen onder in een schema en kan hier ook andere vragen aan toevoegen die hij/zij wil behandelen. In eerste instantie kiest de docent het schema, bijvoorbeeld een woordspin. Later kunnen ook de deelnemers zelf een schema kiezen in overleg met de docent.

Uit de vragen blijkt hoe de deelnemers de tekst gelezen hebben: Waar gaat hun belangstelling naar uit? Wat begrijpen ze al wel en wat is nog onduidelijk?

Het ordenen van kennis

Duur: ± 15 tot 20 minuten minuten - Tweetallen en hele groep

Nadat de deelnemers de tijd hebben gehad om de antwoorden op de gekregen vragen te formuleren, worden deze klassikaal besproken. Ieder tweetal presenteert zijn antwoorden. Uit ieder antwoord worden de aspecten gehaald die aansluiten bij de onderdelen die de docent wil behandelen. Het ordenen van de type vragen geeft de deelnemers inzicht in de verschillende aspecten die een rol kunnen spelen: zowel biografische, historische als maatschappelijke kennis, stijl, tijd en de psychologie van de personages. De docent kan er voor kiezen om ieder aspect een kleur te geven, een kleurcode.

Op deze manier wordt de gelezen tekst besproken. Daarnaast komen de onderdelen waar de docent de focus op wil leggen aan bod.

Voorbereiden
  • Deelnemers worden opgedeeld in teams;
  • Groot wit vel/ whiteboard;
  • Markers in verschillende kleuren.


Motivatie

Het is een bewuste keuze om de deelnemers zoveel mogelijk te laten oefenen met vragen stellen. Vragen stellen is onderdeel van onderzoeken. Je kunt onderzoek doen door jezelf of anderen vragen te stellen en door op zoek te gaan naar antwoorden. Kennis en ervaring zorgen voor inzicht in de thema’s waar de vragen over gaan. De deelnemers ontwikkelen zich door meer te willen weten en groeien door hun kennis te vergroten.


Extra
Duur: ±10 tot 15 minuten - Individueel

De rubrieken die de docent kiest om te ordenen bepalen welke aspecten van het gedicht aandacht krijgen. In deze les hebben de deelnemers een gedicht of meerdere gedichten uit de bundel Liefde is Business gelezen. De docent vraagt de deelnemers om op te schrijven wat het gedicht in hen los heeft gemaakt: Welke associaties kregen ze bij het lezen of het terugdenken? Dit schrijft iedere deelnemer op een blaadje. De docent maakt een rondje in de klas en vraagt iedere deelnemer voor te lezen wat die heeft opgeschreven. Juist de diversiteit aan antwoorden laat zien hoe verschillend er gelezen kan worden en/of dat er juist ook overeenkomstige punten zijn.

Voorbereiden
  • Elke deelnemer een A6-je (zonder lijntjes);
  • Een zwarte pen per deelnemer.
Huiswerk
Duur: ±10 tot 20 minuten - Individueel

De docent biedt de deelnemers extra informatie aan over gedichten, rijmschema's, vorm en stijl. Afhankelijk van het niveau van de deelnemers kan de docent hen dit ook laten opzoeken. De thuisopdracht hangt naast het niveau van de deelnemers ook af van de verdiepingsfocus.

  • Soms is het goed te starten met alleen de focus. De docent vraagt de deelnemers om op zoek te gaan naar een gedicht. Ook een rap kan een gedicht zijn;
  • Of de docent vraagt de deelnemers een gedicht uit de bundel Liefde in Business te kiezen dat hen het meeste aanspreekt en onder woorden te brengen wat hen erin aanspreekt.