Opmaat BV10: verschil tussen versies

 
(15 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
 
{{Kopweg}}
 
{{Kopweg}}
 
{{BV10}}
 
{{BV10}}
 
+
<div class="row">
<h3>Opmaat bij de les 10 Kans</h3>
+
<div class="small-6 large-offset-1 columns">
 +
<h3>'''10 Kans'''</h3>
 +
<h4>'''Opmaat'''</h4>
 +
<br>
 +
<h5>'''Vooraf'''</h5>
 +
<h5>Duur: ± 2 minuten/ Hele groep</h5> 
 +
De deelnemers zitten in een kring. Op het bord of de flip-over staat de structuur van de les. De docent kan die ook nog even bespreken.
 
<br>
 
<br>
<h5>De ruimte (Duur ± 2 minuten / de hele groep)</h5> De stoelen staan in een kring. Iedereen zit. Op het bord / flip-over staat de structuur van de les. De docent kan dit ook nog even bespreken.
 
 
<br>
 
<br>
<h4>Energieke Dynamiek (Duur ± 10 minuten / de hele groep)</h4>  
+
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
''Deel I Wayne Cook Oefening'' (Duur ± 2 minuten / de hele groep)<br>
+
<h4>'''Energieke oefening of Spel'''</h4>
 +
<h5>Duur: ± 15 minuten/ Hele groep</h5>
 +
<h5>'''''Deel I Wayne Cook Oefening & Deel II Samen tellen'''''</h5>
 +
    <div class="mw-collapsible-content">
 +
<h5>'''Deel I Wayne Cook Oefening'''</h5>
 +
<h5>Duur: ± 5 minuten/ Hele groep</h5>
 +
<h5>Instructie</h5>
 
* Zit rechtop. Plaats je linkervoet over je rechterknie. Houd je linkerenkel vast met je rechterhand en je linkervoet met je linkerhand;  
 
* Zit rechtop. Plaats je linkervoet over je rechterknie. Houd je linkerenkel vast met je rechterhand en je linkervoet met je linkerhand;  
* Adem rustig in via je neus. Laat de inademing je lichaam een beetje omhoog tillen terwijl je met beide handen je been naar je lichaam toe strekt. Adem langzaam uit via je mond. Herhaal 5 keer;
+
* Adem rustig in via je neus. Laat de inademing je lichaam een beetje omhoog optillen terwijl je met beide handen je been naar je lichaam toe trekt. Adem langzaam uit via je mond. Doe dit 5 keer;
 
* Wissel van voet en herhaal het hele proces nog een keer;
 
* Wissel van voet en herhaal het hele proces nog een keer;
 
* Zet je benen weer naast elkaar. Plaats je vingertoppen op elkaar en plaats je duimen tussen je twee wenkbrauwen;
 
* Zet je benen weer naast elkaar. Plaats je vingertoppen op elkaar en plaats je duimen tussen je twee wenkbrauwen;
* Adem langzaam in en uit door je neus. Herhaal 4 keer. Op een uitademing spreid je je duimen langzaam en duw je de huid van je voorhoofd naar de zijkant.  
+
* Adem langzaam in en uit door je neus. Doe dit 4 keer. Op een uitademing spreid je je duimen langzaam en duw je de huid van je voorhoofd opzij.
 +
<br>
 +
<br>
 +
''Effect van de oefening: kalmeert innerlijke onrust, zorgt dat je beter kan focussen, maakt dat je beter kunt leren. Maakt je rustiger als je zenuwachtig bent voor een presentatie of andere prestatie.''
 +
<br>
 
<br>
 
<br>
 +
<h5>'''Deel II Samen tellen'''</h5>
 +
<h5>Duur: ± 5-10 minuten/ Groepjes van zes</h5>
 +
De deelnemers gaan in kringen van ongeveer zes personen staan. Om beurten, maar zonder hierover afspraken te maken worden de getallen een tot tien opgenoemd. Niemand weet wie het volgende getal zal zeggen. Snelheid maakt het spel. Als twee of meer personen tegelijk het volgende nummer roepen begint het spel weer bij één.
 
<br>
 
<br>
''Kalmeert innerlijke onrust, zorgt dat je beter kan focussen, maakt dat je beter kunt leren. Maakt je rustiger als je zenuwachtig bent voor een presentatie of andere prestatie''
 
 
<br>
 
<br>
 +
''Effect van het spel: concentratie prikkelen en oefenen, de groep beter gaan aanvoelen, groepsproces ervaren.''
 
<br>
 
<br>
''Deel II Samen tellen'' (Duur ± 8 minuten / de hele groep)<br>
+
  </div>
Deelnemers gaan staan in een groepje van zes in een kleine cirkel. Zonder afspraken te maken start één van de deelnemers met één. Dan volgt twee maar niemand weet wie dat gaat zeggen. Snelheid maakt het spel. Na twee komt drie en zo verder tot tien. Als een getal tegelijkertijd gezegd wordt dan begint het spel opnieuw bij één.
+
    </div>
 
<br>
 
<br>
 +
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 +
<h4>'''Fysieke activiteit passend bij het onderwerp'''</h4>
 +
<h5>Duur: ± 15 minuten/ Groepjes van zes</h5>
 +
<h5>'''''Dobbelassociatie'''''</h5>
 +
    <div class="mw-collapsible-content">
 +
Elk groepje heeft een dobbelsteen en een set van zes kaartjes met drie zinnen die afgemaakt moeten worden. Hierbij kun je denken aan zintuiglijke zinnen en actieve zinnen. Bijvoorbeeld iemand gooit drie en kan kiezen uit de volgende opties: ‘Ik sta op het punt…’, ‘Wat ruikt dat…’, ‘Zij wilden net…’. Zo zijn er per spel 6x3=18 startzinnen. Eén deelnemer schrijft het verhaal op. Aan het einde lezen de groepjes het resultaat aan elkaar voor. Als je het als docent voorbereidt kun je elk groepje dezelfde zinnen geven.
 
<br>
 
<br>
''Concentratie, aanvoelen van de groep''
 
 
<br>
 
<br>
<h4>Dynamiek passend bij het onderwerp (Duur ± 15 minuten / groepjes van zes)</h4>
+
<h5>'''''Variatie 1'''''</h5>
''Dobbelassociatie''<br>
+
Iedere deelnemer maakt voor de nummers 1 t/m 6 van de dobbelsteen een startzin. Daarna worden de zinnen gebruikt door de verzinner zelf of een plek doorgeschoven, zodat elke deelnemer kan kiezen uit de zinnen van zijn of haar buurman.  
Elk groepje doet zes korte associaties. Elk groepje heeft een dobbelsteen en een set van zes kaartjes met drie zinnen die nog afgemaakt moeten worden. Hierbij kun je denken aan zintuiglijke zinnen en actieve zinnen. Bijvoorbeeld iemand gooit drie en kan kiezen uit de volgende opties: ‘Ik sta op het punt…’, ‘Wat ruikt dat…’, ‘Zij wilden net…’. Zo zijn er per spel 6x3=18 startzinnen. Eén deelnemer schrijft het verhaal op. Aan het einde lezen de groepjes het resultaat aan elkaar voor. Als je het als docent voorbereidt kun je elk groepje dezelfde zinnen geven.  
 
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
''Variatie 1''<br>
+
<h5>'''''Variatie 2'''''</h5>
Iedere deelnemer maakt voor de nummers 1 t/m 6 van de dobbelsteen een startzin. Daarna worden de zinnen in het groepje gebruikt door de verzinner zelf of door ze een plek op te schuiven.
+
Voor elk nummer van de dobbelsteen staan er drie steekwoorden op het blaadje, waaruit er steeds één moet worden gekozen om een zin mee te maken. Daarna gooit de volgende uit de groep en vervolgt het verhaal op dezelfde wijze.
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
''Variatie 2''<br>
+
''Effect van het spel: creativiteit en verbeelding stimuleren. Het daagt de deelnemers uit in taligheid, uitwisselen met anderen. Samen creativiteit ontdekken en ontwikkelen. Belangrijke aspecten bij het comfortabel voelen met bekende en nog onbekende anderen.''
Per getal staan er drie steekwoorden op het blaadje. Je kiest er één om een zin mee te maken. Daarna gooit de volgende uit de groep en vervolgt het verhaal op dezelfde wijze.
+
  </div>
 
+
    </div>
 +
  </div>
 +
    </div>
 +
{{#set: Theorie=Laat Je Zien|Module=|Serie=Beter Verwoorden|Les={{BASEPAGENAME}}}}
  
{{#set: Theorie=Laat Je Zien|Module=|Serie=Beter Verwoorden|Les={{BASEPAGENAME}}}}
+
[[Categorie:Sjabloon]]

Huidige versie van 22 feb 2021 om 10:31

naar hoofdmenunaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarBV10.jpeg

10 Kans

Opmaat


Vooraf
Duur: ± 2 minuten/ Hele groep

De deelnemers zitten in een kring. Op het bord of de flip-over staat de structuur van de les. De docent kan die ook nog even bespreken.

Energieke oefening of Spel

Duur: ± 15 minuten/ Hele groep
Deel I Wayne Cook Oefening & Deel II Samen tellen
Deel I Wayne Cook Oefening
Duur: ± 5 minuten/ Hele groep
Instructie
  • Zit rechtop. Plaats je linkervoet over je rechterknie. Houd je linkerenkel vast met je rechterhand en je linkervoet met je linkerhand;
  • Adem rustig in via je neus. Laat de inademing je lichaam een beetje omhoog optillen terwijl je met beide handen je been naar je lichaam toe trekt. Adem langzaam uit via je mond. Doe dit 5 keer;
  • Wissel van voet en herhaal het hele proces nog een keer;
  • Zet je benen weer naast elkaar. Plaats je vingertoppen op elkaar en plaats je duimen tussen je twee wenkbrauwen;
  • Adem langzaam in en uit door je neus. Doe dit 4 keer. Op een uitademing spreid je je duimen langzaam en duw je de huid van je voorhoofd opzij.



Effect van de oefening: kalmeert innerlijke onrust, zorgt dat je beter kan focussen, maakt dat je beter kunt leren. Maakt je rustiger als je zenuwachtig bent voor een presentatie of andere prestatie.

Deel II Samen tellen
Duur: ± 5-10 minuten/ Groepjes van zes

De deelnemers gaan in kringen van ongeveer zes personen staan. Om beurten, maar zonder hierover afspraken te maken worden de getallen een tot tien opgenoemd. Niemand weet wie het volgende getal zal zeggen. Snelheid maakt het spel. Als twee of meer personen tegelijk het volgende nummer roepen begint het spel weer bij één.

Effect van het spel: concentratie prikkelen en oefenen, de groep beter gaan aanvoelen, groepsproces ervaren.


Fysieke activiteit passend bij het onderwerp

Duur: ± 15 minuten/ Groepjes van zes
Dobbelassociatie

Elk groepje heeft een dobbelsteen en een set van zes kaartjes met drie zinnen die afgemaakt moeten worden. Hierbij kun je denken aan zintuiglijke zinnen en actieve zinnen. Bijvoorbeeld iemand gooit drie en kan kiezen uit de volgende opties: ‘Ik sta op het punt…’, ‘Wat ruikt dat…’, ‘Zij wilden net…’. Zo zijn er per spel 6x3=18 startzinnen. Eén deelnemer schrijft het verhaal op. Aan het einde lezen de groepjes het resultaat aan elkaar voor. Als je het als docent voorbereidt kun je elk groepje dezelfde zinnen geven.

Variatie 1

Iedere deelnemer maakt voor de nummers 1 t/m 6 van de dobbelsteen een startzin. Daarna worden de zinnen gebruikt door de verzinner zelf of een plek doorgeschoven, zodat elke deelnemer kan kiezen uit de zinnen van zijn of haar buurman.

Variatie 2

Voor elk nummer van de dobbelsteen staan er drie steekwoorden op het blaadje, waaruit er steeds één moet worden gekozen om een zin mee te maken. Daarna gooit de volgende uit de groep en vervolgt het verhaal op dezelfde wijze.

Effect van het spel: creativiteit en verbeelding stimuleren. Het daagt de deelnemers uit in taligheid, uitwisselen met anderen. Samen creativiteit ontdekken en ontwikkelen. Belangrijke aspecten bij het comfortabel voelen met bekende en nog onbekende anderen.