Sjabloon

ChecklistEE: verschil tussen versies

Regel 4: Regel 4:
 
De ervaring van de docent dient als voorbeeld voor de deelnemers. Let daarom op de volgende aspecten bij het vertellen van die ervaring:
 
De ervaring van de docent dient als voorbeeld voor de deelnemers. Let daarom op de volgende aspecten bij het vertellen van die ervaring:
 
* Houd de begin-midden-eindstructuur in de gaten;
 
* Houd de begin-midden-eindstructuur in de gaten;
* Kies bewust welke details je ervaring kleuren kunnen geven;   
+
* Kies bewust welke details uw ervaring kleur kunnen geven;   
* Kijk welke bijvoeglijke naamwoorden je kunt gebruiken om extra informatie te geven aan de luisteraars;       
+
* Kijk welke bijvoeglijke naamwoorden u kunt gebruiken om uw luisteraars extra informatie te geven;       
* Als er dialogen voorkomen in je ervaring, dan kun je die ook vertellen;     
+
* Als er dialogen voorkomen in uw ervaring, dan kunt u die ook vertellen;     
* Kies in de beschrijving van je ervaring één of meer zintuiglijke waarnemingen;     
+
* Kies in de beschrijving van uw ervaring één of meer zintuiglijke waarnemingen;     
* Denk aan de ordening van de belangrijkste informatie: Wat gebeurde er? Met wie was je? Waar was je? Hoe reageerden anderen? Wat werd er gezegd? Hierbij kun je ook denken aan het jezelf bevragen aan de hand van vragen als: Wat deed/dacht/voelde ik? Hoe reageerde ik?;     
+
* Denk aan de ordening van de belangrijkste informatie: Wat gebeurde er? Met wie was u? Waar was je? Hoe reageerden anderen? Wat werd er gezegd? Hierbij kunt u ook denken aan het uzelf bevragen aan de hand van vragen als: Wat deed/dacht/voelde ik? Hoe reageerde ik?;     
 
* Vermijd het samenvatten van het verhaal en het geven van een conclusie;   
 
* Vermijd het samenvatten van het verhaal en het geven van een conclusie;   
* Zorg dat je bij het delen van je eigen ervaring je alleen richt op het stimuleren van de verhalen van de deelnemers. Het is niet de bedoeling dat je op zo’n moment kennis toelicht, omdat het puur gaat om iets wat je hebt beleefd en onbevangen verteld. Je wil ook dat de deelnemers onbevangen hun ervaringen vertellen, zodat ze zich niet beoordeeld voelen. Het gaat om de gelijkwaardigheid tussen de vertellers en niet om het checken van kennisniveau;   
+
* Zorg dat u bij het delen van uw eigen ervaring zich alleen richt op het stimuleren van de verhalen van de deelnemers. Het is niet de bedoeling dat u op zo’n moment kennis toelicht, omdat het puur gaat om iets wat u heeft beleefd en onbevangen verteld. U wilt ook dat de deelnemers onbevangen hun ervaringen vertellen, zodat ze zich niet beoordeeld voelen. Het gaat om de gelijkwaardigheid tussen de vertellers en niet om het checken van kennisniveau;   
* Vertel uitsluitend een werkelijk gebeurde ervaring. Formuleer de ervaring zo dat het onlangs - niet langer dan drie maanden tot een jaar geleden - is gebeurd. Een uitzondering kun je maken voor een thema als familie waarbij de ervaringen zich duidelijk kunnen afspelen in het verleden. Houd de tijd waarin je je ervaring vertelt in de gaten.
+
* Vertel uitsluitend een werkelijk gebeurde ervaring. Formuleer de ervaring zo dat het onlangs - niet langer dan drie maanden tot een jaar geleden - is gebeurd. Een uitzondering kunt u maken voor een thema als familie waarbij de ervaringen zich duidelijk in het verleden kunnen afspelen. Houd de tijd waarin u uw ervaring formuleert in de gaten.
 
   </div>
 
   </div>
 
</div>
 
</div>

Versie van 16 nov 2020 17:36

Checklist voor de docent bij het vertellen van de eigen ervaring

De ervaring van de docent dient als voorbeeld voor de deelnemers. Let daarom op de volgende aspecten bij het vertellen van die ervaring:

  • Houd de begin-midden-eindstructuur in de gaten;
  • Kies bewust welke details uw ervaring kleur kunnen geven;
  • Kijk welke bijvoeglijke naamwoorden u kunt gebruiken om uw luisteraars extra informatie te geven;
  • Als er dialogen voorkomen in uw ervaring, dan kunt u die ook vertellen;
  • Kies in de beschrijving van uw ervaring één of meer zintuiglijke waarnemingen;
  • Denk aan de ordening van de belangrijkste informatie: Wat gebeurde er? Met wie was u? Waar was je? Hoe reageerden anderen? Wat werd er gezegd? Hierbij kunt u ook denken aan het uzelf bevragen aan de hand van vragen als: Wat deed/dacht/voelde ik? Hoe reageerde ik?;
  • Vermijd het samenvatten van het verhaal en het geven van een conclusie;
  • Zorg dat u bij het delen van uw eigen ervaring zich alleen richt op het stimuleren van de verhalen van de deelnemers. Het is niet de bedoeling dat u op zo’n moment kennis toelicht, omdat het puur gaat om iets wat u heeft beleefd en onbevangen verteld. U wilt ook dat de deelnemers onbevangen hun ervaringen vertellen, zodat ze zich niet beoordeeld voelen. Het gaat om de gelijkwaardigheid tussen de vertellers en niet om het checken van kennisniveau;
  • Vertel uitsluitend een werkelijk gebeurde ervaring. Formuleer de ervaring zo dat het onlangs - niet langer dan drie maanden tot een jaar geleden - is gebeurd. Een uitzondering kunt u maken voor een thema als familie waarbij de ervaringen zich duidelijk in het verleden kunnen afspelen. Houd de tijd waarin u uw ervaring formuleert in de gaten.