Opmaat BV9: verschil tussen versies

Regel 17: Regel 17:
 
<h5>'''''Associëren op muziek'''''</h5>
 
<h5>'''''Associëren op muziek'''''</h5>
 
     <div class="mw-collapsible-content">
 
     <div class="mw-collapsible-content">
De docent vraagt vijf deelnemers die het leuk vinden om het liedje dat ze hebben uitgekozen en meegebracht - waar ze op wegdromen - beschikbaar te stellen. Als docent start je met een eigen nummer. In de klas luister je met z’n allen naar de verschillende nummers. Na elk nummer schrijven de deelnemers hun associaties op. Vervolgens leest iedereen een woord voor uit zijn/haar associatie. Zo doe je alle nummers. Oefening in het los en vrij denken, dit kan aanzet geven tot nieuwsgierigheid.
+
De docent vraagt vijf deelnemers die het leuk vinden om het liedje dat ze hebben uitgekozen en meegebracht waar ze op wegdromen beschikbaar te stellen. Als docent start je met je eigen keuze. In de klas luister je met z’n allen naar de verschillende muziekstukken. Na elk stuk schrijven de deelnemers hun associaties op. Vervolgens leest iedereen een woord voor uit zijn/haar associatie. Zo doe je alle stukken.  
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
''Oefening in het los en vrij denken, dit kan aanzet geven tot nieuwsgierigheid. Bewustwording van verschillen in beleving tussen de deelnemers''
+
''Effect van de oefening: oefenen met het los en vrij denken, dit kan aanzet geven tot nieuwsgierigheid. Bewustwording van verschillen in beleving tussen de deelnemers''
 
<br>
 
<br>
 
     </div>
 
     </div>
Regel 30: Regel 30:
 
<h5>'''''Improvisatie kring'''''</h5>
 
<h5>'''''Improvisatie kring'''''</h5>
 
     <div class="mw-collapsible-content">
 
     <div class="mw-collapsible-content">
De docent vertelt dat ze samen ter plekke een verhaal gaan maken met stem en lichaam. De docent geeft een voorbeeld:<br>
+
De docent vertelt dat de deelnemers samen een verhaal gaan maken met stem en lichaam. De docent geeft een voorbeeld: ‘De eerste deelnemer beschrijft een grote dikke boom, de deelnemer rechts daarvan herhaalt de beschrijving van de boom en zegt dat naast de boom een kaboutervrouwtje op een paddenstoel zit, de derde deelnemer herhaalt de beschrijving van het kaboutervrouwtje en vertelt dat zij heel erg aan het huilen was, zo erg dat er een zee van tranen ontstond.De docent begint de improvisatie met de boom en daarna mogen de deelnemers een voor een het verhaal aanvullen.
De eerste deelnemer visualiseert een grote dikke boom, de deelnemer rechts daarvan herhaalt de visualisatie van de boom en zegt dat naast een boom een heel klein kaboutervrouwtje zit op een paddenstoel, de derde deelnemer herhaalt de visualisatie van het kleine kaboutervrouwtje en vertelt dat zij heel HEEL erg aan het huilen was, zo erg dat er een zee van water ontstond. De docent begint de improvisatie met de boom en daarna mogen de deelnemers één voor één het verhaal aanvullen.
 
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
''In deze dynamiek wordt taal gebruikt, inlevingsvermogen, creativiteit, lef en concentratie. De docent kan tussendoor de visualisaties herhalen om de theatraliteit en daarmee de inleving en creativiteit te vergroten''
+
''Effect van de activiteit: versterkt taalgebruik, inlevingsvermogen, creativiteit, lef en concentratie. De docent kan tussendoor de visualisaties herhalen om de theatraliteit en daarmee de inleving en creativiteit te vergroten''
 
<br>
 
<br>
 
     </div>
 
     </div>

Versie van 18 nov 2020 19:27

naar hoofdmenunaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarBV9.jpeg

Beter Verwoorden 9 Dromen

Opmaat


Vooraf
Duur: ± 2 minuten/ Hele groep

De deelnemers zitten in een kring. Op het bord of de flip-over staat de structuur van de les. De docent kan die ook nog even bespreken.

Energieke oefening of Spel

Duur: ± 5 minuten/ Hele groep
Associëren op muziek

De docent vraagt vijf deelnemers die het leuk vinden om het liedje dat ze hebben uitgekozen en meegebracht – waar ze op wegdromen – beschikbaar te stellen. Als docent start je met je eigen keuze. In de klas luister je met z’n allen naar de verschillende muziekstukken. Na elk stuk schrijven de deelnemers hun associaties op. Vervolgens leest iedereen een woord voor uit zijn/haar associatie. Zo doe je alle stukken.

Effect van de oefening: oefenen met het los en vrij denken, dit kan aanzet geven tot nieuwsgierigheid. Bewustwording van verschillen in beleving tussen de deelnemers


Fysieke activiteit passend bij het onderwerp

Duur: ± 10 minuten/ Hele groep
Improvisatie kring

De docent vertelt dat de deelnemers samen een verhaal gaan maken met stem en lichaam. De docent geeft een voorbeeld: ‘De eerste deelnemer beschrijft een grote dikke boom, de deelnemer rechts daarvan herhaalt de beschrijving van de boom en zegt dat naast de boom een kaboutervrouwtje op een paddenstoel zit, de derde deelnemer herhaalt de beschrijving van het kaboutervrouwtje en vertelt dat zij heel erg aan het huilen was, zo erg dat er een zee van tranen ontstond.’ De docent begint de improvisatie met de boom en daarna mogen de deelnemers een voor een het verhaal aanvullen.

Effect van de activiteit: versterkt taalgebruik, inlevingsvermogen, creativiteit, lef en concentratie. De docent kan tussendoor de visualisaties herhalen om de theatraliteit en daarmee de inleving en creativiteit te vergroten