EE O: verschil tussen versies

Regel 8: Regel 8:
 
<h4>'''''De ontdekkingstocht - denken over succes'''''</h4>
 
<h4>'''''De ontdekkingstocht - denken over succes'''''</h4>
 
<br>
 
<br>
 +
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 
<h5>'''Vooraf'''</h5>
 
<h5>'''Vooraf'''</h5>
Stoelen staan in een kring en iedereen zit. Iedereen kent de omgangsvormen: Degene die vertelt wordt niet onderbroken. Vragen kunnen na het vertellen worden gesteld. Geen commentaar op elkaar.
+
<h5>Duur: ± 2 minuten/ Hele groep</h5>
 +
  <div class="mw-collapsible-content">
 +
De deelnemers zitten in een kring.<br>
 +
De omgangsvormen kan de trainer indien nodig nog een keer bespreken:  
 +
* degene die aan het woord is wordt niet onderbroken;
 +
* vragen kunnen na het vertellen worden gesteld;
 +
* geen commentaar op elkaar.
 +
Buiten de kring staan eventueel tafels om later aan te gaan schrijven als dat zo uitkomt of er worden clipboards gebruikt.
 +
  </div>
 +
</div>
 
<br>
 
<br>
 +
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 +
<h4>'''Eigen Ervaring vertellen en schrijven'''</h4>
 +
<h5>Duur: ± minimaal 40 minuten/ Hele groep</h5>
 +
  <div class="mw-collapsible-content">
 
<br>
 
<br>
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed">
+
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
<h4>'''Vertellen Eigen Ervaring'''</h4>
+
<h4>'''Eigen Ervaring vertellen'''</h4>
<h5>Duur ± 5-7 minuten / de hele groep</h5>  
+
<h5>Duur: ± 5-7 minuten/ Hele groep</h5>  
<h5>'''Instructie voor de deelnemers'''</h5>
 
De begeleider start en vertelt over een keer dat ze een taak deed en de rol die ze daarin speelde<br>
 
De deelnemers krijgen de gelegenheid – verduidelijkingsvragen te stellen. Vragen over iets waar ze meer over willen weten of wat ze nog niet helemaal duidelijk is.
 
 
   <div class="mw-collapsible-content">
 
   <div class="mw-collapsible-content">
 +
<h5>'''Instructie'''</h5>
 +
De trainer start en vertelt over een keer dat ze een taak deed en de rol die ze daarin speelde. De deelnemers krijgen de gelegenheid verduidelijkingsvragen te stellen. Vragen over iets waar ze meer over willen weten of wat ze nog niet helemaal duidelijk is.
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
Daarna stelt de begeleider de verbindingsvraag aan de deelnemers of ze kunnen vertellen over een keer dat ze een taak hebben gedaan en hoe ze de rol die ze daarin speelde vorm hebben gegeven?<br>
+
Daarna stelt de trainer de verbindingsvraag: of er deelnemers willen vertellen over een keer dat ze een taak hebben gedaan en hoe ze de rol die ze daarin speelde vorm hebben gegeven.<br>
 
Het kan zijn dat de rol je lag of juist niet zo lag, dat maakt niet uit.
 
Het kan zijn dat de rol je lag of juist niet zo lag, dat maakt niet uit.
 
<br>  
 
<br>  
 
<br>
 
<br>
In de vertelkring komen twee deelnemers komen aan de beurt, het is als model en opwarmer bedoeld naast dat het voor de verteller een oefening is. Het is vrijwillig.  
+
In de vertelkring komen hooguit twee deelnemers komen aan de beurt, het is bedoeld als voorbeeld en als opwarmer, en het is voor de vertellers bovendien een goede oefening.
 
<br>
 
<br>
Een manier om het proces van vertellen bij te sturen is het inzetten van extra vragen om het onderwerp te verbreden of toe te spitsen.
+
Een manier om het vertelproces bij te sturen is het inzetten van extra vragen om het onderwerp te verbreden of toe te spitsen.
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
Als de begeleider merkt dat deelnemers nog geen aansluiting hebben kan zij/hij nog een tweede ervaring vertellen waarbij een andere kant van het onderwerp belicht wordt. Het benoemen van diverse invalshoeken om aan te denken bij het herinneren van iets wat je hebt meegemaakt, creëert ruimte. Op deze manier kan de begeleider het vertellen toegankelijk maken voor de deelnemers.
+
Als de trainer merkt dat sommige deelnemers nog geen aansluiting hebben kan zij/hij over een tweede ervaring vertellen, waarbij een andere kant van het onderwerp belicht wordt. Het benoemen van diverse invalshoeken creëert ruimte en kan de deelnemers op ideeën brengen. Op deze manier kan de trainer het vertellen laagdrempeliger maken voor de deelnemers.
 
<br>
 
<br>
 
<h5>'''Voorbereiden'''</h5>
 
<h5>'''Voorbereiden'''</h5>
* De begeleider bereidt zijn eigen ervaring voor en de verbindingsvraag.
+
* De trainer bereidt zijn eigen ervaring en de verbindingsvraag voor.
* De begeleider bedenkt van te voren een aantal invalshoeken die passen bij het onderwerp waarmee de deelnemers verder aan de slag gaan.
+
* De trainer bedenkt van tevoren invalshoeken die passen bij het onderwerp waarmee de deelnemers vervolgens aan de slag gaan.
 +
    </div>
 +
</div>
 +
 
 +
 
 +
 
 +
 
 +
 
 +
 
 +
 
 +
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 +
<h4>'''Lijstje maken en kiezen'''</h4>
 +
<h5>Duur: ± 5 minuten/ Hele groep</h5>
 +
  <div class="mw-collapsible-content">
 +
<h5>'''Instructie'''</h5>
 +
De trainer vraagt de deelnemers om zich verschillende ervaringen te herinneren waarbij ze erachter kwamen dat ze iets goed konden.
 +
<br>
 +
Het gaat om twee of drie ervaringen die ze zich helder en goed herinneren. Daar maken ze een lijstje van met één woord als aanduiding. Het lijstje is privé. Ze kiezen één ervaring uit waarbij ze zich comfortabel voelen om hem te delen met de groep en die ze zich helder voor de geest kunnen halen.
 +
<h5>'''Voorbereiden'''</h5>
 +
* Elke deelnemer een A6-je (zonder lijntjes).
 +
* Eén zwarte pen per deelnemer.
 +
    </div>
 +
</div>
 +
{{Vertellen2}}
 +
{{Tekst}}
 +
    </div>
 +
</div>
 +
<br>
 +
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 +
<h4>'''Kennis - 3 onderdelen'''</h4>
 +
<h5>Duur: ± 35 minuten/ Hele groep</h5>
 +
  <div class="mw-collapsible-content">
 +
 
 +
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 +
<h4>'''1. Wat betekent op dit moment werk voor je?'''</h4>
 +
<h4>'''Deel I en II'''</h4>
 +
<h5>Duur: ± 15 minuten/ Hele groep</h5>
 +
  <div class="mw-collapsible-content">
 +
<h5>'''Instructie deel I - ± 5 minuten'''</h5>
 +
De trainer vraagt de deelnemers op een A6 papiertje voor zichzelf op te schrijven met steekwoorden waar ze aan denken bij de volgende vragen:<br>
 +
Wat speelt er voor jou een rol bij je keuze voor werk?<br>
 +
Waarop baseer je de keuze voor bepaald werk?<br>
 +
Wat vind je belangrijke aspecten bij je keuze voor werk?
 +
<br>
 +
<h5>'''Instructie deel II - ± 10 minuten'''</h5>
 +
De trainer gaat nu samen met de deelnemers een woordspin maken gebaseerd op hun overdenkingen in deel I. In het midden staat 'de keuze voor werk'. Rondom komen alle aspecten te staan waaraan de deelnemers hebben gedacht. Nadat alle aspecten zijn toegevoegd gaan de deelnemers ieder aspect categoriseren volgens de ordening van Schein; 1. talenten, 2. drijfveren en behoeften, en 3. waarden.
 +
    </div>
 +
</div>
 +
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 +
<h4>'''2. Het driecategorieënspel'''</h4>
 +
<h5>Duur: ± 10 minuten/ Hele groep</h5>
 +
  <div class="mw-collapsible-content">
 +
<h5>'''Instructie'''</h5>
 +
Verschillende punten aan de ene kant van de kamer representeren de drie categorieën. Iedereen staat aan de andere kant van de kamer: de home base. Ieder krijgt ca. 15 tokens en moet deze verdelen over de categorieën aan de andere kant van de kamer. De voor jou belangrijke categorieën krijgen meer tokens dan de minder belangrijke. Welke factoren wegen voor jou zwaar, welke minder zwaar?<br>
 +
Let op: je mag maar vier tokens per keer naar de andere kant van de kamer brengen. Je moet dus steeds terug naar de home base om nieuwe tokens te halen.
 +
    </div>
 +
</div>
 +
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 +
<h4>'''3. Definities'''</h4>
 +
<h5>Duur: ± 10 minuten/ Hele groep</h5>
 +
  <div class="mw-collapsible-content">
 +
<h5>'''Instructie'''</h5>
 +
De deelnemers gaan voor deze opdracht weer samen werken met hun eerdere teamgenoot. Ieder tweetal krijgt een begrip van Schein (talenten/vaardigheden, drijfveren/behoeften en waarden) en diept dit uit door definities te formuleren. Hierna worden de begrippen door de tweetallen gepresenteerd. De trainer vult de definities bij het bespreken indien nodig aan en lichten toe hoe Schein deze begrippen heeft gedefinieerd.
 +
    </div>
 +
</div>
 +
    </div>
 +
</div>
 +
<br>
 +
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 +
<h4>'''Intermezzo - Vierkantje ademen'''</h4>
 +
<h5>Duur: ± 3-5 minuten/ Hele groep</h5>
 +
  <div class="mw-collapsible-content">
 +
Deze fysieke oefening kunnen de deelnemers telkens gebruiken als zij bij zichzelf het gevoel van rust en hun focus willen versterken.
 +
<br>
 +
Eventueel kan een afbeelding van een vierkant als visuele ondersteuning gebruikt worden.
 +
<br>
 +
<br>
 +
De trainer doet de oefening voor en neemt de deelnemers mee. Iedereen ademt bij wijze van spreken in een vierkant.
 +
De eerste zijde van het vierkant adem je in terwijl de trainer tot drie telt. Daarna wordt de adem drie tellen vastgehouden. Vervolgens ademt iedereen drie tellen uit. De laatste stap is dat iedereen drie tellen lang leeg blijft van zuurstof en dus niet in- of uitademt. Na deze laatste stap begint het vierkant weer van vooraf aan.
 +
<br>
 +
Als deelnemers drie tellen niet comfortabel vinden, kunnen ze het ook twee tellen doen. Of als drie tellen heel makkelijk is kunnen ze het ophogen tot vier tellen. Het is wel de bedoeling dat de oefening gemakkelijk is en dat het geen wedstrijdje wordt.
 +
<br>
 +
<br>
 +
''Het effect van de oefening: het verleggen van aandacht. Door zowel de aandacht te richten op ademen en tellen, stoppen de gedachten en kom je tot rust''
 +
<br>
 +
    </div>
 +
</div>
 
<br>
 
<br>
 +
 +
    </div>
 +
</div>
 +
{{#set: Theorie=Laat Je Zien|Module=Transitie|Serie=|Les={{BASEPAGENAME}}}}
 +
 +
 +
 +
 +
 +
 +
 +
 +
 
<h4>'''Lijstje maken en kiezen'''</h4>
 
<h4>'''Lijstje maken en kiezen'''</h4>
 
<h5>Duur ± 5 minuten / de hele groep</h5>  
 
<h5>Duur ± 5 minuten / de hele groep</h5>  

Versie van 31 dec 2020 14:07

naar hoofdmenunaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarT2 v2.jpeg

Kennis - Eigen Ervaring - Actie

De ontdekkingstocht - denken over succes


Vooraf
Duur: ± 2 minuten/ Hele groep

De deelnemers zitten in een kring.
De omgangsvormen kan de trainer indien nodig nog een keer bespreken:

  • degene die aan het woord is wordt niet onderbroken;
  • vragen kunnen na het vertellen worden gesteld;
  • geen commentaar op elkaar.

Buiten de kring staan eventueel tafels om later aan te gaan schrijven als dat zo uitkomt of er worden clipboards gebruikt.


Eigen Ervaring vertellen en schrijven

Duur: ± minimaal 40 minuten/ Hele groep


Eigen Ervaring vertellen

Duur: ± 5-7 minuten/ Hele groep
Instructie

De trainer start en vertelt over een keer dat ze een taak deed en de rol die ze daarin speelde. De deelnemers krijgen de gelegenheid verduidelijkingsvragen te stellen. Vragen over iets waar ze meer over willen weten of wat ze nog niet helemaal duidelijk is.

Daarna stelt de trainer de verbindingsvraag: of er deelnemers willen vertellen over een keer dat ze een taak hebben gedaan en hoe ze de rol die ze daarin speelde vorm hebben gegeven.
Het kan zijn dat de rol je lag of juist niet zo lag, dat maakt niet uit.

In de vertelkring komen hooguit twee deelnemers komen aan de beurt, het is bedoeld als voorbeeld en als opwarmer, en het is voor de vertellers bovendien een goede oefening.
Een manier om het vertelproces bij te sturen is het inzetten van extra vragen om het onderwerp te verbreden of toe te spitsen.

Als de trainer merkt dat sommige deelnemers nog geen aansluiting hebben kan zij/hij over een tweede ervaring vertellen, waarbij een andere kant van het onderwerp belicht wordt. Het benoemen van diverse invalshoeken creëert ruimte en kan de deelnemers op ideeën brengen. Op deze manier kan de trainer het vertellen laagdrempeliger maken voor de deelnemers.

Voorbereiden
  • De trainer bereidt zijn eigen ervaring en de verbindingsvraag voor.
  • De trainer bedenkt van tevoren invalshoeken die passen bij het onderwerp waarmee de deelnemers vervolgens aan de slag gaan.




Lijstje maken en kiezen

Duur: ± 5 minuten/ Hele groep
Instructie

De trainer vraagt de deelnemers om zich verschillende ervaringen te herinneren waarbij ze erachter kwamen dat ze iets goed konden.
Het gaat om twee of drie ervaringen die ze zich helder en goed herinneren. Daar maken ze een lijstje van met één woord als aanduiding. Het lijstje is privé. Ze kiezen één ervaring uit waarbij ze zich comfortabel voelen om hem te delen met de groep en die ze zich helder voor de geest kunnen halen.

Voorbereiden
  • Elke deelnemer een A6-je (zonder lijntjes).
  • Eén zwarte pen per deelnemer.

Twee aan twee vertellen

Duur: ± 6 á 10 minuten/ Hele groep
Instructie

De trainer verdeelt de deelnemers in teams van twee en geeft aan welke deelnemer nummer één is en welke deelnemer nummer twee. Bij een oneven aantal deelnemers is er één groepje van drie. Dan gaan de teams aan de slag. De nummers één vertellen hun gekozen ervaring aan de nummers twee. De nummers twee luisteren en stellen hun vragen pas aan het einde. Dat is van belang, want het is geen gesprek maar een verbale oefening voor het schrijven.
Als de trainer ziet dat deelnemers moeite hebben met vragen stellen kan hij/zij aangeven hoeveel vragen de luisteraar gaat stellen. Soms blijkt dat het nodig is om eerst nog even aandacht te besteden aan wat voor een soort vragen er gesteld kunnen worden.

Na een vooraf vastgestelde tijd (3 à 5 minuten) en een afgesproken sein (klappen in handen, een belletje etc.) draaien de rollen om en luisteren de nummers één en vertellen de nummers twee. Het eventuele groepje van drie kan iets meer begeleiding en tijd nodig hebben. Om de aandacht te focussen noemt de begeleider kort de volgende punten:

  • Stel vragen ter verduidelijking; wat was nog niet helder?
  • Vraag door over iets waar je nog meer over wilt weten.
  • Stel minimaal één vraag over zintuiglijke waarnemingen (ruiken, zien, horen, voelen, proeven).


De trainer kan ook aangeven dat de deelnemers elkaar minimaal twee à drie open vragen gaan stellen.

Om de deelnemers in gevarieerde tweetallen te laten werken kan de trainer de deelnemers bij het binnenkomen of voorafgaand aan deze activiteit bijvoorbeeld gekleurde papiertjes laten trekken, waarna degenen met dezelfde kleur samen een team vormen. Een andere manier is deelnemers met opeenvolgende verjaardagen dezelfde schoenmaat of alfabetisch op naam samen te laten werken. En zo meer...

Voorbereiden

Een belletje of een ander instrument dat geluid maakt.


Na het vertellen over hun eigen ervaring gaan de deelnemers schrijven. Eerst schrijven ze een kladversie. Nadat de kladversie is geschreven, heeft de trainer de keuze om de bijeenkomst te onderbreken. De verhalen van de deelnemers staan nu op papier en kunnen niet meer verloren gaan. Na het redigeren, schrijven de deelnemers hun tekst in het net op het antwoordblad.

Kladversie schrijven

Duur: ± 5 minuten/ Individueel
Instructie

Schrijf nu je verhaal op zoals je het aan je teamgenoot hebt verteld. Je gaat na of je de dingen die je vertelde naar aanleiding van de vragen van je gesprekspartner ook in je verhaal kunt opnemen. Dit wordt de eerste versie van je tekst. Als je vragen hebt, laat het de trainer even weten.

Tekst in het net schrijven

Duur: 15 tot 60 minuten, afhankelijk van de redactievorm

Allereerst wordt er gekozen voor een vorm om de eerste versie van de teksten te redigeren. De diverse vormen staan onder de knop ‘redigeren’ in het menu.

Instructie

Nu je weet hoe je je tekst kunt verbeteren, schrijf je je tekst nog een keer op. Je schrijft de netversie op het antwoordblad of op het speciaal daarvoor uitgereikte papier.* Schrijf je tekst nu precies onder het vierkant. Neem alle suggesties voor verbeteringen mee. Dit is de laatste versie van je tekst. Als je vragen hebt, laat het de trainer even weten.**.

Het effect van de oefening: In het net schrijven is een training voor de deelnemer in precisie; het reflecteren op de kladversie, het verbeteren van woorden en zinsopbouw en het oefenen van de fijne motoriek. Het vergt concentratie op allerlei niveaus. De verhalen van de schrijvers krijgen zo de aandacht die ze verdienen.

* Het papier waarop de tekst in het net geschreven wordt, hangt af van de presentatievorm. Het kan een drieluik-antwoordblad zijn of een pagina voor in een boekje.

**Afhankelijk van de zelfstandigheid van de groep kan de docent rondlopen of kiezen voor een vaste plek.



Kennis - 3 onderdelen

Duur: ± 35 minuten/ Hele groep

1. Wat betekent op dit moment werk voor je?

Deel I en II

Duur: ± 15 minuten/ Hele groep
Instructie deel I - ± 5 minuten

De trainer vraagt de deelnemers op een A6 papiertje voor zichzelf op te schrijven met steekwoorden waar ze aan denken bij de volgende vragen:
Wat speelt er voor jou een rol bij je keuze voor werk?
Waarop baseer je de keuze voor bepaald werk?
Wat vind je belangrijke aspecten bij je keuze voor werk?

Instructie deel II - ± 10 minuten

De trainer gaat nu samen met de deelnemers een woordspin maken gebaseerd op hun overdenkingen in deel I. In het midden staat 'de keuze voor werk'. Rondom komen alle aspecten te staan waaraan de deelnemers hebben gedacht. Nadat alle aspecten zijn toegevoegd gaan de deelnemers ieder aspect categoriseren volgens de ordening van Schein; 1. talenten, 2. drijfveren en behoeften, en 3. waarden.

2. Het driecategorieënspel

Duur: ± 10 minuten/ Hele groep
Instructie

Verschillende punten aan de ene kant van de kamer representeren de drie categorieën. Iedereen staat aan de andere kant van de kamer: de home base. Ieder krijgt ca. 15 tokens en moet deze verdelen over de categorieën aan de andere kant van de kamer. De voor jou belangrijke categorieën krijgen meer tokens dan de minder belangrijke. Welke factoren wegen voor jou zwaar, welke minder zwaar?
Let op: je mag maar vier tokens per keer naar de andere kant van de kamer brengen. Je moet dus steeds terug naar de home base om nieuwe tokens te halen.

3. Definities

Duur: ± 10 minuten/ Hele groep
Instructie

De deelnemers gaan voor deze opdracht weer samen werken met hun eerdere teamgenoot. Ieder tweetal krijgt een begrip van Schein (talenten/vaardigheden, drijfveren/behoeften en waarden) en diept dit uit door definities te formuleren. Hierna worden de begrippen door de tweetallen gepresenteerd. De trainer vult de definities bij het bespreken indien nodig aan en lichten toe hoe Schein deze begrippen heeft gedefinieerd.


Intermezzo - Vierkantje ademen

Duur: ± 3-5 minuten/ Hele groep

Deze fysieke oefening kunnen de deelnemers telkens gebruiken als zij bij zichzelf het gevoel van rust en hun focus willen versterken.
Eventueel kan een afbeelding van een vierkant als visuele ondersteuning gebruikt worden.

De trainer doet de oefening voor en neemt de deelnemers mee. Iedereen ademt bij wijze van spreken in een vierkant. De eerste zijde van het vierkant adem je in terwijl de trainer tot drie telt. Daarna wordt de adem drie tellen vastgehouden. Vervolgens ademt iedereen drie tellen uit. De laatste stap is dat iedereen drie tellen lang leeg blijft van zuurstof en dus niet in- of uitademt. Na deze laatste stap begint het vierkant weer van vooraf aan.
Als deelnemers drie tellen niet comfortabel vinden, kunnen ze het ook twee tellen doen. Of als drie tellen heel makkelijk is kunnen ze het ophogen tot vier tellen. Het is wel de bedoeling dat de oefening gemakkelijk is en dat het geen wedstrijdje wordt.

Het effect van de oefening: het verleggen van aandacht. Door zowel de aandacht te richten op ademen en tellen, stoppen de gedachten en kom je tot rust







Lijstje maken en kiezen

Duur ± 5 minuten / de hele groep
Instructie voor de deelnemers

De begeleider vraagt de deelnemers om zich verschillende ervaringen te herinneren dat ze dat ze een taak hebben gedaan en welke de rol ze daarin speelden, hoe hebben ze die rol vormgegeven? Het kan zijn dat de rol je lag of juist niet zo lag, dat maakt niet uit.

Het gaat om drie of twee ervaringen die ze zich helder en goed herinneren. Daar maken ze een lijstje van met één woord als aanduiding (1:2:3). Het lijstje is privé. Ze kiezen de ervaring waarbij ze zich comfortabel voelen om hem te delen met de groep en die ze zich nog goed met details herinneren.

Voorbereiden
  • Elke deelnemer een A6-je (zonder lijntjes).
  • Eén zwarte pen per deelnemer.


Na het vertellen over hun eigen ervaring gaan de deelnemers schrijven. Eerst schrijven ze een kladversie. Nadat de kladversie is geschreven, heeft de trainer de keuze om de bijeenkomst te onderbreken. De verhalen van de deelnemers staan nu op papier en kunnen niet meer verloren gaan. Na het redigeren, schrijven de deelnemers hun tekst in het net op het antwoordblad.

Kladversie schrijven

Duur: ± 5 minuten/ Individueel
Instructie

Schrijf nu je verhaal op zoals je het aan je teamgenoot hebt verteld. Je gaat na of je de dingen die je vertelde naar aanleiding van de vragen van je gesprekspartner ook in je verhaal kunt opnemen. Dit wordt de eerste versie van je tekst. Als je vragen hebt, laat het de trainer even weten.

Tekst in het net schrijven

Duur: 15 tot 60 minuten, afhankelijk van de redactievorm

Allereerst wordt er gekozen voor een vorm om de eerste versie van de teksten te redigeren. De diverse vormen staan onder de knop ‘redigeren’ in het menu.

Instructie

Nu je weet hoe je je tekst kunt verbeteren, schrijf je je tekst nog een keer op. Je schrijft de netversie op het antwoordblad of op het speciaal daarvoor uitgereikte papier.* Schrijf je tekst nu precies onder het vierkant. Neem alle suggesties voor verbeteringen mee. Dit is de laatste versie van je tekst. Als je vragen hebt, laat het de trainer even weten.**.

Het effect van de oefening: In het net schrijven is een training voor de deelnemer in precisie; het reflecteren op de kladversie, het verbeteren van woorden en zinsopbouw en het oefenen van de fijne motoriek. Het vergt concentratie op allerlei niveaus. De verhalen van de schrijvers krijgen zo de aandacht die ze verdienen.

* Het papier waarop de tekst in het net geschreven wordt, hangt af van de presentatievorm. Het kan een drieluik-antwoordblad zijn of een pagina voor in een boekje.

**Afhankelijk van de zelfstandigheid van de groep kan de docent rondlopen of kiezen voor een vaste plek.


Kennis - Wat is werk voor je op dit moment? Deel I en II

Duur ± 15 minuten / de hele groep
Instructie Deel I

De begeleider vraagt de deelnemers op een A6 papiertje voor zichzelf op te schrijven met steekwoorden hoe ze denken over:
Wat betekent voor jou ‘’succes’’ in je loopbaan?
Hoe definieer jij “succes”?
Als je als je 60 bent en terugkijkt; waar zou je dan tevreden over zijn als je dat hebt ontwikkeld? Schrijf op.

Instructie Deel II

De begeleider gaat nu samen met de deelnemers een woordspin maken gebaseerd op hun overdenkingen in deel I. In het midden staat succes. Rondom komen alle aspecten te staan waaraan de deelnemers hebben gedacht. Hoe definieert Schein succes?

Kennis - Interview

Duur ± 2 x 60 minuten / tweetallen
Instructie

De deelnemers krijgen allemaal een interview. Om. buurten gaan ze elkaar via de voorgeschreven vragen interviewen. Dit is een standaard interview dat hoort bij de loopbaananker analyse van Schein.

Vierkantje ademen

Duur ± 5 minuten / de hele groep

Actie - Kernwoorden

Duur ± 6 minuten / tweetallen
Instructie

Bespreek en onderstreep samen de kern-woorden/patronen in de interviews met kleur.

Beeld maken

Duur ± 5 minuten / de hele groep
Instructie

Geef alleen met kleuren uiting aan het gevoel dat de ervaring die je hebt gedeeld je gaf.