Verlangen VO: verschil tussen versies
Regel 6: | Regel 6: | ||
<h3>'''Vragen stellen en ordenen'''</h3> | <h3>'''Vragen stellen en ordenen'''</h3> | ||
− | <h4>'''Waar je ''verlangen'' nog niet is uitgedoofd'''</h4> | + | <h4>'''Les: Waar je ''verlangen'' nog niet is uitgedoofd'''</h4> |
+ | {{Kennis}} | ||
+ | <div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-"> | ||
+ | <h4>'''Huiswerk'''</h4> | ||
+ | <div class="mw-collapsible-content"> | ||
+ | Naar aanleiding van de gekozen focus geeft de docent de deelnemers extra informatie of laat hen dit opzoeken De werkvorm die wordt gekozen hangt af van het niveau van de deelnemers. Afhankelijk van de verdiepingsfocus en het niveau kan de docent een gerichte thuisopdracht geven. Soms is het goed om te starten bij de focus alleen. In dat geval vraagt de docent de deelnemers een interview mee te brengen. Zelf brengt de docent dan een interview mee met de schrijver uit de periode dat de roman De Joodse Messias verscheen. In het geval dat de deelnemers gewend zijn om dingen zelfstandig uit te zoeken, vraagt de docent de deelnemers om een interview met de schrijver Arnon Grunberg op te zoeken. | ||
+ | <br> | ||
+ | </div> | ||
+ | </div> | ||
+ | </div> | ||
+ | </div> | ||
+ | {{#set: Theorie=Laat Je Zien|Module=|Serie=|Les={{BASEPAGENAME}}}} | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
<br> | <br> | ||
De docent maakt tweetallen. Bij het maken van teams daarna kan de docent ervoor kiezen de niveau's de mengen. De overweging is dat de verschillen in gesprek overbrugbaar moeten zijn in de teams. In principe werken de deelnemers samen en is het overbruggen van lees- en begripsniveau mits niet te uiteenlopend een mooie oefening in sociale vaardigheden. | De docent maakt tweetallen. Bij het maken van teams daarna kan de docent ervoor kiezen de niveau's de mengen. De overweging is dat de verschillen in gesprek overbrugbaar moeten zijn in de teams. In principe werken de deelnemers samen en is het overbruggen van lees- en begripsniveau mits niet te uiteenlopend een mooie oefening in sociale vaardigheden. |
Versie van 29 okt 2020 14:12
Vragen stellen en ordenen
Les: Waar je verlangen nog niet is uitgedoofd
De docent maakt eerst tweetallen. De docent kan bij het maken van de duo’s ervoor kiezen de niveaus te mengen. Houd er wel rekening mee dat de verschillen in gesprekniveaus overbrugbaar moeten zijn. In principe werken de deelnemers samen en is het overbruggen van lees- en begripsniveau – mits niet te uiteenlopend – een mooie oefening in sociale vaardigheden.
Kennis activeren door vragen te stellen
Duur: 10 à 15 minuten – Tweetallen en hele groep
De deelnemers moeten in hun tweetallen vragen formuleren over de tekst die ze hebben gelezen: activeringsvragen. Iedere vraag is valide. Elk duo formuleert twee vragen en schrijft ze op twee losse kaartjes. Ook sturen de deelnemers hun vragen in via hun telefoon of tablet, zodat ze op het Digibord verschijnen. Alle vragen worden verzameld in een ‘hoge hoed’, waaruit de deelnemers willekeurig een kaartje trekken. Zo krijgt iedere deelnemer een vraag terug en gaan de deelnemers in hun tweetal overleggen over de antwoorden.
De docent brengt de vragen onder in een schema en kan hier ook andere vragen aan toevoegen die hij/zij wil behandelen. In eerste instantie kiest de docent het schema, bijvoorbeeld een woordspin. Later kunnen ook de deelnemers zelf een schema kiezen in overleg met de docent.
Uit de vragen blijkt hoe de deelnemers de tekst gelezen hebben: Waar gaat hun belangstelling naar uit? Wat begrijpen ze al wel en wat is nog onduidelijk?
Het ordenen van kennis
Duur: ± 15 tot 20 minuten minuten - Tweetallen en hele groep
Nadat de deelnemers de tijd hebben gehad om de antwoorden op de gekregen vragen te formuleren, worden deze klassikaal besproken. Ieder tweetal presenteert zijn antwoorden. Uit ieder antwoord worden de aspecten gehaald die aansluiten bij de onderdelen die de docent wil behandelen. Het ordenen van de type vragen geeft de deelnemers inzicht in de verschillende aspecten die een rol kunnen spelen: zowel biografische, historische als maatschappelijke kennis, stijl, tijd en de psychologie van de personages. De docent kan er voor kiezen om ieder aspect een kleur te geven, een kleurcode.
Op deze manier wordt de gelezen tekst besproken. Daarnaast komen de onderdelen waar de docent de focus op wil leggen aan bod.
Voorbereiden
- Deelnemers worden opgedeeld in teams;
- Groot wit vel/ whiteboard;
- Markers in verschillende kleuren.
Motivatie
Het is een bewuste keuze om de deelnemers zoveel mogelijk te laten oefenen met vragen stellen. Vragen stellen is onderdeel van onderzoeken. Je kunt onderzoek doen door jezelf of anderen vragen te stellen en door op zoek te gaan naar antwoorden. Kennis en ervaring zorgen voor inzicht in de thema’s waar de vragen over gaan. De deelnemers ontwikkelen zich door meer te willen weten en groeien door hun kennis te vergroten.
Huiswerk
Naar aanleiding van de gekozen focus geeft de docent de deelnemers extra informatie of laat hen dit opzoeken De werkvorm die wordt gekozen hangt af van het niveau van de deelnemers. Afhankelijk van de verdiepingsfocus en het niveau kan de docent een gerichte thuisopdracht geven. Soms is het goed om te starten bij de focus alleen. In dat geval vraagt de docent de deelnemers een interview mee te brengen. Zelf brengt de docent dan een interview mee met de schrijver uit de periode dat de roman De Joodse Messias verscheen. In het geval dat de deelnemers gewend zijn om dingen zelfstandig uit te zoeken, vraagt de docent de deelnemers om een interview met de schrijver Arnon Grunberg op te zoeken.
De docent maakt tweetallen. Bij het maken van teams daarna kan de docent ervoor kiezen de niveau's de mengen. De overweging is dat de verschillen in gesprek overbrugbaar moeten zijn in de teams. In principe werken de deelnemers samen en is het overbruggen van lees- en begripsniveau mits niet te uiteenlopend een mooie oefening in sociale vaardigheden.
Kennis activeren door vragen
Duur ± 10 tot 15 minuten / Teams
De docent vraagt de deelnemers in hun teams vragen te formuleren over de tekst die ze hebben gelezen, activeringsvragen. Iedere vraag is valide, ieder team formuleert twee vragen en schrijven ze op twee lossen kaartjes. Ook sturen de leerlingen hun vraag via hun telefoon of tablet in op het Digibord. Alle vragen worden verzamelt in een 'hoge hoed', een at random trekking. Vervolgens trekt iedere deelnemer een vraag terug en gaan de deelnemers in hun tweetal in overleg de vragen beantwoorden.
De docent gaat de vragen onderbrengen in een schema en kan nu ook andere vragen toevoegen die hij/zij aan de orde wil laten komen.
De keuze voor het schema (woordspin bijvoorbeeld) maakt de docent in eerste instantie. Later kunnen ook de deelnemers voorstellen hoe ze gegevens in een schema willen onderbrengen in overleg met de docent. Uit de vragen blijkt hoe de leerlingen de tekst gelezen hebben. Waar gaat hun belangstelling naar uit? Wat begrijpen ze al wel en waar is het nog niet helemaal duidelijk?
Extra
Duur ±10 tot 15 minuten
De rubrieken waarin de docent kiest te ordenen bepaald welke aspecten van de gelezen roman aandacht krijgen. In deze les hebben de deelnemers de roman Figuranten gelezen of misschien Huid en Haar. Vanuit het aspect verlangen kunnen de deelnemers voor ieder karakter of een gekozen karakter aangeven wat het verlangen van dit karakter is in de roman of het gelezen fragment. Dit schrijft iedere deelnemers op een blaadje. De docent maakt een rondje in de klas en vraagt iedere deelnemer voor te lezen wat zij/hij heeft opgeschreven. Juist de diversiteit aan antwoorden laat zien hoe verschillend er gelezen kan worden of dat er juist ook punten zijn van overeenstemming.
Voorbereiden
- papier A6 formaat
Huiswerk
De docent biedt de deelnemers extra informatie over de dialoog (of laat dit opzoeken, werkvorm die wordt gekozen is afhankelijk van het niveau van de deelnemers).
Afhankelijk van de verdiepingsfocus kan de docent een gerichte thuisopdracht geven afhankelijk van het niveau.
- Soms is het goed te starten bij de focus alleen. De docent vraagt de deelnemers om op zoek te gaan naar een dialoog. Het mag van alles zijn.
- Of de docent vraagt de deelnemers een dialoog in de gelezen tekst, roman uit te zoeken.
- Bij een moeilijkere opdracht vraagt de docent de deelnemers uit de gelezen roman drie verschillende dialogen te selecteren die hen aanspreken. Ze gaan kort opschrijven wat hen opvalt aan de drie dialogen, hoe zijn ze opgebouwd? Hoe de dialogen bijdragen aan de tekst? Deze analyse nemen ze mee naar de les.