Dag Proef: verschil tussen versies

Regel 8: Regel 8:
 
<h4>'''Les - Waar de dood een ''dagdroom'' is'''</h4>
 
<h4>'''Les - Waar de dood een ''dagdroom'' is'''</h4>
 
<br>
 
<br>
De docent vraagt de deelnemers kort op te schrijven of te vertellen (afhankelijk van het niveau) hoe en wanneer ze aan de slag willen gaan met de uitkomsten van het drieluik.
+
De docent vraagt de deelnemers kort op te schrijven of te vertellen afhankelijk van het niveau hoe en wanneer ze aan de slag willen gaan met de uitkomsten van het drieluik.
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
<h5>'''Voorbereiden op Praktijk'''</h5>
+
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
<h5>Duur ± 5 tot 20 minuten minuten</h5>
+
<h4>'''Voorbereiden op Praktijk'''</h4>
Hier is ruimte om de deelnemers een opdracht te geven: "Kijk naar je ervaring en naar de nieuwe kennis en vaardigheden die zijn besproken en/of geoefend. Maak je bewust wat je wilt behouden en waarmee je nu verder kunt gaan oefenen in het leven van alledag.
+
<h5>Duur: 5 à 20 minuten</h5>
Word je bewust dat je voortaan altijd iets kunt aanpassen. Vertaal je wensen naar kleine doelen die bereikbaar zijn".
+
    <div class="mw-collapsible-content">
 +
Hier is ruimte om de deelnemers een opdracht te geven: ‘Kijk naar je ervaring en naar de nieuwe kennis en vaardigheden die zijn besproken en/of geoefend. Maak je bewust van wat je wilt behouden en waarmee je nu verder kunt gaan oefenen in het dagelijks leven. Houd in gedachten dat je voortaan altijd iets kunt aanpassen. Vertaal je wensen naar kleine doelen die bereikbaar zijn.
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
De deelnemers schrijven een dergelijke situatie -kort- op.
+
De deelnemers schrijven een dergelijke situatie (kort) op.
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
De docent geeft voorbeelden van vragen die de deelnemers zich kunnen stellen. De voorbeeldvragen past de docent aan op het begripsniveau van de deelnemers. Voorbeeldvragen:<br>
+
De docent geeft voorbeelden van vragen die de deelnemers zich kunnen stellen. De voorbeeldvragen past de docent aan op het begripsniveau van de deelnemers. Voorbeeldvragen zijn:
* Wat wil je bij het oude houden en waar denk je nu anders over?  
+
* Wat wil je bij het oude houden en waar denk je nu anders over?;
* Is er iets wat je bedacht hebt als je kijkt naar alles wat je hebt gehoord, gelezen en meegemaakt, waar je in de toekomst mee wil gaan experimenteren?  
+
* Is er iets wat je bedacht hebt, als je kijkt naar alles wat je hebt gehoord, gelezen en meegemaakt, waar je in de toekomst mee wil gaan experimenteren?;
* Welke vaardigheden en/of instrumenten heb je tot je beschikking?
+
* Welke vaardigheden en/of instrumenten heb je tot je beschikking?;
* Welke vaardigheden en/of instrumenten hebben anderen tot hun beschikking? Ken je hen? Kun je ze leren kennen? Waar? Hoe kan je anderen benaderen om je te helpen?
+
* Welke vaardigheden en/of instrumenten hebben anderen tot hun beschikking? Ken je hen? Kun je ze leren kennen? Waar? Hoe kan je anderen benaderen om je te helpen?;
* Is er iets wat je anders had willen doen of ervaren? Wat kan je daar aan doen in een nieuwe toekomstige situatie?
+
* Is er iets wat je anders had willen doen of ervaren? Wat kun je daaraan doen in een toekomstige situatie?
<br>
+
  </div>
De docent houdt in de gaten dat het gaat om bereikbare, bescheiden geformuleerde activiteiten. Vervolgens kan er een periode afgesproken worden dat de deelnemers met hun eigen gekozen en geplande activiteit gaan experimenteren, waarna er gekeken gaat worden hoe de uitvoering in de praktijk bevalt. Dan is er een moment van geplande evaluatie en reflectie, de afsluiting. Mocht het nodig zijn kan de docent het proces altijd tussentijds aandacht geven.
+
</div>  
<br>
 
 
<br>
 
<br>
 +
De docent houdt in de gaten dat het gaat om bereikbare en bescheiden geformuleerde activiteiten. Vervolgens kan er een periode afgesproken worden waarin de deelnemers met hun eigen gekozen en geplande activiteit gaan experimenteren. Daarna wordt er gekeken hoe de uitvoering in de praktijk bevalt. Dan is er een moment van evaluatie en reflectie gepland, de afsluiting. Mocht het nodig zijn, dan kan de docent het proces altijd tussentijds aandacht geven.
 +
 
{{#set: Theorie=|Module=Lees|Serie=9xGrunberg|Les={{BASEPAGENAME}}}}
 
{{#set: Theorie=|Module=Lees|Serie=9xGrunberg|Les={{BASEPAGENAME}}}}

Versie van 30 okt 2020 11:29

naar hoofdmenunaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaar9G9 v2.jpeg

Proef op de som

Les - Waar de dood een dagdroom is


De docent vraagt de deelnemers kort op te schrijven of te vertellen – afhankelijk van het niveau – hoe en wanneer ze aan de slag willen gaan met de uitkomsten van het drieluik.

Voorbereiden op Praktijk

Duur: 5 à 20 minuten

Hier is ruimte om de deelnemers een opdracht te geven: ‘Kijk naar je ervaring en naar de nieuwe kennis en vaardigheden die zijn besproken en/of geoefend. Maak je bewust van wat je wilt behouden en waarmee je nu verder kunt gaan oefenen in het dagelijks leven. Houd in gedachten dat je voortaan altijd iets kunt aanpassen. Vertaal je wensen naar kleine doelen die bereikbaar zijn.’

De deelnemers schrijven een dergelijke situatie (kort) op.

De docent geeft voorbeelden van vragen die de deelnemers zich kunnen stellen. De voorbeeldvragen past de docent aan op het begripsniveau van de deelnemers. Voorbeeldvragen zijn:

  • Wat wil je bij het oude houden en waar denk je nu anders over?;
  • Is er iets wat je bedacht hebt, als je kijkt naar alles wat je hebt gehoord, gelezen en meegemaakt, waar je in de toekomst mee wil gaan experimenteren?;
  • Welke vaardigheden en/of instrumenten heb je tot je beschikking?;
  • Welke vaardigheden en/of instrumenten hebben anderen tot hun beschikking? Ken je hen? Kun je ze leren kennen? Waar? Hoe kan je anderen benaderen om je te helpen?;
  • Is er iets wat je anders had willen doen of ervaren? Wat kun je daaraan doen in een toekomstige situatie?


De docent houdt in de gaten dat het gaat om bereikbare en bescheiden geformuleerde activiteiten. Vervolgens kan er een periode afgesproken worden waarin de deelnemers met hun eigen gekozen en geplande activiteit gaan experimenteren. Daarna wordt er gekeken hoe de uitvoering in de praktijk bevalt. Dan is er een moment van evaluatie en reflectie gepland, de afsluiting. Mocht het nodig zijn, dan kan de docent het proces altijd tussentijds aandacht geven.