Opmaat BV9: verschil tussen versies

Regel 8: Regel 8:
 
<br>
 
<br>
 
<h5>'''Vooraf'''</h5>
 
<h5>'''Vooraf'''</h5>
<h5>Duur ± 2 minuten / de hele groep</h5>   
+
<h5>'''Duur: ± 2 minuten/ Hele groep'''</h5>   
De stoelen staan in een kring. Iedereen zit. Op het bord / flip-over staat de structuur van de les. De docent kan dit ook nog even bespreken.
+
De deelnemers zitten in een kring. Op het bord of de flip-over staat de structuur van de les. De docent kan die ook nog even bespreken.
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
<h4>'''Energieke Dynamiek'''</h4>  
+
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
<h5>Duur ± 5 minuten / de hele groep</h5>
+
<h4>'''Energieke oefening of Spel'''</h4>  
 +
<h5>Duur: ± 5 minuten/ Hele groep</h5>
 
<h5>'''''Associëren op muziek'''''</h5>
 
<h5>'''''Associëren op muziek'''''</h5>
 +
    <div class="mw-collapsible-content">
 
De docent vraagt vijf deelnemers die het leuk vinden om het liedje dat ze hebben uitgekozen en meegebracht - waar ze op wegdromen - beschikbaar te stellen. Als docent start je met een eigen nummer. In de klas luister je met z’n allen naar de verschillende nummers. Na elk nummer schrijven de deelnemers hun associaties op.  Vervolgens leest iedereen een woord voor uit zijn/haar associatie. Zo doe je alle nummers. Oefening in het los en vrij denken, dit kan aanzet geven tot nieuwsgierigheid.
 
De docent vraagt vijf deelnemers die het leuk vinden om het liedje dat ze hebben uitgekozen en meegebracht - waar ze op wegdromen - beschikbaar te stellen. Als docent start je met een eigen nummer. In de klas luister je met z’n allen naar de verschillende nummers. Na elk nummer schrijven de deelnemers hun associaties op.  Vervolgens leest iedereen een woord voor uit zijn/haar associatie. Zo doe je alle nummers. Oefening in het los en vrij denken, dit kan aanzet geven tot nieuwsgierigheid.
 
<br>
 
<br>
Regel 20: Regel 22:
 
''Oefening in het los en vrij denken, dit kan aanzet geven tot nieuwsgierigheid. Bewustwording van verschillen in beleving tussen de deelnemers''
 
''Oefening in het los en vrij denken, dit kan aanzet geven tot nieuwsgierigheid. Bewustwording van verschillen in beleving tussen de deelnemers''
 
<br>
 
<br>
 +
    </div>
 +
</div>
 
<br>
 
<br>
 +
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="cursor:pointer; color:black" data-expandtext="+" data-collapsetext="-">
 
<h4>'''Dynamiek passend bij het onderwerp'''</h4>
 
<h4>'''Dynamiek passend bij het onderwerp'''</h4>
 
<h5>Duur ± 10 minuten / de hele groep</h5>
 
<h5>Duur ± 10 minuten / de hele groep</h5>
 
<h5>'''''Improvisatie kring'''''</h5>
 
<h5>'''''Improvisatie kring'''''</h5>
 +
    <div class="mw-collapsible-content">
 
De docent vertelt dat ze samen ter plekke een verhaal gaan maken met stem en lichaam. De docent geeft een voorbeeld:<br>
 
De docent vertelt dat ze samen ter plekke een verhaal gaan maken met stem en lichaam. De docent geeft een voorbeeld:<br>
 
De eerste deelnemer visualiseert een grote dikke boom, de deelnemer rechts daarvan herhaalt de visualisatie van de boom en zegt dat naast een boom een heel klein kaboutervrouwtje zit op een paddenstoel, de derde deelnemer herhaalt de visualisatie van het kleine kaboutervrouwtje en vertelt dat zij heel HEEL erg aan het huilen was, zo erg dat er een zee van water ontstond. De docent begint de improvisatie met de boom en daarna mogen de deelnemers één voor één het verhaal aanvullen.
 
De eerste deelnemer visualiseert een grote dikke boom, de deelnemer rechts daarvan herhaalt de visualisatie van de boom en zegt dat naast een boom een heel klein kaboutervrouwtje zit op een paddenstoel, de derde deelnemer herhaalt de visualisatie van het kleine kaboutervrouwtje en vertelt dat zij heel HEEL erg aan het huilen was, zo erg dat er een zee van water ontstond. De docent begint de improvisatie met de boom en daarna mogen de deelnemers één voor één het verhaal aanvullen.
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
''In deze dynamiek wordt taal gebruikt, inlevingsvermogen, creativiteit, lef en concentratie. De docent kan tussendoor de visualisaties herhalen om de theatraliteit en daarmee de inleving en creativiteit te vergroten''<br>
+
''In deze dynamiek wordt taal gebruikt, inlevingsvermogen, creativiteit, lef en concentratie. De docent kan tussendoor de visualisaties herhalen om de theatraliteit en daarmee de inleving en creativiteit te vergroten''
 
+
<br>
 +
    </div>
 +
</div>
 
     </div>
 
     </div>
 
     </div>
 
     </div>
 
{{#set: Theorie=Laat Je Zien|Module=|Serie=Beter Verwoorden|Les={{BASEPAGENAME}}}}
 
{{#set: Theorie=Laat Je Zien|Module=|Serie=Beter Verwoorden|Les={{BASEPAGENAME}}}}
 
[[Categorie:Sjabloon]]
 

Versie van 18 nov 2020 20:22

naar hoofdmenunaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarBV9.jpeg

Beter Verwoorden 9 Dromen

Opmaat


Vooraf
Duur: ± 2 minuten/ Hele groep

De deelnemers zitten in een kring. Op het bord of de flip-over staat de structuur van de les. De docent kan die ook nog even bespreken.

Energieke oefening of Spel

Duur: ± 5 minuten/ Hele groep
Associëren op muziek

De docent vraagt vijf deelnemers die het leuk vinden om het liedje dat ze hebben uitgekozen en meegebracht - waar ze op wegdromen - beschikbaar te stellen. Als docent start je met een eigen nummer. In de klas luister je met z’n allen naar de verschillende nummers. Na elk nummer schrijven de deelnemers hun associaties op. Vervolgens leest iedereen een woord voor uit zijn/haar associatie. Zo doe je alle nummers. Oefening in het los en vrij denken, dit kan aanzet geven tot nieuwsgierigheid.

Oefening in het los en vrij denken, dit kan aanzet geven tot nieuwsgierigheid. Bewustwording van verschillen in beleving tussen de deelnemers


Dynamiek passend bij het onderwerp

Duur ± 10 minuten / de hele groep
Improvisatie kring

De docent vertelt dat ze samen ter plekke een verhaal gaan maken met stem en lichaam. De docent geeft een voorbeeld:
De eerste deelnemer visualiseert een grote dikke boom, de deelnemer rechts daarvan herhaalt de visualisatie van de boom en zegt dat naast een boom een heel klein kaboutervrouwtje zit op een paddenstoel, de derde deelnemer herhaalt de visualisatie van het kleine kaboutervrouwtje en vertelt dat zij heel HEEL erg aan het huilen was, zo erg dat er een zee van water ontstond. De docent begint de improvisatie met de boom en daarna mogen de deelnemers één voor één het verhaal aanvullen.

In deze dynamiek wordt taal gebruikt, inlevingsvermogen, creativiteit, lef en concentratie. De docent kan tussendoor de visualisaties herhalen om de theatraliteit en daarmee de inleving en creativiteit te vergroten