EE O: verschil tussen versies

Regel 65: Regel 65:
 
</div>
 
</div>
 
{{Vertellen2}}
 
{{Vertellen2}}
{{Tekst}}
+
{{TekstT}}
 
     </div>
 
     </div>
 
</div>
 
</div>

Versie van 27 jan 2021 13:30

naar hoofdmenunaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarT2 v2.jpeg

Kennis - Eigen Ervaring - Actie

De ontdekkingstocht - denken over succes


Vooraf
Duur: ± 2 minuten/ Hele groep

De deelnemers zitten in een kring.
De omgangsvormen kan de trainer indien nodig nog een keer bespreken:

  • degene die aan het woord is wordt niet onderbroken;
  • vragen kunnen na het vertellen worden gesteld;
  • geen commentaar op elkaar.

Buiten de kring staan eventueel tafels om later aan te gaan schrijven als dat zo uitkomt of er worden clipboards gebruikt.


Eigen Ervaring vertellen en schrijven

Duur: ± minimaal 40 minuten/ Hele groep


Eigen Ervaring vertellen

Duur: ± 5-7 minuten/ Hele groep
Instructie

De trainer start en vertelt over een keer dat ze een taak deed en de rol die ze daarin speelde. De deelnemers krijgen de gelegenheid verduidelijkingsvragen te stellen. Vragen over iets waar ze meer over willen weten of wat ze nog niet helemaal duidelijk is.

Daarna stelt de trainer de verbindingsvraag: of er deelnemers zijn die willen vertellen over een keer dat ze een taak hebben gedaan en hoe ze de rol die ze daarin speelden vorm hebben gegeven.
Het kan zijn dat deze rol hun lag of juist niet, dat maakt niet uit.

In de vertelkring komen hooguit twee deelnemers aan de beurt, het is bedoeld als voorbeeld en als opwarmer, en het is voor de vertellers bovendien een goede oefening.
Een manier om het vertelproces bij te sturen is het inzetten van extra vragen om het onderwerp te verbreden of toe te spitsen.

Als de trainer merkt dat sommige deelnemers nog geen aansluiting hebben kan zij/hij over een tweede ervaring vertellen, waarbij een andere kant van het onderwerp belicht wordt. Het zo aanbieden van diverse invalshoeken creëert ruimte en kan de deelnemers op ideeën brengen. Op deze manier kan de trainer het vertellen laagdrempeliger maken voor de deelnemers.

Voorbereiden
  • De trainer bereidt zijn eigen ervaring en de verbindingsvraag voor.
  • De trainer bedenkt van tevoren invalshoeken die passen bij het onderwerp waarmee de deelnemers vervolgens aan de slag gaan.

Lijstje maken en kiezen

Duur: ± 5 minuten/ Hele groep
Instructie

De trainer vraagt de deelnemers om zich verschillende ervaringen te herinneren waarbij een taak hebben gedaan en te beschrijven hoe ze hun rol daarin hebben vormgegeven. Het kan zijn dat de rol hun lag of juist niet, dat maakt niet uit.

Het gaat om twee of drie ervaringen die ze zich herinneren. Daar maken ze een lijstje van met één woord als aanduiding. Het lijstje is privé. Ze kiezen één ervaring uit waarbij ze zich comfortabel voelen om hem te delen met de groep en die ze zich helder voor de geest kunnen halen.

Voorbereiden
  • Elke deelnemer een A6-je (zonder lijntjes).
  • Eén zwarte pen per deelnemer.

Twee aan twee vertellen

Duur: ± 6 á 10 minuten/ Hele groep
Instructie

De trainer verdeelt de deelnemers in teams van twee en geeft aan welke deelnemer nummer één is en welke deelnemer nummer twee. Bij een oneven aantal deelnemers is er één groepje van drie. Dan gaan de teams aan de slag. De nummers één vertellen hun gekozen ervaring aan de nummers twee. De nummers twee luisteren en stellen hun vragen pas aan het einde. Dat is van belang, want het is geen gesprek maar een verbale oefening voor het schrijven.
Als de trainer ziet dat deelnemers moeite hebben met vragen stellen kan hij/zij aangeven hoeveel vragen de luisteraar gaat stellen. Soms blijkt dat het nodig is om eerst nog even aandacht te besteden aan wat voor een soort vragen er gesteld kunnen worden.

Na een vooraf vastgestelde tijd (3 à 5 minuten) en een afgesproken sein (klappen in handen, een belletje etc.) draaien de rollen om en luisteren de nummers één en vertellen de nummers twee. Het eventuele groepje van drie kan iets meer begeleiding en tijd nodig hebben. Om de aandacht te focussen noemt de begeleider kort de volgende punten:

  • Stel vragen ter verduidelijking; wat was nog niet helder?
  • Vraag door over iets waar je nog meer over wilt weten.
  • Stel minimaal één vraag over zintuiglijke waarnemingen (ruiken, zien, horen, voelen, proeven).


De trainer kan ook aangeven dat de deelnemers elkaar minimaal twee à drie open vragen gaan stellen.

Om de deelnemers in gevarieerde tweetallen te laten werken kan de trainer de deelnemers bij het binnenkomen of voorafgaand aan deze activiteit bijvoorbeeld gekleurde papiertjes laten trekken, waarna degenen met dezelfde kleur samen een team vormen. Een andere manier is deelnemers met opeenvolgende verjaardagen dezelfde schoenmaat of alfabetisch op naam samen te laten werken. En zo meer...

Voorbereiden

Een belletje of een ander instrument dat geluid maakt.


Sjabloon:TekstT


Kennis

Duur: ± 15 minuten/ Hele groep

Hoe kijk je naar succes?

Deel I en II

Instructie deel I - ± 5 minuten

De trainer vraagt de deelnemers op een A6 papiertje voor zichzelf op te schrijven met steekwoorden waar ze aan denken bij de volgende vragen:
Wat betekent voor jou ‘’succes’’ in je loopbaan?
Hoe definieer jij “succes”?
Als je als je 60 bent en terugkijkt; waar zou je dan tevreden over zijn als je dat hebt ontwikkeld?

Instructie deel II - ± 10 minuten

De trainer gaat nu samen met de deelnemers een woordspin maken gebaseerd op hun overdenkingen in deel I. In het midden staat 'succes'. Rondom komen alle aspecten te staan waaraan de deelnemers hebben gedacht. Nadat alle aspecten zijn toegevoegd licht de trainer toe hoe Schein succes definieert en is er gelegenheid om uit te wisselen over de kijk van de deelnemers en de kijk van Schein.


Actie - 2 onderdelen

Duur: ± 126 minuten / Tweetallen


1. Interview uit de methode van Schein

Duur: ± 2 x 60 minuten / Tweetallen
Instructie

De deelnemers krijgen allemaal een interview. Om beurten gaan ze elkaar via de standaardvragenlijst interviewen. Dit is een standaard interview dat hoort bij de 'loopbaananker analyse' van Schein.

2. Kernwoorden

Instructie

Bespreek en onderstreep samen de kern-woorden/patronen in de interviews met kleur. De trainer geeft aan het einde de teams de gelegenheid om hun bevindingen met de groep te delen.


Intermezzo

Duur: ± 3-5 minuten/ Hele groep

Als de trainer een fysieke oefening wil inzetten kan 'Vierkantje ademen' uit de eerste bijeenkomst worden herhaald. De trainer kan natuurlijk ook een eigen oefening introduceren of een andere oefening kiezen onder de button 'Fysieke activiteit'. Het is belangrijk dat de oefening maximaal vijf minuten duurt. De trainer kiest de oefening uit indachtig de noden van zijn deelnemers en het effect dat de oefening op hen kan hebben.