Laat Je Zien: Twee aan Twee: verschil tussen versies
Regel 7: | Regel 7: | ||
<br> | <br> | ||
De docent deelt de leerlingen in, in teams van twee, en geeft aan welke leerling één is en welke leerling twee. Bij oneven aantal leerlingen is er één groepje van drie. Dan gaan ze aan de slag in hun team. De nummers één vertellen hun gekozen ervaring aan de nummers twee. | De docent deelt de leerlingen in, in teams van twee, en geeft aan welke leerling één is en welke leerling twee. Bij oneven aantal leerlingen is er één groepje van drie. Dan gaan ze aan de slag in hun team. De nummers één vertellen hun gekozen ervaring aan de nummers twee. | ||
− | De nummers twee luisteren en stellen aan het einde vragen. Dit is van belang want het is geen gesprek maar een verbale oefening voor het schrijven. Soms geeft de docent aan hoeveel vragen, alleen als de leerlingen moeite hiermee hebben.<br> | + | De nummers twee luisteren en stellen aan het einde vragen. Dit is van belang want het is geen gesprek maar een verbale oefening voor het schrijven. Soms geeft de docent aan hoeveel vragen, alleen als de leerlingen moeite hiermee hebben. Ook kan blijken dat het nodig is om extra aandacht te besteden aan wat voor een vragen er gesteld kunnen worden.<br> |
<br> | <br> | ||
Na een vooraf vastgestelde tijd (3 á 5 minuten) en een afgesproken sein (klappen in handen, een belletje etc.) draaien de rollen om en luisteren de nummers één en vertellen de nummers twee. Het eventuele groepje van drie begeleiden en iets meer tijd geven. | Na een vooraf vastgestelde tijd (3 á 5 minuten) en een afgesproken sein (klappen in handen, een belletje etc.) draaien de rollen om en luisteren de nummers één en vertellen de nummers twee. Het eventuele groepje van drie begeleiden en iets meer tijd geven. |
Versie van 16 sep 2019 14:09
Instructies twee aan twee vertellen
(Duur ±6 á 10 minuten)
De docent deelt de leerlingen in, in teams van twee, en geeft aan welke leerling één is en welke leerling twee. Bij oneven aantal leerlingen is er één groepje van drie. Dan gaan ze aan de slag in hun team. De nummers één vertellen hun gekozen ervaring aan de nummers twee.
De nummers twee luisteren en stellen aan het einde vragen. Dit is van belang want het is geen gesprek maar een verbale oefening voor het schrijven. Soms geeft de docent aan hoeveel vragen, alleen als de leerlingen moeite hiermee hebben. Ook kan blijken dat het nodig is om extra aandacht te besteden aan wat voor een vragen er gesteld kunnen worden.
Na een vooraf vastgestelde tijd (3 á 5 minuten) en een afgesproken sein (klappen in handen, een belletje etc.) draaien de rollen om en luisteren de nummers één en vertellen de nummers twee. Het eventuele groepje van drie begeleiden en iets meer tijd geven.
Om de aandacht te focussen noemt de docent kort de volgende punten:
- Stel vragen ter verduidelijking; wat was nog niet helder?
- Vraag door over iets waar je nog meer van wilt weten.
- Stel minimaal één vraag over zintuiglijke waarneming (reuk, zien, horen, voelen, proeven).
De docent kan ook aangeven dat de leerlingen minimaal twee a drie open vragen stellen. Of een extra opdracht geven de vragen die gesteld gaan worden een andere focus krijgen.
Om de leerlingen in meer gevarieerde tweetallen te laten werken kan de docent bij het binnenkomen van de les of vooraf aan deze activiteit de leerlingen bijvoorbeeld gekleurde papiertjes laten trekken en dan degene die het papiertje heeft met dezelfde kleur te zoeken, samen vormen deze twee een team. Het kan ook gedaan worden door de verjaardagen na te gaan en dan opeenvolgende verjaardagen samen te laten werken. En zo meer...
Via de onderstaande iconen kunt u naar de lessen uit de voorbeeldserie Negen x Grunberg uit de module Lees