LAAT JE ZIEN: verschil tussen versies

Regel 3: Regel 3:
 
<h3>Welkom bij '''Laat Je Zien'''</h3>
 
<h3>Welkom bij '''Laat Je Zien'''</h3>
 
<br>
 
<br>
 +
<section begin=instructies1/>
 
Laat Je Zien is een methodologie ontwikkelt door samenwerking tussen psychologen, pedagogen en docenten onder leiding van Marianne Koeman om een aantal zeer waardevolle [[Inspiratiebronnen Laat Je Zien|psychologische en pedagogische inzichten]] gemakkelijk toe te kunnen passen in het onderwijs.<br>
 
Laat Je Zien is een methodologie ontwikkelt door samenwerking tussen psychologen, pedagogen en docenten onder leiding van Marianne Koeman om een aantal zeer waardevolle [[Inspiratiebronnen Laat Je Zien|psychologische en pedagogische inzichten]] gemakkelijk toe te kunnen passen in het onderwijs.<br>
 
Iedereen heeft de kwaliteiten al in huis. Laat Je Zien is een onderliggend stelsel, structuur om te waarborgen dat belangrijke activiteiten die het ontwikkelingsproces van de deelnemers versterken regelmatig aanbod komen op scholen. De eigen ervaring vormt de kern. Als docent kun je doelgericht componenten uit je eigen leven delen en inzetten voor het leerproces op een passende en veilige manier.<br>  
 
Iedereen heeft de kwaliteiten al in huis. Laat Je Zien is een onderliggend stelsel, structuur om te waarborgen dat belangrijke activiteiten die het ontwikkelingsproces van de deelnemers versterken regelmatig aanbod komen op scholen. De eigen ervaring vormt de kern. Als docent kun je doelgericht componenten uit je eigen leven delen en inzetten voor het leerproces op een passende en veilige manier.<br>  
Regel 12: Regel 13:
 
brengen. Dat vormt een bouwsteen van analytisch denken en een opening tot dialoog.<br>
 
brengen. Dat vormt een bouwsteen van analytisch denken en een opening tot dialoog.<br>
 
<br>
 
<br>
De docent speelt een faciliterende rol. De leerlingen hebben door de vaste structuur houvast en krijgen zoveel mogelijk vrijheid om individueel en met hun teamleden aan de slag te gaan. De drieluik-werkstructuur staat toe dat er naast persoonlijke ontwikkeling ruimte is voor kennisoverdracht, praktijk toepassing, evaluatie en reflectie.<br>
+
De docent speelt een faciliterende rol. De leerlingen hebben door de vaste structuur houvast en krijgen zoveel mogelijk vrijheid om individueel en met hun teamleden aan de slag te gaan. De drieluik-werkstructuur staat toe dat er naast persoonlijke ontwikkeling ruimte is voor kennisoverdracht, praktijk toepassing, evaluatie en reflectie.
 +
<section end=instructies1/>
 +
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<h4>Doel Laat Je Zien</h4>
 
<h4>Doel Laat Je Zien</h4>
Regel 58: Regel 61:
 
# Kies een extra taak voor de leerlingen die klaar zin en even moeten wachten zodat ze anderen niet gaan afleiden.
 
# Kies een extra taak voor de leerlingen die klaar zin en even moeten wachten zodat ze anderen niet gaan afleiden.
 
# Organiseer de ruimte, kunnen de leerlingen in een kring zitten, is er ruimte om te schrijven?
 
# Organiseer de ruimte, kunnen de leerlingen in een kring zitten, is er ruimte om te schrijven?
#  
+
# Zorg voor alle benodigde materialen (zie o.a. ook lesplannen).
 
<br>  
 
<br>  
 
<br>  
 
<br>  
Regel 88: Regel 91:
 
<br>
 
<br>
 
<h4>Veiligheid</h4>
 
<h4>Veiligheid</h4>
 +
<section begin=instructies2/>
 
De volgorde van de onderwerpen zorgt voor een proces met rust en ruimte bij de deelnemers en
 
De volgorde van de onderwerpen zorgt voor een proces met rust en ruimte bij de deelnemers en
 
dat versterkt de veiligheid in de klas. De lessenserie inkorten kan, maar het is daarbij belangrijk
 
dat versterkt de veiligheid in de klas. De lessenserie inkorten kan, maar het is daarbij belangrijk
Regel 108: Regel 112:
 
in de groep. Om de veiligheid in de groep tijdens de stappen te waarborgen loopt de docent rond en
 
in de groep. Om de veiligheid in de groep tijdens de stappen te waarborgen loopt de docent rond en
 
is zij beschikbaar om waar nodig het proces te faciliteren.
 
is zij beschikbaar om waar nodig het proces te faciliteren.
 +
<section end=instructies2/>
 
<br>
 
<br>
 
<br>
 
<br>

Versie van 23 sep 2019 21:40


Welkom bij Laat Je Zien


Laat Je Zien is een methodologie ontwikkelt door samenwerking tussen psychologen, pedagogen en docenten onder leiding van Marianne Koeman om een aantal zeer waardevolle psychologische en pedagogische inzichten gemakkelijk toe te kunnen passen in het onderwijs.
Iedereen heeft de kwaliteiten al in huis. Laat Je Zien is een onderliggend stelsel, structuur om te waarborgen dat belangrijke activiteiten die het ontwikkelingsproces van de deelnemers versterken regelmatig aanbod komen op scholen. De eigen ervaring vormt de kern. Als docent kun je doelgericht componenten uit je eigen leven delen en inzetten voor het leerproces op een passende en veilige manier.

Het gaat om een ordening van verschillende componenten die allemaal een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling en groei van een mens. Er is aandacht voor de ontwikkeling van lichaam en geest.

De methodologie integreert taal, inhoud van zaakvakken, lichaamsgerichte activiteiten, praktijk en zelfexpressie waarbij alle componenten even belangrijk zijn en elkaar versterken. Door vaardig om te springen met taal kun je je eigen ervaringen genuanceerd onder woorden brengen. Dat vormt een bouwsteen van analytisch denken en een opening tot dialoog.

De docent speelt een faciliterende rol. De leerlingen hebben door de vaste structuur houvast en krijgen zoveel mogelijk vrijheid om individueel en met hun teamleden aan de slag te gaan. De drieluik-werkstructuur staat toe dat er naast persoonlijke ontwikkeling ruimte is voor kennisoverdracht, praktijk toepassing, evaluatie en reflectie.



Doel Laat Je Zien

Wat levert werken met de drieluik-werkstructuur van Laat Je Zien de deelnemers op?

  • Vergroting uitdrukkingsvaardigheid van deelnemers. Ze leren zowel verbaal als non-verbaal helder en precies uitdrukking geven aan hun gedachten, gevoelens, gedrag en wat ze meemaken.
  • Acceptatie van persoonlijke verschillen door het delen van ervaringen. Deelnemers zijn beter in staat zich in te leven in de ander.
  • Inzicht in hoe ervaringen uit het leven en kennis elkaar versterken.
  • Fysieke oefeningen worden makkelijker onderdeel van het dagelijkse patroon.
  • Leren individueel te werken, samenwerken en verantwoordelijkheid voor eigen proces nemen en die van het team en de groep.
  • Voldoening ervaren van het creatieve proces. De kracht van associatief denken ontwikkelen.
  • De waarde van luisteren naar een ander en gehoord worden ervaren.
  • Ontdekken van de kracht van vragen stellen aan zichzelf en anderen.
  • Het eigen ontwikkelingsproces kunnen sturen – weten waar informatie te vinden indien nodig.
  • Bewust kunnen kiezen voor een passende presentatievorm.
  • Reflectie kunnen toepassen, zonder oordelen, gericht op het proces.


Deze doelen zijn veelomvattend maar iedere deelnemer zal op een of meer terreinen groei gaan ervaren met respect voor ieders individuele tempo.
Het trainen van deze vaardigheden op een speelse manier versterkt de eigenwaarde, vermindert sociale angsten, en vergroot het vertrouwen in eigen capaciteiten. Dit leidt tot een uitbreiding van ontwikkelingsmogelijkheden en biedt deelnemers een extra opening om een bijdrage te leveren aan de wereld om hen je heen.

Een extra doel van de methodologie Laat Je Zien is dat de deelnemers gaandeweg ook aspecten van de begeleiding op zich nemen. Hierdoor worden de eigen ontwikkelingsvaardigheden versterkt, krijgt zelfstandigheid meer nadruk en komt verantwoordelijkheid voor het leerproces opgang.

Hoe ziet de structuur van de lessen er uit?

Voorbereiding en korte inleiding
Opmaat Fysieke Oefeningen
Stap 1: Eigen Ervaring delen - Kern: vertellen - luisteren - vragen stellen - schrijven
Stap 2: Kennis inventariseren, aanvullen en uitbreiden. Motiveren voor (zelf)onderzoek en willen weten
Intermezzo - fysieke oefening
Stap 3: Samenbrengen van Eigen Ervaring en Kennis - Integreren, toepassen en presenteren
Beslissen - Uitvoeren: ervaren in de praktijk, het dagelijks leven
Reflectie & Evaluatie: na verloop van tijd terug komen op en stil staan bij thema's
Nieuwe thema's komen zo op een natuurlijke manier naar voren en een volgende cyclus kan gestart worden.

Alle lessen uit elke serie komen met een uitvoerig beschreven lesplan en instructies.

Voorbereiden

De docent neemt de volgende stappen als voorbereiding:

  1. Kies een thema. Het kan zijn dat de docent dit thema heeft afgeleid uit gesprekken in de klas of dat het thema is ontstaan in een eerdere les. Ook kan de docent het thema kiezen gebaseerd op theorie die in de planning behandeld gaat worden.
  2. Kies fysieke oefeningen, waarvan één als opwarmer en de ander passend bij het thema.
  3. Kies een eigen ervaring dat verwantschap heeft met het thema. Bereid deze voor.
  4. Kies een creatieve oefening waarmee de deelnemers hun ervaring kunnen illustreren en zichzelf laten zien.
  5. Kies of en zo ja welke opdracht de leerlingen krijgen als huiswerk ter voorbereiding. Bijvoorbeeld een tekst om te lezen, een situatie opzoeken en beschrijven, een of meer vragen opstellen naar aanleiding van het onderwerp.
  6. Kies een extra taak voor de leerlingen die klaar zin en even moeten wachten zodat ze anderen niet gaan afleiden.
  7. Organiseer de ruimte, kunnen de leerlingen in een kring zitten, is er ruimte om te schrijven?
  8. Zorg voor alle benodigde materialen (zie o.a. ook lesplannen).



Plezier in de hoofdrol

Plezier bevordert motivatie en kan zo het leerproces stimuleren. Door plezier ontstaat ontspanning. Ontspanning is een belangrijke factor in het ervaren van welbevinden door mensen, het biedt een tegenwicht voor de negatieve emoties (ervaringen) die mensen in hun leven hebben gehad. Alle verschillende werkvormen in de stappen uit de methode Laat Je Zien geven zowel de deelnemers als de begeleiders plezier.

Onderbouwing van Laat Je Zien

De toegepaste technieken hebben allen hun eigen achtergrond en gedegen onderbouwing. De schrijvers ervaren dat wetenschappelijke onderzoek hier meer en meer bewijs voor levert. De fysieke oefeningen vinden hun oorsprong in de behoefte om sociale vaardigheden te trainen door middel van speloefeningen. Neuropsychologisch onderzoek laat zien dat het toepassen van fysieke oefeningen zorgt voor de juiste activatie in het brein waardoor leren makkelijker gaat (Scherder, 2014; Sitskoorn, 2004). Een tweede effect van de fysieke oefeningen is dat de deelnemers leren hoe ze hun eigen spanning kunnen reguleren.

Het vertellen en schrijven van de ervaringen en zonder oordeel luisteren past in de werkwijze die beschreven staat bij hechtingstherapieën (T. Bakker, 2009) en mindfulness (Williams et al., 2007). Zo sluiten de verdiepende vragen die gericht zijn op details en nieuwe informatie aan op de mindfulness-traditie waarin men even stil staat om nauwkeurig en neutraal te observeren wat er gebeurt.

Door gebruik te maken van eigen ervaringen (zgn warme herinneringen) wordt gebruik gemaakt van een associatienetwerk. Dit is niet het geval als enkel feitelijke kennis (zgn. koude herinneringen) wordt gedeeld. De warme herinneringen zijn herinneringen of kennis die gekoppeld zijn aan een emotionele toestand. Deze emotie werkt als een soort sterke code. Alle herinneringen met dezelfde code of emotie zijn makkelijker beschikbaar als een persoon op dat moment in die emotionele staat is. Het luisteren naar muziek, een verhaal of het vertellen van een verhaal kan je in deze emotionele staat brengen en leiden tot specifieke associaties. Herinneringen die opgeslagen zijn met een emotionele lading, blijven langer bewaard en zijn sterker op te roepen. Dit is soms nadelig (bijvoorbeeld bij PTSS), maar stap 1 maakt juist gebruik van de positieve uitwerking van deze sterke emotionele code zodat reeds geleerde kennis wordt opgewekt en nieuwe kennis beter wordt onthouden.

De kennis toevoeging vergroot de (cognitieve) flexibiliteit van de deelnemers. Hierdoor zijn ze in staat om in de toekomst een vergelijkbare situatie op een andere wijze te benaderen. De deelnemers worden in de volgende stap uitgedaagd om dit direct concreet te maken en een toekomstige succeservaring voor te stellen. Deze techniek wordt ook toegepast in de cognitieve gedragstherapie en sportpsychologie (imaginatie en rescripting).

De verbinding die je legt tussen je eigen ervaring en de ervaring van de ander versterkt je inlevingsvermogen en begrip voor de ander. Deze stap versterkt de mentaliserende vaardigheden van de deelnemers. Dit is een essentiële vaardigheid als je werkt met mensen. Zeker met mensen met moeilijkheden in het interpersoonlijke contact (Bateman & Fonagy, 2008) en is ook toepasbaar voor mensen met een verstandelijke beperking (Sterkenburg, 2015).

In de reflectie op deze stappen wordt je bewust van je oordelen en de uitwerking die deze hebben op een situatie. Wat wil je bij het oude houden en waar denk je nu anders over? Is er iets wat je bedacht hebt als je kijkt naar alles wat je hebt gehoord, gelezen en meegemaakt, waar je in de toekomst mee wil gaan experimenteren? Welke vaardigheden en/of instrumenten heb je tot je beschikking en hebben anderen tot hun beschikking? Is er iets wat je anders had willen doen of ervaren? Wat kan je daar aan doen in een nieuwe toekomstige situatie? Oordeel niet over jezelf en anderen op een manier dat het vast komt te staan, maar neem je oordeel als uitgangspunt. Laat twijfel toe, leer dat je ieder moment weer een nieuwe kijk kunt ontwikkelen op ervaringen en kennis. Kijk naar die ervaringen en maak je bewust wat je wilt behouden (wat is nu, op dit moment in je leven goed om te behouden?) en waarmee kun je nu gaan oefenen? Realiseer je dat je dit voortaan altijd kunt aanpassen.
In het hele proces zitten elementen die versterkend zijn voor de autonomie, voor gevoel van competentie en verbinding met anderen. Deze elementen worden in de zelfdeterminatie-theorie beschreven als kernpunten van welbevinden (Deci & Ryan, 1991). Recent onderzoek heeft laten zien dat dit niet alleen voor normaal begaafde mensen zo werkt, maar ook voor mensen met een verstandelijke beperking (Frielink, 2017).

Veiligheid

De volgorde van de onderwerpen zorgt voor een proces met rust en ruimte bij de deelnemers en dat versterkt de veiligheid in de klas. De lessenserie inkorten kan, maar het is daarbij belangrijk rekening te houden met de keuze van het onderwerp in verband met de intimiteit; de docent draagt verantwoordelijkheid voor een goede afstemming op het niveau van de deelnemers.
Het is hiertoe noodzakelijk vooraf een aantal regels afspreken met de groep. Bij één-op- één begeleiding gelden deze regels ook.

Regels van omgang

1. Deelnemers onderbreken elkaar niet tijdens het vertellen en stellen hun vragen als de verteller is uitgesproken.
2. Elke deelnemer mag vragen stellen over datgene waarover hij meer wil weten of wat hem nog niet duidelijk is.
3. Commentaar is nooit toegestaan.
4. Dat wat in de groep of één-op-één gedeeld wordt blijft in de groep en wordt niet naar buiten gebracht.

De docent kan ervoor kiezen pictogrammen te gebruiken om de regels actief in herinnering te houden bij de deelnemers. Vanuit haar rol als voorbeeld draagt de docent zelf bij aan de veiligheid in de groep. Om de veiligheid in de groep tijdens de stappen te waarborgen loopt de docent rond en is zij beschikbaar om waar nodig het proces te faciliteren.



Voorbereiding

Ruimte

Stoelen staan in een kring. Afhankelijk van de oefening waarmee gestart wordt, staat of zit iedereen in de kring. Zo kunnen alle deelnemers elkaar goed zien en horen. Daarachter staan tafels om later aan te gaan schrijven als dat zo uitkomt.


De positie van de docent en van alle deelnemers is gelijkwaardig tijdens het proces maar de hoofdregie is en blijft bij de docent. De docent faciliteert en deelt meer en meer de regie met de deelnemers naarmate de groep gevorderd is.