Evalueren: verschil tussen versies

Regel 11: Regel 11:
 
<br>
 
<br>
 
In het hele proces zitten elementen die versterkend zijn voor de autonomie, voor gevoel van competentie en verbinding met anderen. Deze elementen worden in de zelfdeterminatie-theorie beschreven als kernpunten van welbevinden (Deci & Ryan, 1991).
 
In het hele proces zitten elementen die versterkend zijn voor de autonomie, voor gevoel van competentie en verbinding met anderen. Deze elementen worden in de zelfdeterminatie-theorie beschreven als kernpunten van welbevinden (Deci & Ryan, 1991).
<br>
 
<br>
 
Een opdracht kan zijn een poster met een gedachte of boodschap die de deelnemers graag willen blijven herinneren en meenemen. Soms kan er uit een proces van evaluatie en reflectie een beslissing genomen worden over verandering in gedrag of dagelijkse acties die op een later tijdstip opnieuw kunnen worden besproken.
 
Na een periode van één à twee maanden vraagt de begeleider de deelnemers of ze kunnen nagaan of ze hun voorlopige conclusie in de praktijk hebben gebracht? Hoe dat is uitgepakt en of er een nieuwe vraag uit naar voren is gekomen. Dit is een praktisch filosofische oefening.
 
<br>
 
<br>
 
Deze manier van werken activeert de deelnemers om samenhang en verbinding te zien tussen dagelijkse eigen ervaringen en kennis. Andere voorbeelden van vragen zijn: Hoe kan nieuwe kennis jouw nieuwe ervaringen beïnvloeden? Wil je meer weten? Voer je een taak uit en denk je erover na?
 
Reflecteren, met name in groepsverband, verhoogt de intrinsieke motivatie om kennis te verwerven en vervolgens toe te passen tijdens het uitvoeren van een taak. Dit stimuleert het leven-lang-leren (Lifelong learning, Jarvis, P., 2007).
 
<br>
 
<br>
 
 
Ook kan het zijn dat de docent al eerder signalen krijgt dat een moment van reflectie en/of evaluatie nodig is om na te gaan hoe het toepassen in de praktijk bevalt. Is er bijvoorbeeld nog bijsturing nodig? Of zijn er nieuwe aspecten zichtbaar geworden waar de deelnemers over nadenken en vragen over hebben? Dan start de docent met de activiteit Evaluatie en Reflectie.<br>
 
<br>
 

Versie van 10 nov 2019 13:50


naar lesstructuurnaar hoofdmenunaarLesstructuurnaar hoofdmnenunaar reflectieNaar nieuwe cyclusnaar overzichtEvalueren.jpeg

Evalueren en reflectie

Evalueren kan door aan de hand van een aantal vragen de deelnemers te laten kijken en onderzoeken wat ze hebben gedaan en meegemaakt. Het instrument hiervoor kan de begeleider maken in samenspraak met de deelnemers. Een voorbereide basislijst van vragen is het uitgangspunt. Gedurende het evaluatieproces kan deze worden aangepast.

Na een evaluatie is het mogelijk om te komen tot een reflectie over de betekenis van het proces en de inhoud.

In de reflectie op de stappen uit het drieluik wordt je bewust van je oordelen en de uitwerking die deze hebben op een situatie. Oordeel niet over jezelf en anderen op een manier dat het vast komt te staan, maar neem je oordeel als uitgangspunt. Laat twijfel toe, leer dat je ieder moment weer een nieuwe kijk kunt ontwikkelen op ervaringen en kennis.

In het hele proces zitten elementen die versterkend zijn voor de autonomie, voor gevoel van competentie en verbinding met anderen. Deze elementen worden in de zelfdeterminatie-theorie beschreven als kernpunten van welbevinden (Deci & Ryan, 1991).