Veiligheid BV: verschil tussen versies
Regel 2: | Regel 2: | ||
{{Beter Verwoorden}} | {{Beter Verwoorden}} | ||
<h3>Veiligheid</h3> | <h3>Veiligheid</h3> | ||
+ | <br> | ||
De volgorde van de onderwerpen zorgt voor een proces met rust en ruimte bij de deelnemers en | De volgorde van de onderwerpen zorgt voor een proces met rust en ruimte bij de deelnemers en | ||
dat versterkt de veiligheid in de groep. De lessenserie inkorten kan, maar het is daarbij belangrijk | dat versterkt de veiligheid in de groep. De lessenserie inkorten kan, maar het is daarbij belangrijk |
Versie van 10 dec 2019 15:07
Veiligheid
De volgorde van de onderwerpen zorgt voor een proces met rust en ruimte bij de deelnemers en
dat versterkt de veiligheid in de groep. De lessenserie inkorten kan, maar het is daarbij belangrijk
rekening te houden met de keuze van het onderwerp in verband met de intimiteit; de docent draagt
verantwoordelijkheid voor een goede afstemming op het niveau van de deelnemers.
Het is hiertoe noodzakelijk vooraf een aantal regels afspreken met de groep. Bij één-op- één
begeleiding gelden deze regels ook.
Regels van omgang
1. Deelnemers onderbreken elkaar niet tijdens het vertellen en stellen hun vragen als de
verteller is uitgesproken.
2. Elke deelnemer mag vragen stellen over datgene waarover hij meer wil weten of wat hem
nog niet duidelijk is.
3. Commentaar is nooit toegestaan.
4. Dat wat in de groep of één-op-één gedeeld wordt blijft in de groep en wordt niet naar
buiten gebracht.
De docent kan ervoor kiezen pictogrammen te gebruiken om de regels actief in herinnering te
houden bij de deelnemers. Vanuit haar rol als voorbeeld draagt de docent zelf bij aan de veiligheid
in de groep. Om de veiligheid in de groep tijdens de stappen te waarborgen loopt de docent rond en
is zij beschikbaar om waar nodig het proces te faciliteren.
Gebruik pictogrammen als dat verhelderend is voor de deelnemers (een beetje zoals reminder in de
bioscoop, ‘mobiele telefoons op stil’).
Wat levert extra zorg voor veiligheid op?
De deelnemers moeten zich veilig voelen, want alleen in een veilige omgeving kunnen ze zelfvertrouwen opbouwen. De methodologie en de werkvormen nodigen deelnemers uit om steeds een stapje verder te gaan. Als docent heb je de opbouw en dus de veiligheid zelf in de hand. Dat betekent goed kijken naar deelnemers, aanvoelen wat ze op welk moment nodig hebben en daar een werkvorm bij kiezen. Op die manier bouwen deelnemers geleidelijk aan hun zelfvertrouwen.