I Egan - Imagination: verschil tussen versies
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{Kopweg}} | {{Kopweg}} | ||
{{Inspiratie klein}} | {{Inspiratie klein}} | ||
− | <h3>Hoe de verbeelding van de deelnemers betrokken worden in de dagelijkse les?</h3> | + | <h3>Hoe de verbeelding van de deelnemers betrokken kan worden in de dagelijkse les?</h3> |
[https://en.wikipedia.org/wiki/Kieran_Egan_(philosopher) Kieran Egan](Ierland, 1942) is professor onderwijs-filosofie verbonden aan de Simon Fraser University. Hij heeft veel onderzoek gedaan en inspirerende boeken geschreven. Tijdens het ontwikkelen van Laat Je Zien bleek meer en meer dat de structuur van werken en het gebruik van de verschillende werkvormen relatie hebben met de theorie en praktische lesvoorstellen uit het werk van Egan. | [https://en.wikipedia.org/wiki/Kieran_Egan_(philosopher) Kieran Egan](Ierland, 1942) is professor onderwijs-filosofie verbonden aan de Simon Fraser University. Hij heeft veel onderzoek gedaan en inspirerende boeken geschreven. Tijdens het ontwikkelen van Laat Je Zien bleek meer en meer dat de structuur van werken en het gebruik van de verschillende werkvormen relatie hebben met de theorie en praktische lesvoorstellen uit het werk van Egan. | ||
<br> | <br> | ||
<br> | <br> | ||
− | In zijn boek ''An Imaginative Approach to Teaching'' in hoofdstuk 1 spreekt Egan over een gereedschapskist voor leren. In deze gereedschapskist zitten verhaal, metafoor, binaire tegenstellingen, rijm/ritme en patronen, grappen en humor, mentale representatie/beelden, roddel, spel, mysterie, vroege instrumenten van geletterdheid. Deze gereedschappen krijgen binnen de methodologie van Laat Je Zien allemaal een plek in de werkstructuur van de lesopzet. | + | In zijn boek ''An Imaginative Approach to Teaching'' in hoofdstuk 1 spreekt Egan over een gereedschapskist voor leren. In deze gereedschapskist zitten verhaal, metafoor, binaire tegenstellingen, rijm/ritme en patronen, grappen en humor, mentale representatie/beelden, roddel, spel, mysterie, vroege instrumenten van geletterdheid. Deze gereedschappen krijgen binnen de methodologie van Laat Je Zien allemaal een plek in de werkstructuur van de lesopzet. Daarnaast biedt het boek een extra invulling voor de ontwikkeling van activiteiten en opdrachten bij de exploratie van kennis, het aanvullen van deze kennis en het toepasbaar maken voor de praktijk. Egan spreekt over het belang van emotionele betekenis van een onderwerp voor het leerproces van de deelnemers. Hij stelt de vragen:<br> |
+ | Welke aspecten van dit onderwerp hebben een emotionele betrekking op mijn groep deelnemers? Hoe kunnen mijn deelnemers verwondert raken? Wat van dit onderwerp is nu van betekenis voor ons? Doordat Laat Je Zien werkt met de eigen ervaring als begin punt staat de belevingswereld van de deelnemer centraal. De betrokkenheid is zo al hoog. De vragen van Egan zijn heel behulpzaam om van de eigen ervaring naar het onderwerp gaan. | ||
<br> | <br> | ||
<br> | <br> | ||
+ | Vrij vertaalt zegt Egan over de verbeelding en het onderwijs het volgende:<br> | ||
+ | "Verbeelding is niet alleen wenselijk in de lespraktijk maar juist noodzakelijk ... het is het hart van iedere echte leerervaring. Het geeft leven en betekenis aan gedisciplineerd denken en rationeel onderzoeken. Verbeelding hoort niet alleen thuis in de kunsten maar is het pragmatische centrum van elk effectief menselijk denken. Het is niet de bedoeling om verbeelding in plaats te stellen van rationeel onderzoeken, lezen, schrijven en rekenen maar om te laten zien dat verbeelding een cruciale rol speelt bij de verwerving van de vaardigheden op ieder van deze leergebieden en dat zonder verbeelding een plek te geven in dat proces leren verarmd en minder effectief is. Het stimuleren van de verbeelding is een vereiste voor het doen van welke onderwijsactiviteit dan ook. Het is geen alternatieve strategie [1988, p. ix]. | ||
''De ziel van lesgeven heeft te maken met betekenis'' zegt Egan (p. 212). | ''De ziel van lesgeven heeft te maken met betekenis'' zegt Egan (p. 212). | ||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
Egan, K. (2005), ''An imaginative approach to teaching.'' San Francisco: Jossey-Bass / A Wiley Imprint | Egan, K. (2005), ''An imaginative approach to teaching.'' San Francisco: Jossey-Bass / A Wiley Imprint | ||
+ | Egan, K, & Nadaner, D (Eds.) (1988). ''Imagination and education.'' New York: Teachers College Press |
Versie van 6 jan 2020 12:13
Hoe de verbeelding van de deelnemers betrokken kan worden in de dagelijkse les?
Kieran Egan(Ierland, 1942) is professor onderwijs-filosofie verbonden aan de Simon Fraser University. Hij heeft veel onderzoek gedaan en inspirerende boeken geschreven. Tijdens het ontwikkelen van Laat Je Zien bleek meer en meer dat de structuur van werken en het gebruik van de verschillende werkvormen relatie hebben met de theorie en praktische lesvoorstellen uit het werk van Egan.
In zijn boek An Imaginative Approach to Teaching in hoofdstuk 1 spreekt Egan over een gereedschapskist voor leren. In deze gereedschapskist zitten verhaal, metafoor, binaire tegenstellingen, rijm/ritme en patronen, grappen en humor, mentale representatie/beelden, roddel, spel, mysterie, vroege instrumenten van geletterdheid. Deze gereedschappen krijgen binnen de methodologie van Laat Je Zien allemaal een plek in de werkstructuur van de lesopzet. Daarnaast biedt het boek een extra invulling voor de ontwikkeling van activiteiten en opdrachten bij de exploratie van kennis, het aanvullen van deze kennis en het toepasbaar maken voor de praktijk. Egan spreekt over het belang van emotionele betekenis van een onderwerp voor het leerproces van de deelnemers. Hij stelt de vragen:
Welke aspecten van dit onderwerp hebben een emotionele betrekking op mijn groep deelnemers? Hoe kunnen mijn deelnemers verwondert raken? Wat van dit onderwerp is nu van betekenis voor ons? Doordat Laat Je Zien werkt met de eigen ervaring als begin punt staat de belevingswereld van de deelnemer centraal. De betrokkenheid is zo al hoog. De vragen van Egan zijn heel behulpzaam om van de eigen ervaring naar het onderwerp gaan.
Vrij vertaalt zegt Egan over de verbeelding en het onderwijs het volgende:
"Verbeelding is niet alleen wenselijk in de lespraktijk maar juist noodzakelijk ... het is het hart van iedere echte leerervaring. Het geeft leven en betekenis aan gedisciplineerd denken en rationeel onderzoeken. Verbeelding hoort niet alleen thuis in de kunsten maar is het pragmatische centrum van elk effectief menselijk denken. Het is niet de bedoeling om verbeelding in plaats te stellen van rationeel onderzoeken, lezen, schrijven en rekenen maar om te laten zien dat verbeelding een cruciale rol speelt bij de verwerving van de vaardigheden op ieder van deze leergebieden en dat zonder verbeelding een plek te geven in dat proces leren verarmd en minder effectief is. Het stimuleren van de verbeelding is een vereiste voor het doen van welke onderwijsactiviteit dan ook. Het is geen alternatieve strategie [1988, p. ix].
De ziel van lesgeven heeft te maken met betekenis zegt Egan (p. 212).
Egan, K. (2005), An imaginative approach to teaching. San Francisco: Jossey-Bass / A Wiley Imprint
Egan, K, & Nadaner, D (Eds.) (1988). Imagination and education. New York: Teachers College Press