Dag Proef
Proef op de som
Les: Waar de dood een dagdroom is
De docent vraagt de deelnemers kort op te schrijven of te vertellen – afhankelijk van het niveau – hoe en wanneer ze aan de slag willen gaan met de uitkomsten van het drieluik.
Voorbereiden op de praktijk
Duur: 5 à 20 minuten
Hier is ruimte om de deelnemers een opdracht te geven: ‘Kijk naar je ervaring en naar de nieuwe kennis en vaardigheden die zijn besproken en/of geoefend. Maak je bewust van wat je wilt behouden en waarmee je nu verder kunt gaan oefenen in het dagelijks leven. Houd in gedachten dat je voortaan altijd iets kunt aanpassen. Vertaal je wensen naar kleine doelen die bereikbaar zijn.’
De deelnemers schrijven een dergelijke situatie (kort) op.
De docent geeft voorbeelden van vragen die de deelnemers zich kunnen stellen. De voorbeeldvragen past de docent aan op het begripsniveau van de deelnemers.
Voorbeeldvragen zijn:
- Wat wil je bij het oude houden en waar denk je nu anders over?;
- Is er iets wat je bedacht hebt, als je kijkt naar alles wat je hebt gehoord, gelezen en meegemaakt, waar je in de toekomst mee wil gaan experimenteren?;
- Welke vaardigheden en/of instrumenten heb je tot je beschikking?;
- Welke vaardigheden en/of instrumenten hebben anderen tot hun beschikking? Ken je hen? Kun je ze leren kennen? Waar? Hoe kan je anderen benaderen om je te helpen?;
- Is er iets wat je anders had willen doen of ervaren? Wat kun je daaraan doen in een toekomstige situatie?
De docent houdt in de gaten dat het gaat om bereikbare en bescheiden geformuleerde activiteiten. Vervolgens kan er een periode afgesproken worden waarin de deelnemers met hun eigen gekozen en geplande activiteit gaan experimenteren. Daarna wordt er gekeken hoe de uitvoering in de praktijk bevalt. Dan is er een moment van evaluatie en reflectie gepland, de afsluiting. Mocht het nodig zijn, dan kan de docent het proces altijd tussentijds aandacht geven.