Vertellen2
Twee aan twee vertellen
Duur: ± 6 á 10 minuten/ Hele groep
Instructie
De trainer verdeelt de deelnemers in teams van twee en geeft aan welke deelnemer nummer één is en welke deelnemer nummer twee. Bij een oneven aantal deelnemers is er één groepje van drie. Dan gaan de teams aan de slag. De nummers één vertellen hun gekozen ervaring aan de nummers twee. De nummers twee luisteren en stellen hun vragen pas aan het einde. Dat is van belang, want het is geen gesprek maar een verbale oefening voor het schrijven.
Als de trainer ziet dat deelnemers moeite hebben met vragen stellen kan hij/zij aangeven hoeveel vragen de luisteraar gaat stellen. Soms blijkt dat het nodig is om eerst nog even aandacht te besteden aan wat voor een soort vragen er gesteld kunnen worden.
Na een vooraf vastgestelde tijd (3 à 5 minuten) en een afgesproken sein (klappen in handen, een belletje etc.) draaien de rollen om en luisteren de nummers één en vertellen de nummers twee. Het eventuele groepje van drie kan iets meer begeleiding en tijd nodig hebben. Om de aandacht te focussen noemt de begeleider kort de volgende punten:
- Stel vragen ter verduidelijking; wat was nog niet helder?
- Vraag door over iets waar je nog meer over wilt weten.
- Stel minimaal één vraag over zintuiglijke waarnemingen (ruiken, zien, horen, voelen, proeven).
De trainer kan ook aangeven dat de deelnemers elkaar minimaal twee à drie open vragen gaan stellen.
Om de deelnemers in gevarieerde tweetallen te laten werken kan de trainer de deelnemers bij het binnenkomen of voorafgaand aan deze activiteit bijvoorbeeld gekleurde papiertjes laten trekken, waarna degenen met dezelfde kleur samen een team vormen. Een andere manier is deelnemers met opeenvolgende verjaardagen dezelfde schoenmaat of alfabetisch op naam samen te laten werken. En zo meer...
Voorbereiden
Een belletje of een ander instrument dat geluid maakt.