Fysiek
Fysieke activiteiten & Spel
Hieronder vind u een lijst met fysieke activiteiten die gebruikt worden als dynamisch begin, Opmaat, in alle lessen. Daarnaast is een aantal van deze activiteiten en oefeningen ook heel goed te gebruiken om deelnemers tussendoor te laten ontspannen en opladen, maar ook opnieuw te laten focussen.
Tijdens de Opmaat van iedere les doen de deelnemers vaak weer nieuwe speldynamieken en oefeningen. Zo krijgen de deelnemers gaandeweg een gereedschapskist met oefeningen die ze zelfstandig kunnen gebruiken. De deelnemers ervaren hierdoor dat ze zelf controle hebben over hun energieniveau en concentratie, en hoe ze die controle kunnen gebruiken.
Daarnaast zijn de oefeningen een instrument om verantwoordelijkheid over te dragen. De docent kan bijvoorbeeld deelnemers bij toerbeurt vragen om een oefening voor te stellen en/of de groep te leiden.
Als u een spel of oefening kent die in dit rijtje past, dan horen we dat graag! Het idee is dat iedereen eigen activiteiten aan deze lijst kan toevoegen, zodat we elkaar kunnen inspireren.
Associëren op muziek
Duur ± 10-20 minuten / de hele groep
Voorbereiding<h/5>
Vijf deelnemers nemen een liedje mee om op weg te dromen.
De docent begint met een eigen nummer. De groep luistert gezamenlijk naar de verschillende nummers. Na elk nummer schrijven de deelnemers hun associaties op. Vervolgens leest iedereen een woord voor uit diens associatie. Dit herhaal je met alle nummers.
Effect van de dynamiek: dit is een oefening om los te komen en vrij te denken, wat aanzet kan geven tot nieuwsgierigheid en onderzoeken.
De ballon
Duur ± 10 minuten / de hele groep
De docent begeleidt de deelnemers in het langzaam oprichten van het
lichaam (en de stem) en gebruikt daarbij een ballon als visualisatie.
Een deelnemer blaast de ballon langzaam op terwijl de docent op de grond ligt en naarmate de ballon groeit omhoog komt. Na deze demonstratie blaast de docent de ballon op en ‘groeien’ de deelnemers mee. Deze dynamiek wordt een aantal keer door de groep uitgevoerd. De docent kan de ballon langzaam of snel leeg laten lopen zodat de deelnemers weer op de grond liggen.
Als variatie op deze speldynamiek kunnen de deelnemers de beweging met hun stem extra kracht geven. Bijvoorbeeld een blazend geluid, een piepend geluid of ieder ander geluid waar de deelnemers voor kiest om de beweging mee te ondersteunen.
Effect van de speldynamiek: een deelnemer traint hierbij zijn motorische vaardigheden, zoals balans, maar ook het bewustzijn van hoe lichaamsdelen samen en los van elkaar kunnen bewegen, om zo de zelfcontrole van het lichaam te trainen.
Dobbel Associatie
Duur ± 15 minuten / de hele groep
Elk groepje bestaat uit zes deelnemers en doet zes korte associaties. Per groepje wordt een dobbelsteen en een set van zes kaartjes verdeeld – ieder kaartje correspondeert met een zijde van de dobbelsteen. Op de kaartjes staan ieder drie zinnen die nog afgemaakt moeten worden. Bij de zinnen kun je denken aan zintuiglijke en actieve zinnen, zoals: ‘Ik sta op het punt...’, ‘Wat ruikt dat...’, ‘Zij wilden net...’. Zo zijn er per spel dus zes x drie = achttien startzinnen. De deelnemers gooien om de beurt een keer met de dobbelsteen en kiezen dan een van de zinnen uit, die ze zelf afmaken Een iemand per groepje schrijft alle zinnen op, waardoor een verhaal ontstaat dat aan het einde van het spel aan de hele groep wordt voorgelezen. Ieder groepje kan dezelfde zinnen gebruiken, waardoor bij het voorlezen getoond kan worden hoe verschillend de verhalen toch worden.
Er zijn twee extra varianten op dit spel.
Variant 1
Iedere deelnemer maakt voor de nummers van de dobbelsteen een startzin. De deelnemers lezen hun zinnen voor in hun groepje en met elkaar beslissen ze welke zes zinnen ze gaan gebruiken.
Ook kunnen de groepjes hun verzonnen zinnen met elkaar uitwisselen.
Variant 2
Per dobbelzijde staan er niet startzinnen, maar drie steekwoorden op het kaartje. De deelnemer kiest in deze versie een woord om een zin mee te maken. Daarna gooit de volgende uit de groep en vervolgt het spel op dezelfde wijze.
Effect van het spel: theatraliteit versterken en vermogen tot samenwerken stimuleren.
Het construeren van een verhaal wordt uit handen gegeven aan de groep. De deelnemers ervaren:
- de meerwaarde van het aanvullen van anderen;
- hoe ruimte voor ieders vindingrijkheid een gezamenlijk proces kan verrijken;
- plezier bij het aansluiten op de creativiteit van anderen.
Donna Eden - 5-minuten routine - oefening 1 tot en met 8
Duur ± 5-7 minuten / de hele groep
Vooraf aan de opeenvolging van oefeningen van de 5-minuten-routine kan de docent met de deelnemers energie ervaring bewust maken en inschatten.
De deelnemers staan in een kring. Tegen de klok in noemt iedereen (beginnende bij de docent) snel achter elkaar een cijfer van een tot tien dat refereert aan diens energieniveau, waarbij één staat voor geen energie en tien voor maximale energie.
Nu wrijven de deelnemers in hun handen en houden daarna hun handen bijeen en proberen de energie tussen hun handen waar te nemen. Dan start de groep met de 5-minuten-routine, de oefeningen staan hieronder genoemd.
Na de oefeningen, met de klok mee noemt iedereen (beginnende bij de docent) snel achter elkaar een cijfer van een tot tien dat refereert aan diens energieniveau, waarbij één staat voor geen energie en tien voor maximale energie.
Als de deelnemers bekend zijn met de routine kunnen ze ook om de beurt zelf de leiding nemen. De oefeningen zijn ook handig om bij de hand te hebben als het energie niveau of concentratie van een deelnemer daalt of gekalmeerd kan worden.
Effect van de 5-minuten routine: Stimuleert lichaam en geest, verhoogt concentratie, rust en verlaagt spanning.
5-minuten routine – oefening 1 tot en met 8
1 Tappen
Maak van beide handen een vuist. Klop met je vuisten op je borstbeen alsof je een orang-oetan bent. Klop daarna met je vingers vlak onder je sleutelbeen.
Beklop vervolgens met je vingertoppen een stuk onder je oksel aan beide zijden van je lichaam. Met je rechtervingertoppen de linker zijflank vanaf je oksel en andersom.
Klop stevig maar wel zachtaardig op alle genoemde de plekken terwijl je 3x langzaam diep inademt door je neus en uitademt via je mond.
Effect van de oefening: zorgt ervoor dat je alerter wordt en helder kunt denken.
2 Marcheren
Om je hersenen optimaal te kunnen gebruiken is het belangrijk dat je linkerhersenhelft informatie stuurt naar je rechterhersenhelft en vice versa. Deze marcheeroefening stimuleert dit proces. De oefening is heel simpel: de bedoeling is dat je overdreven op de plaats loopt – alsof je aan het marcheren bent. Het contact tussen het links en rechts van je hersenen wordt gestimuleerd doordat je je rechterarm en linkerbeen tegelijk omhoog doet, evenals je linkerarm en je rechterbeen.
Effect van de oefening: je voelt je meer in balans, versterkt je coördinatie en je kunt je beter concentreren.
3 Donder en bliksem
Zorg dat je met je voeten recht onder je schouders staat. Buig je knieën een klein beetje. Maak hierbij van allebei je handen een vuist en buig je ellebogen op de hoogte van je middel. Adem diep in en zwaai je armen eerst naar achteren en vervolgens boven je hoofd. Breng je ellebogen voor je gezicht naar elkaar toe en gooi daarna je vuisten naar beneden. Open aan het eind van de beweging je handen terwijl je lucht uitstoot: wooooesssj. Herhaal dit twee keer.
Effect van de oefening: ontlaadt woede uit je systeem en zorgt ervoor dat de energie gaat stromen.
4 Wayne Cook
- Ga rechtop zitten. Plaats je linkervoet over je rechterknie. Plaats je linkervoet over je rechterknie. Houd je linkervoet met beide handen vast, zodat je rechterhand de enkel vastheeft en je linkerhand de voet;
- Adem rustig in via je neus, zodat de inademing je lichaam een beetje omhoog reikt terwijl je je been naar je lichaam toetrekt. Adem langzaam uit via je mond terwijl je je been zachtjes terug laat zakken. Herhaal dit vijf keer;
- Wissel van voet en herhaal de oefening;
- Zet je benen weer naast elkaar. Plaats je vingertoppen op elkaar met je duimen tussen je twee wenkbrauwen;
- Adem langzaam diep in en uit door je neus. Herhaal dit vier keer. Op een uitademing spreid je je duimen langzaam en duw je de huid van je voorhoofd opzij.
Effect van de oefening: kalmeert innerlijke onrust, zorgt dat je beter kan focussen, maakt dat je beter kunt leren. Maakt je rustiger als je zenuwachtig bent voor een presentatie of andere prestatie.
5 Haren wassen
- Plaats je duimen op beide slapen. Buig je vingers en plaats ze op het midden van je voorhoofd. Trek stevig drukkend je vingers langzaam uit elkaar, zodat de huid boven je wenkbrauwen wordt strakgetrokken;
- Plaats daarna je vingers op het midden van je voorhoofd en trek alsof je je schedel uit elkaar probeert te trekken. Herhaal de oefening terwijl je je vingers steeds verschuift tot je aan de achterkant van je hoofd bent;
- Ga hiermee door tot aan de onderkant van je nek. Laat je handen rusten op je schouders en trek ze stevig drukkend daaroverheen.
Effect van de oefening: kalmeert je zenuwstelsel, ontlaadt opgehoopte stress, verheldert je denkvermogen.
Doordat er veel gedachten en informatie verwerkt worden in je brein kan energie stagneren waardoor je het gevoel kunt hebben dat je hoofd vol zit en dat er niks meer bij kan. Sommige mensen krijgen daar hoofdpijn of in extreme gevallen migraine van. Deze oefening is heel goed om je hoofd helder te houden en informatie gemakkelijker te verwerken. Zeer behulpzaam als je lang achter elkaar leert en daar onrustig van wordt, je gedachten afdwalen of je steeds hetzelfde moet lezen voordat de tekst tot je doordringt.
6 Ritsen
Houd je handen voor je onderbuik met de handpalmen naar boven en de vingertoppen van je middelvingers tegen elkaar. Adem diep in en breng beide handen (terwijl je ze tegen elkaar houdt) langzaam recht naar boven tot aan je lip, alsof je een rits dicht doet. Breng, terwijl je uitademt, je handen in dezelfde positie verder naar boven tot boven je hoofd en cirkel je handen via de zijkant van je lichaam weer naar beneden. Herhaal 3x.
Effect van de oefening: zorgt ervoor dat je weerbaarder wordt en dat negatieve emoties van anderen minder effect op je hebben. In combinatie met de Wayne Cook-oefening versterk je jezelf om conflictsituaties op een constructieve manier op te lossen.
7 Oefening Vis aan de haak
Plaats de middelvinger van een van je handen tussen je wenkbrauwen. Plaats de middelvinger van de andere hand in je navel (als je dat te gevoelig vindt kun je je vinger ook vlak onder je navel plaatsen). Druk beide vingers in je huid en trek ze omhoog. Nu ben je als een vis aan de haak. Adem diep in en houd je adem 15 seconden vast.
Effect van de oefening: zorgt er voor dat alle oefeningen die je hiervoor gedaan hebt geïntegreerd worden in je energiesysteem. Je kunt deze oefening ook doen als je je een beetje sloom of moe voelt.
8 Oefening Appels plukken
Wrijf je handen over elkaar en schud ze uit. Plaats je handen op je dijen, vingers gespreid. Adem diep in via je neus. Strek één van je armen zo ver mogelijk omhoog alsof je een appel probeert te plukken waar je net niet bij kunt en de andere arm zo ver mogelijk naar beneden alsof je iets van de grond wilt pakken waar je net niet bij kunt. Druk je handen ter hoogte van je hart op elkaar. Doe dezelfde beweging nog een keer maar dan omgekeerd. Beide armen twee keer. Laat je armen dan helemaal naar beneden zakken terwijl je je knieën licht gebogen houdt.
Effect van de oefening: maakt dat je energieker wordt en dat je ruimte schept in je hoofd.
Donna Eden - Spinal Flush
Duur ± 10 minuten / de hele groep
Deze oefening kun je alleen samen met iemand doen. De docent organiseert de leerlingen in teams van twee. Nummer een
leunt met zijn handen tegen de muur. Nummer twee masseert met zijn duimen vanaf
de nek langs beide kanten van de ruggengraat tot aan het stuitje de rug van nummer
een. Dit herhaalt nummer twee drie keer. Aan het einde veegt zij met zijn handen
langs dezelfde weg van boven naar beneden over de ruggengraat heen.
Daarna wisselen en hetzelfde nog een keer doen.
De dynamiek stimuleert samenwerking; kalmeert irritaties en vermindert opgebouwde stress.
Donna Eden - Oefening Wayne Cook
Duur ± 5 minuten / de hele groep
- Zit rechtop. Plaats je linkervoet over je rechterknie. Houd je linkerenkel vast met je rechterhand en je linkervoet met je linkerhand;
- Adem rustig in via je neus. Laat de inademing je lichaam een beetje omhoog tillen terwijl je met beide handen je been naar je lichaam toe strekt. Adem langzaam uit via je mond. Herhaal 5 keer;
- Wissel van voet en herhaal het hele proces nog een keer;
- Zet je benen weer naast elkaar. Plaats je vingertoppen op elkaar en plaats je duimen tussen je twee wenkbrauwen;
- Adem langzaam in en uit door je neus. Herhaal 4 keer. Op een uitademing spreid je je duimen langzaam en duw je de huid van je voorhoofd naar de zijkant.
Effect van de dynamiek: kalmeert innerlijke onrust, zorgt dat je beter kan focussen, maakt dat je beter kunt leren. Maakt je rustiger als je zenuwachtig bent voor een presentatie of andere prestatie.
Gericht luisteren en observeren I
Duur ± 10 minuten / de hele groep
Stap 1: De docent deelt de groep in twee. De ene helft gaat luisteren naar geluiden in
de ruimte en de andere helft observeert degenen die luisteren. De instructie voor
degenen die luisteren is dat ze met hun arm aangeven uit welke richting het geluid
komt dat ze horen. Dit doen ze twee minuten en de laatste minuut met de ogen dicht.
De instructie voor degenen die observeren is dat ze kijken naar de anderen. Daarna
vraagt de docent wat de luisteraars hebben ervaren en wat de observeerders hebben
kunnen zien. Vervolgens draaien de rollen om.
Mocht er meer tijd beschikbaar zijn en ruimte: herhaal deze oefening dan buiten.
Stap 2: (als er meer tijd voorhanden is) geef alle deelnemers de instructie zich terug
te trekken op een plek naar keuze buiten of binnen waar ze gaan registreren wat ze
horen. De registratie kan zijn met woorden, tekens, beeld etc. Hoe je maar wilt.
Nabespreken.
De dynamiek beïnvloedt: bewust horen en ervaren, onderscheid maken, selecteren, rust, hertalen van geluid,
puzzelend denken.
Gericht luisteren en observeren II
Duur ± 40 minuten / de hele groep
De docent maakt tweetallen. De nummers 1 gaan de nummers 2 leiden tijdens een
wandeling van 15 minuten.
De nummers 2 hebben hun ogen gesloten tijdens de wandeling.
De nummers 1 houden hun partner licht vast, ondersteunen hen wel indien nodig, bij
de arm Bepaal in je tweetal welke kant het beste aanvoelt. Dit kan nummer 1 doen
door even naast nummer 2 te gaan staan eerst links, dan rechts en te vragen welke
kant beter voelt. Dit kan nummer 1 herhalen zodat nummer 2 de tijd krijgt om het te
ervaren en te kiezen.
Nu gaat nummer 1 nummer 2 leiden langs geluiden om hen heen. Je spreekt niet met
elkaar. Als je wilt dat degene die je begeleidt nauwkeurig luistert kun je dat aangeven
met: zoom in, en als je wilt dat het luisteren breder wordt, zoom out. Maar niets
zeggen en rustig begeleiden kan heel goed. Daarna draaien de rollen om.
De dynamiek beïnvloedt: vertrouwen in elkaar, verantwoordelijkheid nemen, creativiteit, concentratie,
luisteren aanscherpen, selectie oefenen, nauwkeurig, ervaren van andere zintuigen.
Improvisatie kring
Duur ± 10 minuten / de hele groep
De begeleider vertelt dat ze samen ter plekke een verhaal gaan maken met stem en
lichaam. De begeleider geeft een voorbeeld:
De eerste persoon visualiseert een grote dikke boom, de persoon rechts daarvan
herhaalt de visualisatie van de boom en zegt dat naast een boom een heel klein
kabouter vrouwtje zit op een paddenstoel, de derde persoon herhaalt de visualisatie
van het kleine kabouter vrouwtje en vertelt dat zij heel HEEL erg aan het huilen was,
zo erg dat er een zee van water ontstond.
De begeleider begint de improvisatie met de boom en daarna mogen de deelnemers één voor één
het verhaal aanvullen.
De dynamiek beïnvloedt: het gebruik van taal, inlevingsvermogen, creativiteit, lef en
concentratie. De docent kan tussendoor de visualisaties herhalen om de
theatraliteit en daarmee de inleving en creativiteit te vergroten.
Improvisatie spel: En dan...
Duur ± 10 minuten / de hele groep
De docent staat in het midden en de deelnemers vertellen om de beurt welke situatie de docent speelt. Bijvoorbeeld: een deelnemer zegt: ‘de docent is aan het etsen’. Daarna beeldt de docent uit dat hij aan het etsen is. Een andere deelnemer zegt dat de docent over een spijker heen etst. De docent beeldt uit hoe dat gaat. Zo kan de docent een heel avontuur meemaken en verbeelden, zowel in woord als gebaar. De docent kan daarna één of twee andere deelnemers vragen om het ook te doen.
De dynamiek beïnvloedt: kwetsbaar zijn omdat je jezelf aan de groep toevertrouwt, de deelnemers moeten zich inleven in de ontstane situatie, verantwoordelijkheid nemen, hun fantasie gebruiken en samenwerken. Het leiderschap gaat vaak op een natuurlijke manier over van de docent op de deelnemers.
Ja en nee spel
Duur ± 10 minuten / de hele groep
De deelnemers gaan in tweetallen tegenover elkaar staan (nummers 1 & 2).
Nummers 1 zeggen alleen maar JA en de nummers 2 zeggen alleen maar NEE. Deze ja en nee dialoog blijven ze herhalen. De gedachte achter deze dynamiek is dat als de deelnemers goed naar elkaar luisteren en daardoor elkaars klankkleur overnemen er een dialoog ontstaat met deze twee eenvoudige woorden. De toeschouwer hoort een dialoog door middel van de intenties van de spelers en krijgt daardoor een eigen beeld met verhaal. Je komt met het JA en NEE in een stroom en je weet niet hoe het gaat lopen. De docent stopt de oefening.
De dynamiek beïnvloedt: oefenen van de stem, klankkleuren, verbeelding, inleving, nieuwsgierigheid en samenwerking.
Ken je grens 1
Duur ± 10 minuten / de hele groep
De docent doet deze dynamiek voor met een deelnemer. Zij gaan tegenover elkaar
zitten en de deelnemer raakt de docent aan op het gezicht en hoofd. De docent geeft
aan door middel van een duimgebaar hoe de aanraking ervaren wordt. De drie duim
gebaren zijn: duim omhoog = fijn, duim naar beneden = niet fijn en duim horizontaal =
ertussenin.
Het gezicht is een kwetsbaar onderdeel van de mens en daarmee kun je goed je
fysieke grenzen ervaren. Als het te ingewikkeld is vanwege vertrouwen en
kwetsbaarheid in de groep kies dan voor de oefening Ken je grens 2.
De dynamiek beïnvloedt: hebben van vertrouwen, het voelen en inleven.
Ken je grens 2
Duur ± 10 minuten / de hele groep
Deelnemers worden in tweetallen (nummers 1 en nummers 2) ingedeeld en gaan in
twee rechte lijnen, met een zo groot mogelijke afstand ertussen, tegenover elkaar
staan.
De nummers 2 blijven staan terwijl de nummers 1 langzaam op hen aflopen totdat ze
vlak voor hen staan en de neuzen van de schoen elkaar raken. Nummers 2 moeten het
toestaan. Daarna komen de nummers 1 terug op hun plek. Dan lopen ze opnieuw op
de nummers 2 af maar nu mogen de nummers 2 aangeven wanneer de nummers 1
moeten stoppen en blijven staan. Dit geven ze aan met een handgebaar: stopteken.
Terwijl de deelnemers de dynamiek doen en ze even stilstaan op de plek begeleidt de
docent hen door te zeggen: ‘Let op je lichaam en hoe je je voelt.’ Daarna wissel je en
lopen de nummers 2.
De dynamiek beïnvloedt: vertrouwen, voelen en inleven.
Kennismaken
Duur ± 5 minuten / de hele groep
Instructies
Zeg je naam en maak een beweging en onthoud deze, de groep zegt daarna ‘’Hallo …(naam)” en doet de beweging na. + herhaal dit in een 2e ronde + herhaal in de 3e ronde je beweging en je naam, de groep doet tegelijkertijd met jou mee. Herhaal dit net zolang totdat de groep ieders naam kent.
Doel van deze dynamiek is kennismaking met humor, spel en ontspanning. Een eerste stap richting samenwerking en vertrouwen
Losmaken
Duur ± 5 minuten / de hele groep
De deelnemers staan in een kring. De docent doet bewegingen en stemoefeningen om het
lichaam alert/wakker te maken. Draaien met de schouders, naar voren (5x) en naar achteren (5x).
Schouders één voor één naar voren draaien en naar achteren (totaal 10x). Schouders omhoog,
schouders naar beneden (4x). Hele lichaam aanspannen, het hele lichaam ontspannen (4x). Alles
losschudden. Hoofd draaien, rechts en links (elke kant 2 x). Draaien van het bekken (2x). Draaien
van bovenbenen (2x). Je staat dan op één been. Geluiden maken om de stembanden op te
warmen. Kloppen op je borstkas en je stem laten resoneren (2x). Smakgeluiden, pssssst,
mmmmmmmm, OOOOOOO, AAAAAAAAAA, NGGG. Als je de O en A uitspreekt is de mond
ontspannen.
Effect van de dynamiek: de deelnemers ontspannen en overwinnen schaamte. Ze worden meer vertrouwd met
hun lichaam terwijl ze in een groep zijn. Concentratie verhogend en rustgevend.
Modeling
Duur ± 5 minuten / de hele groep
Iedereen staat in de kring. De begeleider doet voor op welke manieren je kunt lopen (stoer, verlegen, sexy, met
een gespannen lichaam, x-benen etc.).
Om de beurt gaat een deelnemer op een andere manier naar het midden toelopen en
de rest van de groep doet hem na.
Deze dynamiek gaat over creativiteit, lef en de concentratie om goed naar de ander te
kijken en dit vervolgens na te doen.
Modeshow
Duur ± 25 minuten / de hele groep
De begeleider zet muziek op waar deelnemers dezelfde oefening op doen als bij de
energieke dynamiek van deze les. De muziek die de begeleider opzet nodigt uit om te
bewegen. Voorbeelden hiervan zijn: Neneh Cherry: ‘Inner city mama’ of Right Said
Fred: ‘I’m too sexy’. Dit is een voorbereiding op een modeshow.
De stoelen worden in twee rijen neergezet en tussen de stoelen is de catwalk. Als er
tafels of banken zijn om over te lopen kun je die in het midden zetten. Als de
deelnemer aan het einde van de catwalk is blijft hij/zij staan in een freeze en wordt er
een foto gemaakt voor in het drieluik antwoordblad of de omslag van de
presentatiemap.
De helft van de groep gaat beginnen. De begeleider heeft tien verschillende hoeden
meegenomen. Na vier minuten wisselen de groepen. Elke groep komt aan de beurt en
nadat zij geweest zijn krijgen zij applaus.
Effect van de dynamiek: stimuleert zelfvertrouwen, plezier, creativiteit en lef.
Pim Pam Pet
Duur ± 5 minuten / de hele groep
Iedereen staat in de kring. De woorden Pim-Pam-Pet worden uitgesproken door drie personen die rechts van elkaar staan in de kring. Nummer 1 zegt Pim, nr. 2. Pam etc. Elk van de drie wijst met zijn arm naar een ander in de groep terwijl hij zijn woord zegt. De eerste twee, de Pim en de Pam, gelden als afleiders in het spel. Deze twee richten zich tot twee anderen die denken dat zij worden aangesproken zoals in normale communicatie, maar dat is niet het geval. Degene die het woord Pet en het handgebaar gebruikt geeft als het ware de woorden naar een andere plek in de kring. Als je aangesproken en aangewezen bent met het woord Pet betekent dat, dat jij gaat beginnen met het woord Pim. En dan volgt degene rechts van je met Pam en daarna zijn rechterbuur met Pet.
De dynamiek beïnvloedt: aandacht en focus.
Samen tellen
Duur ± 8 minuten / de hele groep
Deelnemers gaan staan in een groepje van zes in een kleine cirkel. Zonder afspraken te maken start één van de deelnemers met één. Dan volgt twee maar niemand weet wie dat gaat zeggen. Snelheid maakt het spel. Na twee komt drie en zo verder tot tien. Als een getal tegelijkertijd gezegd wordt dan begint het spel opnieuw bij één.
Deze dynamiek versterkt concentratie en het aanvoelen van de groep
Test je kracht
Duur ± 5 minuten / de hele groep
De docent doet de bewegingen voor en de deelnemers doen hem na. De docent tikt op
zijn linker- en rechterschouder, armen, rug, billen, benen, op het hoofd en gezicht. De
docent trekt aan zijn eigen haar. Tijdens deze oefening zegt de begeleider dat deze
massage prettig is voor hun lichaam.
De deelnemers gaan zelf inschatten welke spierkracht zij willen gebruiken.
Effect van de dynamiek: ervaren wat prettig voelt, waar wordt je ontspannen van en wat geeft je spanning?
Bewustzijn vergroten en waarnemen aanscherpen.
Transformeren in dieren
Duur ± 10 minuten / de hele groep
De docent transformeert langzaam in een dier en de deelnemers doen dit na.
Daarna ga je de rij af en bedenkt iedere deelnemer een dier. De rest van de groep
doet het dier na totdat iedereen geweest is (pauw, vogel, kip, aap, olifant, poes, hond,
muis en koe). Of de begeleider roept verschillende dieren en de deelnemers transformeren in het
genoemde dier. De deelnemers denken na hoe zij een dier fysiek kunnen vormgeven, en doen dat allen.
Effect van de dynamiek: de creativiteit, inleving en motoriek wordt getraind. Het leiderschap gaat vaak op een natuurlijke manier over van de docent op de deelnemers.
Vertrouw op ons
Duur ± 10 minuten / de hele groep
De groep wordt in kleine kringen verdeeld van ongeveer acht deelnemers. Eén deelnemer gaat in het midden staan en de anderen staan er in een kleine cirkel omheen, met hun rechterbeen naar voren en hun linkerbeen naar achteren. De persoon in het midden gaat zich laten vallen en wordt opgevangen door de groep. Degene die zich laat vallen wordt altijd door vier personen tegelijk opgevangen. De vangers raken de persoon die valt bij de rechter- en linker schouder en duwen de persoon zachtjes naar het midden. Naar gelang er meer vertrouwen is kun je variëren in afstand en snelheid, zonder de veiligheid uit het oog te verliezen.
Effect van de dynamiek: het is een fysieke vertrouwensoefening. De deelnemers moeten samenwerken en zich kunnen inleven in de persoon in het midden en alert zijn. Daarnaast worden alle deelnemers aangesproken op een mate van zelfcontrole. Degene die in het midden staat moet op de anderen vertrouwen. Maar alle deelnemers moeten op zichzelf vertrouwen individueel en als groep.
Vierkantje ademenen
Duur ± 3-5 minuten / de hele groep
De docent leert deze oefening aan de deelnemers. Zodra ze hem kennen kan de docent de deelnemers de oefening zelfstandig laten gebruiken indien van toepassing. De docent kan ook een voor een deelnemers aanwijzen om de leiding te nemen in de groep. Gebruik eventueel een afbeelding van een vierkant als visuele ondersteuning.
We gaan ademen in een vierkant. Iedereen kiest voor zichzelf hoeveel tellen hij/zij de adem gaan inhouden. Kies om te beginnen drie of vier tellen. Zeker niet langer. Het is geen wedstrijd.
De eerste zijde van het vierkant adem je in terwijl je tot drie telt. De docent telt tot drie en de deelnemers ademen in. Nu houden jullie je adem drie tellen vast. Vervolgens ademenen jullie in drie tellen uit. Daarna blijf je drie tellen lang leeg, dat wil zeggen je ademt niet in.
Daarna herhaalt het vierkant zich weer.
Als drie tellen niet comfortabel is kan je het ook twee tellen doen. Of als drie tellen heel makkelijk is kun je ophogen tot vier tellen of vijf. Het is wel de bedoeling dat het gemakkelijk is. Het is zeker niet de bedoeling dat het een uitdaging is met jezelf of anderen.
De dynamiek beïnvloedt: het verleggen van aandacht. Door zowel de aandacht te richten op ademen en tellen stoppen de gedachten en komt er rust
Vier soorten muziek
Duur ± 10 minuten / de hele groep
De docent heeft vier soorten muziek meegenomen (bijvoorbeeld klassiek,
hardrock, pop en Afrikaanse muziek). De deelnemers gaan op alle muzieksoorten
bewegen en geven daarna aan van welke muzieksoort zij het meeste energie hebben
gekregen.
Deze dynamiek heeft tot doel dat de deelnemers zich bewust worden van
‘energie’, een beeld kunnen vormen bij dit woord en hun eigen energie gaan voelen.
Om vrij te bewegen op muziek heb je een gevoel voor ritme nodig, lef, creativiteit en
fysiek bewustzijn.
Er zijn veel verschillende oefeningen te vinden, we noemen hier een aantal suggesties:
- De site van het NLP college biedt diverse bewustwordingsoefeningen.
- Het pedagogische Bres spelenboek van uitgeverij Kosmos biedt een grote variëteit aan spelen.