Bereid proef
Proef op de som
De docent vraagt de deelnemers kort op te schrijven of te vertellen (afhankelijk van het niveau) hoe en wanneer ze aan de slag willen gaan met de uitkomsten van het drieluik. Kijk naar je ervaringen en naar de nieuwe kennis en vaardigheden die zijn besproken en/of geoefend. Maak je bewust wat je wilt behouden en waarmee je nu verder kunt gaan oefenen in het leven van alledag.
Word je bewust dat je voortaan altijd iets kunt aanpassen. Vertaal je wensen naar kleine doelen die bereikbaar zijn.
Stel jezelf vragen als:
- Wat wil je bij het oude houden en waar denk je nu anders over?
- Is er iets wat je bedacht hebt als je kijkt naar alles wat je hebt gehoord, gelezen en meegemaakt, waar je in de toekomst mee wil gaan experimenteren?
- Welke vaardigheden en/of instrumenten heb je tot je beschikking en hebben anderen tot hun beschikking?
- Is er iets wat je anders had willen doen of ervaren? Wat kan je daar aan doen in een nieuwe toekomstige situatie?
De docent houdt in de gaten dat het gaat om bereikbare, bescheiden geformuleerde activiteiten. Vervolgens kan er een periode afgesproken worden dat de deelnemers met hun eigen gekozen en geplande activiteit gaan experimenteren, waarna er gekeken gaat worden hoe de uitvoering in de praktijk bevalt. Dan is er een moment van geplande evaluatie en reflectie. Mocht het nodig zijn kan de docent het proces altijd tussentijds aandacht geven.