Sjabloon

Fysiek

Fysieke oefeningen & Spel


Hieronder staan een aantal fysieke oefeningen die kunnen dienen als inspiratie voor de oefeningen waarmee een les begint. Tegelijkertijd zijn een aantal van deze oefeningen in te zetten om leerlingen tussendoor te laten ontspannen, opladen en focussen.

Doordat de oefeningen bekend zijn en ingetraind hebben de leerlingen ze als het ware in hun gereedschapskist en kunnen ze er ook zelf mee aan de slag. Zo kunnen ze ervaren dat ze ook zelf controle kunnen hebben over hoe ze hun eigen energie niveau en concentratie kunnen managen.

De ballon
Duur ± 10 minuten / de hele groep

De begeleider gaat de deelnemers begeleiden in het langzaam groter maken van het lichaam (en stem). De begeleider gebruikt daarbij als visualisatie een ballon. Een deelnemer blaast de ballon langzaam op en de begeleider begint liggend op de grond en wordt steeds groter. Deze dynamiek wordt een aantal keer door de groep uitgevoerd. De begeleider kan de ballon langzaam of snel leeg laten lopen zodat de deelnemers weer op de grond liggen.

De dynamiek beïnvloedt: een deelnemer traint hierbij zijn motorische vaardigheden, zoals balans, bewustzijn van de verschillende bewegingsmogelijkheden van de afzonderlijke lichaamsdelen en isolatie van lichaamsdelen (zelfcontrole van het lichaam). Als variatie kunnen zij hun stem erbij gebruiken.

Dobbel Associatie
Duur ± 15 minuten / de hele groep

Elk groepje van zes deelnemers doet zes korte associaties. Elk groepje heeft een dobbelsteen en een set van zes kaartjes met drie zinnen die nog afgemaakt moeten worden. Hierbij kun je denken aan zintuiglijke zinnen en actieve zinnen. Bijvoorbeeld iemand gooit drie en kan kiezen uit de volgende opties: ‘Ik sta op het punt...’, ‘Wat ruikt dat...’, ‘Zij wilden net...’. Zo zijn er per spel 6x3=18 startzinnen. Eén deelnemer schrijft het verhaal op. Aan het einde lezen de groepjes het resultaat aan elkaar voor. Als je het als docent voorbereidt kun je elk groepje dezelfde zinnen geven. Variant 1: iedere deelnemer maakt voor de nummers 1 t/m 6 van de dobbelsteen een startzin. Daarna worden de zinnen in het groepje gebruikt door de bedenker zelf of door ze een plek op te schuiven. Variant 2: Per getal staan er drie steekwoorden op het blaadje. Je kiest er één om een zin mee te maken. Daarna gooit de volgende uit de groep en vervolgt het verhaal op dezelfde wijze.

De dynamiek beïnvloedt: theatraliteit en kan daarmee de inleving en creativiteit te vergroten. Uit handen geven en ervaren dat anderen kunnen aanvullen. Ervaren van de creativiteit van anderen en kunnen aansluiten.

Donna Eden - Spinal Flush
Duur ± 10 minuten / de hele groep

Deze oefening kun je alleen samen met iemand doen. De docent organiseert de leerlingen in teams van twee. Nummer een leunt met zijn handen tegen de muur. Nummer twee masseert met zijn duimen vanaf de nek langs beide kanten van de ruggengraat tot aan het stuitje de rug van nummer een. Dit herhaalt nummer twee drie keer. Aan het einde veegt zij met zijn handen langs dezelfde weg van boven naar beneden over de ruggengraat heen. Daarna wisselen en hetzelfde nog een keer doen.

De dynamiek stimuleert samenwerking; kalmeert irritaties en vermindert opgebouwde stress.

Donna Eden - Oefening Wayne Cook
Duur ± 5 minuten / de hele groep
  • Zit rechtop. Plaats je linkervoet over je rechterknie. Houd je linkerenkel vast met je rechterhand en je linkervoet met je linkerhand;
  • Adem rustig in via je neus. Laat de inademing je lichaam een beetje omhoog tillen terwijl je met beide handen je been naar je lichaam toe strekt. Adem langzaam uit via je mond. Herhaal 5 keer;
  • Wissel van voet en herhaal het hele proces nog een keer;
  • Zet je benen weer naast elkaar. Plaats je vingertoppen op elkaar en plaats je duimen tussen je twee wenkbrauwen;
  • Adem langzaam in en uit door je neus. Herhaal 4 keer. Op een uitademing spreid je je duimen langzaam en duw je de huid van je voorhoofd naar de zijkant.


Effect van de dynamiek: kalmeert innerlijke onrust, zorgt dat je beter kan focussen, maakt dat je beter kunt leren. Maakt je rustiger als je zenuwachtig bent voor een presentatie of andere prestatie.

Gericht luisteren en observeren I
Duur ± 10 minuten / de hele groep

Stap 1: De docent deelt de groep in twee. De ene helft gaat luisteren naar geluiden in de ruimte en de andere helft observeert degenen die luisteren. De instructie voor degenen die luisteren is dat ze met hun arm aangeven uit welke richting het geluid komt dat ze horen. Dit doen ze twee minuten en de laatste minuut met de ogen dicht. De instructie voor degenen die observeren is dat ze kijken naar de anderen. Daarna vraagt de docent wat de luisteraars hebben ervaren en wat de observeerders hebben kunnen zien. Vervolgens draaien de rollen om. Mocht er meer tijd beschikbaar zijn en ruimte: herhaal deze oefening dan buiten. Stap 2: (als er meer tijd voorhanden is) geef alle deelnemers de instructie zich terug te trekken op een plek naar keuze buiten of binnen waar ze gaan registreren wat ze horen. De registratie kan zijn met woorden, tekens, beeld etc. Hoe je maar wilt. Nabespreken.

De dynamiek beïnvloedt: bewust horen en ervaren, onderscheid maken, selecteren, rust, hertalen van geluid, puzzelend denken.

Gericht luisteren en observeren II
Duur ± 40 minuten / de hele groep

De docent maakt tweetallen. De nummers 1 gaan de nummers 2 leiden tijdens een wandeling van 15 minuten. De nummers 2 hebben hun ogen gesloten tijdens de wandeling. De nummers 1 houden hun partner licht vast, ondersteunen hen wel indien nodig, bij de arm Bepaal in je tweetal welke kant het beste aanvoelt. Dit kan nummer 1 doen door even naast nummer 2 te gaan staan eerst links, dan rechts en te vragen welke kant beter voelt. Dit kan nummer 1 herhalen zodat nummer 2 de tijd krijgt om het te ervaren en te kiezen. Nu gaat nummer 1 nummer 2 leiden langs geluiden om hen heen. Je spreekt niet met elkaar. Als je wilt dat degene die je begeleidt nauwkeurig luistert kun je dat aangeven met: zoom in, en als je wilt dat het luisteren breder wordt, zoom out. Maar niets zeggen en rustig begeleiden kan heel goed. Daarna draaien de rollen om.

De dynamiek beïnvloedt: vertrouwen in elkaar, verantwoordelijkheid nemen, creativiteit, concentratie, luisteren aanscherpen, selectie oefenen, nauwkeurig, ervaren van andere zintuigen.

Improvisatie spel: En dan...
Duur ± 10 minuten / de hele groep

De docent staat in het midden en de deelnemers vertellen om de beurt welke situatie de docent speelt. Bijvoorbeeld: een deelnemer zegt: ‘de docent is aan het etsen’. Daarna beeldt de docent uit dat hij aan het etsen is. Een andere deelnemer zegt dat de docent over een spijker heen etst. De docent beeldt uit hoe dat gaat. Zo kan de docent een heel avontuur meemaken en verbeelden, zowel in woord als gebaar. De docent kan daarna één of twee andere deelnemers vragen om het ook te doen.

De dynamiek beïnvloedt: kwetsbaar zijn omdat je jezelf aan de groep toevertrouwt, de deelnemers moeten zich inleven in de ontstane situatie, verantwoordelijkheid nemen, hun fantasie gebruiken en samenwerken. Het leiderschap gaat vaak op een natuurlijke manier over van de docent op de deelnemers.

Pim Pam Pet
Duur ± 5 minuten / de hele groep

Iedereen staat in de kring. De woorden Pim-Pam-Pet worden uitgesproken door drie personen die rechts van elkaar staan in de kring. Nummer 1 zegt Pim, nr. 2. Pam etc. Elk van de drie wijst met zijn arm naar een ander in de groep terwijl hij zijn woord zegt. De eerste twee, de Pim en de Pam, gelden als afleiders in het spel. Deze twee richten zich tot twee anderen die denken dat zij worden aangesproken zoals in normale communicatie, maar dat is niet het geval. Degene die het woord Pet en het handgebaar gebruikt geeft als het ware de woorden naar een andere plek in de kring. Als je aangesproken en aangewezen bent met het woord Pet betekent dat, dat jij gaat beginnen met het woord Pim. En dan volgt degene rechts van je met Pam en daarna zijn rechterbuur met Pet.

De dynamiek beïnvloedt: aandacht en focus.

Vierkantje ademenen
Duur ± 3-5 minuten / de hele groep

De docent leert deze oefening aan de deelnemers. Zodra ze hem kennen kan de docent de deelnemers de oefening zelfstandig laten gebruiken indien van toepassing. De docent kan ook een voor een deelnemers aanwijzen om de leiding te nemen in de groep. Gebruik eventueel een afbeelding van een vierkant als visuele ondersteuning.
We gaan ademen in een vierkant. Iedereen kiest voor zichzelf hoeveel tellen hij/zij de adem gaan inhouden. Kies om te beginnen drie of vier tellen. Zeker niet langer. Het is geen wedstrijd.
De eerste zijde van het vierkant adem je in terwijl je tot drie telt. De docent telt tot drie en de deelnemers ademen in. Nu houden jullie je adem drie tellen vast. Vervolgens ademenen jullie in drie tellen uit. Daarna blijf je drie tellen lang leeg, dat wil zeggen je ademt niet in.
Daarna herhaalt het vierkant zich weer.
Als drie tellen niet comfortabel is kan je het ook twee tellen doen. Of als drie tellen heel makkelijk is kun je ophogen tot vier tellen of vijf. Het is wel de bedoeling dat het gemakkelijk is. Het is zeker niet de bedoeling dat het een uitdaging is met jezelf of anderen.

De dynamiek beïnvloedt: het verleggen van aandacht. Door zowel de aandacht te richten op ademen en tellen stoppen de gedachten en komt er rust


Er zijn veel verschillende oefeningen te vinden, we noemen hier een aantal suggesties:

  • De site van het NLP college biedt diverse bewustwordingsoefeningen.
  • Het pedagogische Bres spelenboek van uitgeverij Kosmos biedt een grote variëteit aan spelen.