Verlangen KV
Onderzoeken en Verdiepen
Les: Waar je verlangen nog niet is uitgedoofd
In de les Verlangen is de keuze gemaakt om naast de roman Figuranten of Huid en Haar aandacht te besteden aan de dialoog. Er zijn verschillende opdrachten mogelijk. De docent kan een eigen selectie maken.
Dialogen opvangen
Duur: 1 uur in de klas en thuis afmaken – Individueel of team
De dialogen die de deelnemers hebben opgenomen kunnen de deelnemers via een koptelefoon afluisteren. De docent vraagt de deelnemers uit de dialogen die ze op hebben genomen een verhaal op te bouwen. Dit verhaal is niet lang maar de uitgesproken zinnen samengevat in een bepaalde volgorde samen vertellen een verhaal. Wat kun je doen met het geluidsmateriaal? De docent begeleidt een brainstorm.
Als de deelnemers klaar zijn kan de compilatie van geluidsfragmenten aangeboden worden aan een lokaal radiostation of via het internet als podcast.
Voorbereiden
- De docent stelt zeker dat alle deelnemers een telefoon en een variant van koptelefoon tot hun beschikking hebben;
- De docent gaat na wie van de deelnemers geluidsfragmenten kan editen op zijn/haar telefoon, iPad, computer;
- De docent zorgt voor een box om de geluidsfragmenten af te kunnen spelen in de klas.
Huiswerk
- De docent vraagt de deelnemers een week de tijd te nemen om goed te luisteren naar gesprekken in hun omgeving. Sommige gesprekken kunnen ze opnemen. Vergeet niet toestemming te vragen aan de mensen die opgenomen gaan worden.
De dialoog - Drie varianten
Duur: ± 20 minuten – Individueel, tweetallen of groep
De deelnemers hebben dialogen meegebracht. Zie het huiswerk na de activiteiten van vragen en ordenen.
1. Willekeurige dialoog
De deelnemers krijgen de opdracht om kort onder woorden te brengen hoe de dialoog voor hen werkt en wat hun opvalt nu ze hebben gehoord wat de kenmerken zijn van een dialoog en hoe die gebruikt kunnen worden in een tekst. De docent kan ervoor kiezen hen dit eerst op te laten schrijven en vervolgens te laten bespreken in hun tweetal of het direct in het tweetal te bespreken. Het tweetal schrijft samen twee opmerkingen op die ze hebben. Nu reikt de docent ze een dialoog uit de gelezen roman uit. De deelnemers lezen de dialoog in hun team. Ze gaan kijken wat hun opvalt. Zijn er overeenkomsten met de dialogen die ze zelf uitkozen? Wat zijn de verschillen? Later krijgt ieder team de gelegenheid hun opmerkingen te presenteren aan de groep. De regie houdt de docent strak door van iedere stapje de tijd aan te geven middels een geluid.
2. Literaire dialoog
2a. Een meegebrachte dialoog
De deelnemers hebben een dialoog gekozen uit de roman die ze hebben gelezen. Ze gaan in tweetallen deze dialoog met elkaar bespreken. Aan de hand van de voorbereide kennis door de docent over het gebruik van de dialoog in literaire teksten gaan ze met elkaar bespreken hoe de gekozen dialogen zijn opgebouwd en hoe deze dialogen werken in de tekst.
2b. Drie gekozen dialogen
De deelnemers hebben ieder drie dialogen uitgekozen en zelfstandig tijdens de huiswerkopdracht onderzocht wat de verschillen zijn. In hun tweetal gaan ze hun bevindingen delen. Ze kiezen een dialoog uit die ze samen een nieuwe context geven en uitbreiden.
Waar de docent kan aansluiten geeft hij/zij meer achtergrond over het gebruik van dialogen in een literaire of andere tekst.
Voorbereiden
- De docent bedenkt vragen voor de deelnemers om ze aan te zetten tot het denken over de meegebrachte dialogen;
- Kaartjes om zinnen op te schrijven;
- Kleurpotloden of stiften;
- Drieluik-antwoordblad: indeling linkerzijde. Als er ruimte tekort is, kan er een extra zijde worden aangehecht;
- Hand-out of presentatie met informatie op het niveau van de leerlingen over de dialoog.
Huiswerk
- De docent vraagt de deelnemers een interview dat ze aanspreekt uit te kiezen en mee te brengen.
Intermezzo
Aan het einde van deze opdrachten is het raadzaam om met de deelnemers tussendoor een korte fysieke oefening te doen – het intermezzo.
Het kan een korte herhaling zijn van een van de oefeningen uit de opmaat of een ademhalingsoefening. Suggesties hiervoor staan bij Fysieke activiteit.
Het doel is de deelnemers na een meer cognitieve inspanning te ontspannen.