Verlangen VO
Vragenstellen en ordenen
De docent maakt tweetallen. Bij het maken van teams daarna kan de docent ervoor kiezen de niveau's de mengen. De overweging is dat de verschillen in gesprek overbrugbaar moeten zijn in de teams. In principe werken de deelnemers samen en is het overbruggen van lees- en begripsniveau mits niet te uiteenlopend een mooie oefening in sociale vaardigheden.
Kennis activeren door vragen (Duur ±10 tot 15 minuten)
De docent vraagt de deelnemers in hun teams vragen te formuleren over de tekst die ze hebben gelezen, activeringsvragen. Iedere vraag is valide, ieder team formuleert twee vragen en schrijven ze op twee lossen kaartjes. Ook sturen de leerlingen hun vraag via hun telefoon of tablet in op het Digibord. Alle vragen worden verzamelt in een 'hoge hoed', een at random trekking. Vervolgens trekt iedere deelnemer een vraag terug en gaan de deelnemers in hun tweetal in overleg de vragen beantwoorden.
De docent gaat de vragen onderbrengen in een schema en kan nu ook andere vragen toevoegen die hij/zij aan de orde wil laten komen.
De keuze voor het schema (woordspin bijvoorbeeld) maakt de docent in eerste instantie. Later kunnen ook de deelnemers voorstellen hoe ze gegevens in een schema willen onderbrengen in overleg met de docent. Uit de vragen blijkt hoe de leerlingen de tekst gelezen hebben. Waar gaat hun belangstelling naar uit? Wat begrijpen ze al wel en waar is het nog niet helemaal duidelijk?
Extra (Duur ±10 tot 15 minuten)
De rubrieken waarin de docent kiest te ordenen bepaald welke aspecten van de gelezen roman aandacht krijgen. In deze les hebben de deelnemers de roman Figuranten gelezen of misschien Huid en Haar. Vanuit het aspect verlangen kunnen de deelnemers voor ieder karakter of een gekozen karakter aangeven wat het verlangen van dit karakter is in de roman of het gelezen fragment. Dit schrijft iedere deelnemers op een blaadje. De docent maakt een rondje in de klas en vraagt iedere deelnemer voor te lezen wat zij/hij heeft opgeschreven. Juist de diversiteit aan antwoorden laat zien hoe verschillend er gelezen kan worden of dat er juist ook punten zijn van overeenstemming.
Voorbereiden
- papier A6 formaat
Huiswerk
De docent biedt de deelnemers extra informatie over de dialoog (of laat dit opzoeken, werkvorm die wordt gekozen is afhankelijk van het niveau van de deelnemers).
Afhankelijk van de verdiepingsfocus kan de docent een gerichte thuisopdracht geven afhankelijk van het niveau.
- Soms is het goed te starten bij de focus alleen. De docent vraagt de deelnemers om op zoek te gaan naar een dialoog. Het mag van alles zijn.
- Of de docent vraagt de deelnemers een dialoog in de gelezen tekst, roman uit te zoeken.
- Bij een moeilijkere opdracht vraagt de docent de deelnemers uit de gelezen roman drie verschillende dialogen te selecteren die hen aanspreken.