Opmaat BV1

naar hoofdmenunaarnaarnaarnaarnaarnaarnaar Fysieke activiteitnaar Vertellen en luisterennaar Vragen stellennaar RedigerennaarBV1.jpeg

Opmaat en Intermezzo bij de les 1 Fruit


De ruimte (Duur ± 2 minuten / de hele groep)

De stoelen staan in een kring. Iedereen zit.


Energieke Dynamiek (Duur ± 5 minuten / de hele groep)

Fruitspel
Alle deelnemers zitten in de kring en er is één stoel minder en op die plek staat een persoon. De eerste keer is dit de docent. Alle deelnemers krijgen een naam van vier verschillende fruitsoorten. Bijvoorbeeld: Appel, peer, banaan en aardbei. Vier fruitsoorten bij een groepsgrootte van 20 (bij iedere 5 deelnemers meer een andere fruitsoort toevoegen). De staande persoon noemt een fruitsoort. De deelnemers met die naam wisselen van stoel. Je mag niet meer terug naar je eigen stoel. De staande persoon gaat ook zitten op een van de vrijgekomen stoelen. Degene die nu overblijft zonder stoel is degene die op zijn beurt een naam van een fruitsoort roept. Bij het woord fruitmand loopt iedereen. Je kunt het spel ook variëren door twee of drie fruitsoorten te noemen.

Energie, fysieke alertheid, concentratie, groepsdynamica en ontspanning/ plezier

Dynamiek passend bij het onderwerp (Duur ± 2x 10 minuten / de hele groep)

Spel 1
De docent start als voorbeeld met een beschrijving van een vrucht. De naam van de vrucht wordt niet genoemd, alleen de kenmerken van het fruit worden beschreven. De groep raadt. Degene die het goede antwoord geeft, krijgt de beurt om te beschrijven en wordt dan de leider. Afhankelijk van het sociale vermogen van de klas laat je ze roepen of geef je ze de beurt. Degene die beschrijft is de leider.

Spel 2
Een persoon wordt geblinddoekt en proeft een stukje fruit en beschrijft wat hij proeft. De kernwoorden worden op het bord geschreven. Daarna proeft iedereen hetzelfde fruit en kunnen er extra woorden worden toegevoegd. Een aantal leerlingen geeft een beschrijving.

Variant
je kunt ook niet aangesneden fruit onder een doek leggen. Eén iemand wordt geblinddoekt. Hij kiest een stuk fruit en beschrijft wat hij voelt. (mag niet meteen zeggen wat het is)

Ontwikkelen van waarneming en taligheid

Fysieke activiteit - Intermezzo indien nodig (Duur ± 3-5 minuten / de hele groep)

Vierkantje ademenen
De docent leert deze oefening aan de deelnemers om hem te kunnen gebruiken als een soort tussenoefening om rustig te worden en weer opnieuw de aandacht te kunnen richten. Zodra ze hem kennen kan de docent de deelnemers de oefening zelfstandig laten gebruiken indien van toepassing. De docent kan ook een voor een deelnemers aanwijzen om de leiding te nemen in de groep. Gebruik eventueel een afbeelding van een vierkant als visuele ondersteuning.
We gaan ademen in een vierkant. Iedereen kiest voor zichzelf hoeveel tellen hij/zij de adem gaan inhouden. Kies om te beginnen drie of vier tellen. Zeker niet langer. Het is geen wedstrijd.
De eerste zijde van het vierkant adem je in terwijl je tot drie telt. De docent telt tot drie en de deelnemers ademen in. Nu houden jullie je adem drie tellen vast. Vervolgens ademenen jullie in drie tellen uit. Daarna blijf je drie tellen lang leeg, dat wil zeggen je ademt niet in.
Daarna herhaalt het vierkant zich weer.
Als drie tellen niet comfortabel is kan je het ook twee tellen doen. Of als drie tellen heel makkelijk is kun je ophogen tot vier tellen of vijf. Het is wel de bedoeling dat het gemakkelijk is. Het is zeker niet de bedoeling dat het een uitdaging is met jezelf of anderen.

Verleggen van aandacht. Door zowel de aandacht te richten op ademen en tellen stoppen de gedachten en komt er rust