EE To

naar hoofdmenunaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarnaarT3 v2.jpeg

Kennis - Eigen Ervaring - Actie

Inzicht in je loopbaan-oriëntaties


Vooraf
Duur: ± 2 minuten/ Hele groep

De deelnemers zitten in een kring.
De omgangsvormen kan de trainer indien nodig nog een keer bespreken:

  • degene die aan het woord is wordt niet onderbroken;
  • vragen kunnen na het vertellen worden gesteld;
  • geen commentaar op elkaar.

Buiten de kring staan eventueel tafels om later aan te gaan schrijven als dat zo uitkomt of er worden clipboards gebruikt.


Eigen Ervaring vertellen en schrijven

Duur: ± minimaal 40 minuten/ Hele groep


Eigen Ervaring vertellen

Duur: ± 5-7 minuten/ Hele groep
Instructie

De trainer start en vertelt over een keer dat hij/zij een bewuste keuze maakte (op het gebied van persoonlijke groei, of werk of school) in de hoop dat die in de toekomst van waarde zou zijn. De deelnemers krijgen de gelegenheid – verduidelijkingsvragen te stellen. Dat wil zeggen vragen over iets waar ze meer over willen weten of wat ze nog niet helemaal duidelijk is.

Daarna stelt de trainer de verbindingsvraag: of er deelnemers zijn die willen vertellen over een keer dat ze een bewuste keuze maakte (op het gebied van persoonlijke groei, of werk of school) in de hoop dat die voor hen in de toekomst van waarde zou zijn.

In de vertelkring komen hooguit twee deelnemers aan de beurt, het is bedoeld als voorbeeld en als opwarmer, en het is voor de vertellers bovendien een goede oefening.
Een manier om het vertelproces bij te sturen is het inzetten van extra vragen om het onderwerp te verbreden of toe te spitsen.

Als de trainer merkt dat sommige deelnemers nog geen aansluiting hebben kan zij/hij over een tweede ervaring vertellen, waarbij een andere kant van het onderwerp belicht wordt. Het zo aanbieden van diverse invalshoeken creëert ruimte en kan de deelnemers op ideeën brengen. Op deze manier kan de trainer het vertellen laagdrempeliger maken voor de deelnemers.

Voorbereiden
  • De trainer bereidt zijn eigen ervaring en de verbindingsvraag voor.
  • De trainer bedenkt van tevoren invalshoeken die passen bij het onderwerp waarmee de deelnemers vervolgens aan de slag gaan.

Lijstje maken en kiezen

Duur: ± 5 minuten/ Hele groep
Instructie

De trainer vraagt de deelnemers om zich verschillende ervaringen te herinneren waarbij ze een bewuste keuze maakten (op het gebied van persoonlijke groei, werk of school) in de hoop dat die voor hen in de toekomst van waarde zou zijn.

Het gaat om twee of drie ervaringen die ze zich herinneren. Daar maken ze een lijstje van met één woord als aanduiding. Het lijstje is privé. Ze kiezen één ervaring uit waarbij ze zich comfortabel voelen om hem te delen met de groep en die ze zich helder voor de geest kunnen halen.

Voorbereiden
  • Elke deelnemer krijgt een A6-je (zonder lijntjes).
  • Eén zwarte pen per deelnemer.

Twee aan twee vertellen

Duur: ± 6 á 10 minuten/ Hele groep
Instructie

De trainer verdeelt de deelnemers in teams van twee en geeft aan welke deelnemer nummer één is en welke deelnemer nummer twee. Bij een oneven aantal deelnemers is er één groepje van drie. Dan gaan de teams aan de slag. De nummers één vertellen hun gekozen ervaring aan de nummers twee. De nummers twee luisteren en stellen hun vragen pas aan het einde. Dat is van belang, want het is geen gesprek maar een verbale oefening voor het schrijven.
Als de trainer ziet dat deelnemers moeite hebben met vragen stellen kan hij/zij aangeven hoeveel vragen de luisteraar gaat stellen. Soms blijkt dat het nodig is om eerst nog even aandacht te besteden aan wat voor een soort vragen er gesteld kunnen worden.

Na een vooraf vastgestelde tijd (3 à 5 minuten) en een afgesproken sein (klappen in handen, een belletje etc.) draaien de rollen om en luisteren de nummers één en vertellen de nummers twee. Het eventuele groepje van drie kan iets meer begeleiding en tijd nodig hebben. Om de aandacht te focussen noemt de begeleider kort de volgende punten:

  • Stel vragen ter verduidelijking; wat was nog niet helder?
  • Vraag door over iets waar je nog meer over wilt weten.
  • Stel minimaal één vraag over zintuiglijke waarnemingen (ruiken, zien, horen, voelen, proeven).


De trainer kan ook aangeven dat de deelnemers elkaar minimaal twee à drie open vragen gaan stellen.

Om de deelnemers in gevarieerde tweetallen te laten werken kan de trainer de deelnemers bij het binnenkomen of voorafgaand aan deze activiteit bijvoorbeeld gekleurde papiertjes laten trekken, waarna degenen met dezelfde kleur samen een team vormen. Een andere manier is deelnemers met opeenvolgende verjaardagen dezelfde schoenmaat of alfabetisch op naam samen te laten werken. En zo meer...

Voorbereiden

Een belletje of een ander instrument dat geluid maakt.


Na het vertellen over hun eigen ervaring gaan de deelnemers schrijven. Eerst schrijven ze een kladversie. Nadat de kladversie is geschreven, heeft de trainer de keuze om de bijeenkomst te onderbreken. De verhalen van de deelnemers staan nu op papier en kunnen niet meer verloren gaan. Na het redigeren, schrijven de deelnemers hun tekst in het net op het antwoordblad.

Kladversie schrijven

Duur: ± 5 minuten/ Individueel
Instructie

Schrijf nu je verhaal op zoals je het aan je teamgenoot hebt verteld. Je gaat na of je de dingen die je vertelde naar aanleiding van de vragen van je gesprekspartner ook in je verhaal kunt opnemen. Dit wordt de eerste versie van je tekst. Als je vragen hebt, laat het de trainer even weten.

Tekst in het net schrijven

Duur: 15 tot 60 minuten, afhankelijk van de redactievorm

Allereerst wordt er gekozen voor een vorm om de eerste versie van de teksten te redigeren. De diverse vormen staan onder de knop ‘redigeren’ in het menu.

Instructie

Nu je weet hoe je je tekst kunt verbeteren, schrijf je je tekst nog een keer op. Je schrijft de netversie op het antwoordblad of op het speciaal daarvoor uitgereikte papier.* Schrijf je tekst nu precies onder het kader. Neem alle suggesties voor verbeteringen mee. Dit is de laatste versie van je tekst. Als je vragen hebt, laat het de trainer even weten.**.

Het effect van de oefening: In het net schrijven is een training in precisie: het reflecteren op de kladversie, het verbeteren van woorden en zinsopbouw, het exact weergeven en het oefenen van de fijne motoriek. Het vergt concentratie op allerlei niveaus. De verhalen van de schrijvers krijgen zo de aandacht die ze verdienen.

* Het papier waarop de tekst in het net geschreven wordt, hangt af van de presentatievorm. Het kan een drieluik-antwoordblad zijn of een pagina voor in een boekje.

**Afhankelijk van de zelfstandigheid van de groep kan de trainer rondlopen of kiezen voor een vaste plek.



Kennis - Tien oriëntaties op een rij.

Deel I, II en III

Duur: ± 20-25 minuten / Hele groep
Instructie deel I - ± 5 minuten / Hele groep

Iedereen heeft thuis de literatuur gelezen. Op ‘het bord’ staan de tien oriëntaties op een rij naast elkaar. Elke deelnemer krijgt post-its met statements erop. Elk statement representeert een bepaalde oriëntatie. Men plakt de post-its bij de bijbehorende oriëntatie. Zo krijgen we een overzicht van de kenmerken die bij elke oriëntatie horen. Aan de hand hiervan worden ze besproken. Er is tijd om eventuele vragen te behandelen die de deelnemers thuis hebben opgeschreven tijdens het lezen over de loopbaanoriëntaties.

Instructie deel II - ± 10 minuten / Tweetallen

Bespreek met je partner welke drie loopbaanoriëntaties het beste bij ieder passen. Haal de vragenlijstscore en de kernwoorden uit het interview erbij. Welke vragen roepen deze op? Sla zo nodig de literatuur erop na om deze vragen te beantwoorden. De trainer loopt rond om eventuele vragen samen te bespreken. Het is niet erg als je er nog niet helemaal uitkomt, soms moet je het even in de week leggen en vallen de puzzelstukjes later op hun plek. Het is een proces.

Instructie deel III - ± 10 minuten / Individueel

Besluit voor nu op welk(e) oriëntatie(s) je voorlopig uitkomt (maximaal drie). Hoe herken jij jezelf in die oriëntatie(s)? Kijk naar dit moment in je leven: hoe het nu voor jou is. De trainer benadrukt dat oriëntaties fluïde zijn en kunnen verschuiven met de tijd. Het resultaat van dit proces noteer je aan de linkerkant van je drieluik-antwoordblad.


Intermezzo - Loopmeditatie
Duur: ± 5 minuten / Hele groep

Om even te ontspannen kunnen de deelnemers nog een keer de loopmeditatie doen.

Instructie

Loop met de klok mee of tegen de klok in heel langzaam in de kring met kleine stapjes, je blik zacht vooruit. Voel je voeten in de grond zinken, voel het gewicht van je voeten in de grond. Voel hoe je gewicht zich verplaatst. Van de hiel van je voet via het middelste gedeelte naar de bal van je voet, naar je tenen. Voel hoe deze delen contact maken met de grond. Stil staan en waarnemen: Hoe voelt je lichaam? Hoe voelt de grond onder je lichaam? Is er iets veranderd? Hoe is het veranderd? Iedere deelnemer vertelt kort wat hij/zij heeft waargenomen.

Effect van de oefening: zintuigen bewust waarnemen, voelen


Actie - welke oriëntatie(s) passen bij mij?

Duur: ± 20 minuten / Individueel
Instructie

Schrijf een kort stukje over jezelf waarin je jezelf voorstelt, met inachtneming van je belangrijkste oriëntaties (maximaal drie). Dit is een persoonlijk, uniek stukje: het hoeft niet 100 procent overeen te komen met de info die je leest over de oriëntaties. Je mag ook de woordspinnen en de enveloppen die je in sessie 1 hebt gemaakt en gekregen erbij pakken, en de opgeschreven antwoorden in jouw interview. Dus alle verzamelde info over jouzelf.


Voorbereiding
  • Clipboards indien daarvoor gekozen wordt;
  • A6 papier;
  • Zwarte pennen;
  • Antwoordblad;
  • Belletjes of een ander instrument dat geluid maakt;
  • Bord of flip-over.