Ex VO
Vragen stellen en ordenen
Les: Waar de mannen van je ex je leven komen vervolmaken
De docent maakt eerst tweetallen. De docent kan bij het maken van de duo’s ervoor kiezen de niveaus te mengen. Houd er wel rekening mee dat de verschillen in gesprekniveaus overbrugbaar moeten zijn. In principe werken de deelnemers samen en is het overbruggen van lees- en begripsniveau – mits niet te uiteenlopend – een mooie oefening in sociale vaardigheden.
Kennis activeren door vragen te stellen
Duur: 10 á 15 minuten - Teams
De docent vraagt de deelnemers in hun tweetallen vragen te formuleren over de brieven of brief die ze hebben gelezen, activeringsvragen. Iedere vraag is valide. Elk duo formuleert twee vragen en schrijft ze op twee losse kaartjes. Ook sturen de deelnemers hun vragen in via hun telefoon of tablet, zodat ze op het Digibord verschijnen. Alle vragen worden verzameld in een ‘hoge hoed’, waaruit de deelnemers willekeurig een kaartje trekken. Zo krijgt iedere deelnemer een vraag terug en gaan de deelnemers in hun tweetal overleggen over de antwoorden.
De docent brengt de vragen onder in een schema en kan hier ook andere vragen aan toevoegen die hij/zij wil behandelen. Bijvoorbeeld: Is een e-mail een brief? Wat is het verschil? Kunnen we een overzicht maken van de diverse communicatievormen die we nu gebruiken, zoals e-mail, sms en Whats-App? Welke rol kan de brief innemen tussen deze vormen? In eerste instantie kiest de docent het schema, bijvoorbeeld een woordspin. Later kunnen ook de deelnemers zelf een schema kiezen in overleg met de docent.
Uit de vragen blijkt hoe de deelnemers de tekst gelezen hebben: Waar gaat hun belangstelling naar uit? Wat begrijpen ze al wel en wat is nog onduidelijk?
Extra
Duur: 10 à 15 minuten
De rubrieken die de docent kiest, bepalen welke aspecten van de gelezen brief/brieven de meeste aandacht krijgen. In deze les hebben de deelnemers Grunbergs brievenboek Aan nederlagen geen gebrek gelezen. De docent bepaalt hoeveel en welke brieven de deelnemers lezen. De deelnemers schrijven op wat voor effect een van de brieven op hen heeft. De docent maakt een rondje in de klas en vraagt iedere deelnemer voor te lezen wat die heeft opgeschreven. Juist de diversiteit aan antwoorden laat zien hoe verschillend er gelezen kan worden, maar ook dat er overeenkomstige punten zijn.
Afsluiting
Wat zegt Wunderbaum over het schrijven van een brief?
Voorbereiden
- papier A6 formaat
Huiswerk
Duur: ± 1 week thuis – Individueel of teams
De docent biedt de deelnemers extra informatie aan over de brief of laat hen dit opzoeken. De docent kan de deelnemers in teams vragen om verschillende briefaspecten uit te zoeken. De volgende rubrieken kunnen ze bijvoorbeeld bekijken: stijl, doel, geschiedenis en alternatieven (voor of tegen). Ieder team richt zich op een eigen rubriek. De mate van zelfstandigheid in de werkvorm die wordt gekozen, hangt af van het niveau van de deelnemers. Het doel hiervan is dat voor de volgende les de deelnemers al iets meer weten over de brief als stijlvorm.