Fruit
1 Fruit
Persoonlijke ontwikkeling
Wie ben ik? Wie wil ik zijn? Wat laat ik zien?
Elke les heeft een thema en is zorgvuldig opgebouwd. De thema’s zijn zo gekozen dat deelnemers in iedere opeenvolgende les steeds iets meer van zichzelf laten zien. In de eerste les werken de deelnemers rond het thema fruit, en later komen thema’s aan bod als familie, vriendschap en gezien worden; hoe verder je komt in de lessen, hoe meer introspectie.
Uiteindelijk werken de serie lessen toe naar het thema grenzen. Veel deelnemers hebben daar moeite mee.
Waar ligt mijn grens? Wat wil ik laten zien aan de andere deelnemers? Die vragen stellen ze zichzelf in elke les, omdat ze steeds kiezen wat ze willen presenteren. Uiteindelijk werken deelnemers toe naar een presentatie waarin ze zichzelf echt laten zien en bewust hebben gekozen voor wat ze laten zien. De geleidelijkheid is van belang voor de ontwikkeling van de deelnemers.
De structuur van de lessen Beter Verwoorden – Laat Je Zien
Voorbereiden
Opmaat
• Energieke oefening of Spel;
• Fysieke activiteit passend bij het onderwerp;
Eigen ervaring deel I
• Vertellen;
• Lijstje maken en kiezen;
• Twee aan twee (vertellen, gericht luisteren en gericht vragen stellen);
• Tekst in klad schrijven;
Verdiepen
• Dichten en muziek;
• Toneel;
Presenteren
• Presenteren (verhaal voorlezen a.d.h.v. beeld, verhaal op muziek, verhaal als toneel);
Eigen ervaring deel II
• Tussentijds voorlezen in tweetallen;
• Tekst in net schrijven;
• Beeld maken;
• Boekje.
Tot aan de tekst in het klad schrijven zijn de stappen er allemaal op gericht om de eigen ervaring waarover de deelnemer gaat vertellen te verrijken. Er zijn vier stappen die niet van elkaar gescheiden kunnen worden: vertelkring, lijstje maken en kiezen, twee aan twee vertellen en tekst in het klad schrijven. Na de tekst in het klad kan gevarieerd worden in de structuur. De variatie die de docent aanbrengt zal afhankelijk zijn van de presentatievorm die zij/hij toepasselijk vindt voor haar/zijn deelnemers.
Tijdpad
Iedere les duurt ongeveer 120 minuten en kan worden verdeeld over twee of drie lesdelen.
De vier activiteiten - vertellen, lijstje maken en kiezen, twee aan twee vertellen en tekst 'in het klad' schrijven (totaal ±30 minuten) - moeten worden uitgevoerd zonder onderbreking. Nadat de deelnemers hun tekst hebben geschreven kan de docent de andere activiteiten in de weekplanning inpassen.
Er kan worden geëxperimenteerd met thuisopdrachten aangepast aan het niveau van de deelnemers. Zo kunnen de illustraties eventueel zelfstandig worden gemaakt. Dan is het belangrijk hier tijdens de eerstvolgende bijeenkomst voldoende aandacht aan te besteden. Laat bijvoorbeeld enkele of alle deelnemer(s) hun verhaal en afbeelding delen.
De volgorde van de lessen
De volgorde van de onderwerpen zorgt voor een proces met rust en ruimte bij de deelnemers en
dat versterkt de veiligheid in de groep. De opbouw is zo dat er gestart wordt met het wakker maken van de zintuigen, de basis voor bewust gaan waarnemen en ervaren. Daarna komen er nog elf andere onderwerpen aanbod waarbij de ervaringen aanzetten tot zelfbewustzijn en intiemer worden.
Als er geen ruimte is voor dertien bijeenkomsten dan kan de serie worden ingekort. Het is wel belangrijk rekening te houden met de volgorde van de onderwerpen in verband met de intimiteit; de docent draagt verantwoordelijkheid voor een goede afstemming op het niveau van de deelnemers.
Kies bijvoorbeeld uit de eerste vier lessen er een of twee, kies vervolgens uit de daaropvolgende vier lessen nog een of twee en tot slot uit de laatste vier lessen weer een of twee. Zo komt u dan uit op drie of zes lessen.